Voorpublicatie in de Playboy van november 2000.
Regenen. Het is gaan regenen. Hebben we daar onze dure tickets voor cadeau gekregen? Iedereen schuilt binnen in de huiskamer of is zich aan het beplooien voor het diner. Hoewel we allen rijkelijk drinken van de sprankelende groene wijn is de sfeer ‘niet optimaal’, en dit komt voornamelijk door Lureen, die duidelijk haar dag niet heeft. Samarinde & ik zijn op onze kamer, zij staat voor de spiegel, ik zit op ons bed naar haar te kijken. We horen gepraat vanuit de huiskamer. Thijm, Egon & Gulpje drinken en schreeuwen. Gulpje is gangmaker en legt uit dat lippen uit endodarm bestaan en dat als we elkaar kussen dus eigenlijk onze darmen elkaar raken (ze heeft net als ik een voorliefde voor overbodige, autistische weetjes). Dan zijn ze even stil en horen we Lureen, die iets snibbig klinkends zegt tegen mij niet duidelijk wie. Samarinde kijkt mij aan en fluistert iets.
Ik knik vragend.
Samarinde checkt of de deur van onze kamer goed dicht zit en vertelt dat Lureen & Thijm ruzie hebben over iets wat Thijm heeft doorverteld. Dat verklaart het chagerijnige gedrag van Lureen.
“Wat dan?” fluister ik schreeuwend. “Wat heeft Thijm doorgeluld aan wie en waarom weet ik dat niet?”
“Thijm was…” zegt ze.
Ze fluistert nog zachter: “Thijm was gisteren een beetje dronken en het lukte niet zo erg qua…”
“Qua…?”
“Qua,” zegt ze, en ze veert haar hand een paar keer op en neer.
“Aha, qua…” zeg ik, mijn hand ook verend.
“Waarop Lureen vroeg of hij het erg vond dat ze zich…”
“Zich wat?”
“Zich…” zegt ze en nu maakt ze met haar gekomde hand een draaiende beweging.
“Dat ze…” zeg ik knikkend, mijn hand in dezelfde draaistand.
“En dat heeft Thijm doorgeluld?”
‘Nee. Wat Thijm heeft doorgeluld, is dat Lureen aan Thijm vroeg of hij haar wilde filmen met Benny’s camera, terwijl zij…”
Samarinde draait weer met haar hand.
“Dus ze wilde dat hij…” Ik hou een vuist voor mijn kin en draai mijn andere hand een paar keer naast mijn slaap. “…dat zij…” Ik imiteer de cirkelende beweging van Samarindes gekomde vingers.
“Yep…” zegt Sarnarinde als Elaine uit Seinfeld.
“En hééft hij dat gefilmd?” vraag ik (want op vakantie mis ik televisie soms best wel).
“Nee, want ze konden de camera niet vinden en Thijm wilde Benny er ook niet voor storen.”
“En waar is Lureen nu kwaad om?”
Samarinde kijkt mij samenzweerderig lachend aan.
“Dat Thijm…” begint ze, en ik zal samenvatten wat ze zegt, dat Thijm aan Egon heeft verteld dat Lureen zich wilde laten filmen tijdens (handbeweging), en dat hij er volgens hem heeft bij gezegd dat hij dat niet moest doorvertellen, maar Egon zegt dat hij dat niet heeft gehoord en heeft het natuurlijk meteen aan Benny verteld, die, hem kennende, à la een roodgebefte brulkabouter aan het plafond ging hangen, zo verrukt was hij, en hij heeft het aan Gulpje verteld, en Gulpje sprak Lureen er weer op aan, omdat zij een meisje kende dat zich ook altijd liet filmen tijdens (handbeweging), het liefst als zij zich liet zakken op de gespreide benen van een op de grond zittende jongen, zodat zij bij iedere stoot langs het ruwe hout van de rand van de deur werd geschuurd of zoiets, en toen was Lureen heel boos op Thijm dat hij over haar geroddeld zou hebben en stoere verhalen verteld, en Thijm was boos op Egon, die boos was op Benny, die zich van geen kwaad bewust was, enzovoort, ik word niet goed, geloof ik.
