Algemeen Dagblad, 29 september 2005
Een paar maanden terug, op de set van Ik omhels je met duizend armen. Die dag werd een beladen scène opgenomen, het moment dat artsen een moeder een spuitje komen geven.
Vooraf beloofde het een moeilijke en emotionele opname te worden Mijn eigen moeder heeft na een sluipmoordende ziekte zelf het moment van haar dood bepaald, en regisseur Willem van de Sande Bakhuyzen had een zware vorm van kanker, die hij niet zou overleven.
Hoewel Willem chemo-kaal was, was er niets van te merken dat een doodzieke regisseur leiding gaf aan een grote crew. Met bewonderenswaardig veel humor, toewijding en geestdrift keek hij naar zijn acteurs. Hij was ’the boss in control’, terwijl hij niet boven, maar tussen zijn mensen stond. In de cruciale scène diende een arts de moeder haar laatste Injectie toe, waarna zij afscheid van haar kinderen nam, langzaam wegzakte en stierf.
Hoewel Willem de scène erg geconcentreerd volgde, draaide hij zich tussendoor een keer naar me toe.
“Gaat het goed met je?” vroeg hij, een hand op mijn schouder leggend. “In de zin van..:” Hij maakte die zin niet af, maar doelde op de dood van mijn moeder.
“Ja goed,” zeg ik. “en met jou? In de zin van…” Ik maakte mijn zin ook niet af.
“Heel goed,” antwoordde Willem, “Ik ben aan het filmen, ik leef.“