Kijk Magazine, augustus 1998, nummer 8
Deze column schrijf ik vanaf mijn vakantieadres deep down in Putten, onze vaderlandse bible belt. Het half uurtje dat de zon zojuist volslagen onverwacht door de wolken brak, wilde mijn vriendin onmiddellijk benutten (‘anders kan niemand zien dat we op vakantie zijn geweest’). Ze trok letterlijk al haar kleren uit en stoof naar een van onze hangmatten in de zon. Nu staat ons vakantiehuisje middenin een stuk ‘eigen grond’-bos, maar ik voelde me toch een beetje ongemakkelijk. Stel dat wandelaars in het aanpalende woud de verboden toegang bordjes zouden missen en zouden zien dat mijn vriendin naakt was. “Dan… dan zien ze… dan zien ze dat je borsten hebt…” riep ik, “en daar houden ze hier in Putten niet van.” Mijn vriendin wapperde mijn bezwaren weg, waarna ik mij maar weer in mijn lectuur verdiepte.
Mijn vakantieboek heet De geschiedenis van de borst van de Amerikaanse wetenschapster Marilyn Yalom. Toen ik het lekkere dikke naslagwerk in de boekhandel zag liggen, slaakte ik bijna een juichkreet van opwinding. Yes! Daar ga ik voor de KIJK-lezers eens een column over schrijven, besloot ik. Borsten! Die ongrijpbare dingen die bij meisjes onder hun t-shirts opbollen. Die ’twee reeën in velden vol bloemen’ zoals de bijbel hen heel toepasselijk noemt in het Hooglied. Ik bladerde De geschiedenis van de borst vluchtig (het was erg prettig geïllustreerd) door en rekende het verdoofd van voorpret snel af. Wat zouden mijn KIJK vrienden me dankbaar zijn! Ik stopte het boek bij mijn vakantiespullen, in de volle overtuiging dat ik er een column vol leuke feitjes en geinige wetenswaardigheden over borsten uit kon peuren, ter leringe ende vermaeck.
Dat een baby de borst van zijn moeder waarschijnlijk ziet als een lichaamsdeel van hem of haarzelf. Dat de beha in de Verenigde Staten een industrie is met een omzet van 3 miljard gulden. Dat vrouwen de gewoonte hebben om bij zeer indrukwekkende gebeurtenissen hun borsten aan de massa te tonen (bijvoorbeeld bij de bevrijding van Parijs, of het ten strijde trekken van Engelse soldaten in de Falklandoorlog). Nou ja, dat soort dingen wilde ik dus verzamelen, maar tegelijkertijd kwam ik voor een dilemma te staan. De schrijfster van het boek, Marilyn Yalom, doceert namelijk een vak dat aan Nederlandse universiteiten ‘vrouwenstudies’ heet. Ik mag van mijn vriendin geen onaardige opmerkingen over vrouwenstudies maken, omdat zij er ook enkele colleges volgt (als ik het toch doe, mag ik als sanctie nooit meer aan haar borsten zitten), maar vrouwenstudies is een tak van wetenschap waarover je kunt twijfelen of het wel zo wetenschappelijk is.
Wandelende tieten
Vrouwenstudies is een studie met een moraal, en die moraal luidt: we leven in een mannenwereld, mannen zijn de schuld van bijna alles. Deze gedachte hangt als een spin bij iedere alinea uit De geschiedenis van de borst op de loer. Iedere keer als Yalom een interessant feit over borsten vertelt (dat de grootte van de borsten in het modebeeld door de eeuwen heen een golfbeweging vertoont, dat de politiek graag gebruikmaakt van borsten bij propaganda, dat al in de middeleeuwen sommige vrouwen bijna-topless over straat gingen), voegt ze eraan toe dat mannen over het algemeen wellustige sadisten zijn die vrouwen louter zien als wandelende tieten, ofwel sexobjecten die ze hopen te onderdrukken (even ter verdediging; mijn vriendin vindt het altijd heerlijk als ik haar als sexobject zie, en ook roept ze voortdurend: “onderdruk me nu eens!”).
Het feit dat mannen zo graag naar de borsten van vrouwen kijken, maakt dat vrouwen zich onzeker voelen en miljarden guldens aan borstverzorging uitgeven, variërend van bustehouders tot siliconen-implantaties. Typische vrouwenziekten als anorexia (niet willen eten) en boulimia (jezelf extreem volproppen) zijn een gevolg van deze bovenmatige mannelijke aandacht voor het vrouwelijk lichaam en vooral de bovenbuikse vleesballetjes.
Zelf heb ik ooit een vriendin gehad die vond dat ze veel te kleine borstjes had (wat absolute onzin was, want ze waren klein, maar mooi en puur en overweldigend). Omdat het meisje haar onvrede over haar lichaam niet in de hand had, heeft ze op een dag met een scheermesje meer dan veertig sneeën in haar borsten gekerfd. De psychologie noemt dat automutilatie (zelfverminking) en er is een rechtstreeks verband tussen dit gedrag en het beeld dat voortdurend van vrouwen geschetst wordt in de media: volle borsten, slanke benen, jonge lijven, strakke koppen. Deze wetenschap wordt in De geschiedenis van de borst pijnlijk duidelijk. En hier ligt mijn dilemma, want hoezeer ik ook geloof dat mannen de schuld zijn van alles, moet ik bekennen dat ik net als mijn broeders-in-de-zonde erg van borsten houd.
Jeumig, borsten! En dan vooral die van mijn vriendin! Zoals ze daar ligt in een hangmat tussentwee bedauwde bomen in een zo langzamerhand dampend bos, met haar borsten in dit licht alsof ze met goudverf zijn beschilderd. Weten jullie? Jullie kunnen me wat met die column. Bible belt of niet, ik heb wat beters te doen.