Ik ga achter Samarinde staan.
“Zal ik jou vannacht stiekem filmen?” zeg ik, “en dat ik dan morgen een speciale vertoning organiseer?”
“Lijkt me heerlijk,” zegt ze, haar darm op mijn darm drukkend.
Ik kijk haar aan via de spiegel. We voelen de spanning van een naderende avond en maken ons toilet, onder andere omdat het zo lekker is om te zeggen: ‘We maken ons toilet.’ Ooit voer Cleopatra in haar goudblinkende staatsieboot de Cydnus af om haar stoere minnaar Antonius te begroeten met een pauwachtig kleurenpalet (op haar hoofd): lapisblauw, malachietgroen, zwarte kohl, loodwit, gele oker, karmozijn. Had ze Samarinde maar gekend. Samarinde bezit de gave om drie kwartier lang voor de spiegel te staan, druk in de weer te zijn met schildersdozen, verbandtrommels en gereedschapskisten, met als resultaat dat ze er spetterend uitziet, terwijl het lijkt alsof ze niet is opgemaakt.
Drie uur later…
Zaten we in een lief, lief restaurant in het hoofddorp. Er werd ongeloofwaardig veel gedronken, maar dit deed de betrekkingen geen goed. Er kwam nog kruitdamp uit de lopen van enkele colts. Het eten was voor lokale begrippen prima, de groene wijn werd met de liter beter, maar de spanning van de reis, het socio-politieke groepsleven en een hamerslaande vermoeidheid speelden sommigen parten. Sommigen zijnde Lureen en in mindere mate Thijm & Egon. Omdat haar ruzie met Thijm nog niet was uitgepraat, had Lureen het op een groots drinken gezet, en als Lureen het in een ruziesfeer op een groots drinken zet, kun je je maar beter niet in dezelfde ruimte ophouden. Tijdens de repetities voor Touw heb ik vaker gezien dat sluimerende conflicten schijnbaar zonder aanleiding escaleren, en ook hier in dit lieve lieve restaurant liep het plotseling helemaal uit de hand. Acteurs maken op theatrale wijze ruzie. Toeristen naast ons keken steeds toevallig in onze richting, met verlekkerde verbazing. Geschrokken obers probeerden ons op te vrolijken door af & aan te snelwandelen met vreemdsoortige vissen en groene salades, maar Lureen bleef kwaad op Thijm en zat hem voortdurend uit te dagen. Thijm, die ook geen Spa rood gedronken had, liet Lureens gevit aanvankelijk over zich heen komen, maar toen begon hij hardop lullige opmerkingen te retourneren. Wij probeerden ze een beetje te sussen, wat natuurlijk christelijke overschatting was. Egon maakte een cruciale beoordelingsfout door het niet oneens te zijn met Thijm. Ik vroeg me af of er misschien een vitaminepilletje viel, want Lureen flipte en riep dat Egon het kon krijgen als hij wilde. Egon, met voor zich een territorium waarin hij twee flessen wijn gevangen hield, zei dat ze niet zo moest zeiken en gewoon weer gezellig moest doen.
“Aha, ik zit te zeiken,” zei Lureen zeikend, waarna ze zich abrupt naar een tafeltje met twee lieve lieve dikkige Nederlandse stelletjes achter ons draaide.
“Jullie weten wel wie dat is, hè?” vroeg ze, wijzend op Egon.
“Dat weten jullie toch wel?”
De stelletjes keken Lureen geïmponeerd aan en knikten gedwee. Eén van de mannen zei dat hij een groot fan was van Egon.
“Mooi zo,” zei Lureen. “Een groot fan. Het is echt lachen met hem, hè? Echt lachen. Maar weten jullie wat het lachwekkendst aan hem is, waar je werkelijk om kunt gillen van de lach…”
De stelletjes keken haar afwachtend aan.
“Z’n lul,” zei Lureen, het woord eruit blaffend.
Gulpje liet zich voorover vallen en dreunde haar voorhoofd een paar keer op tafel. De stelletjes wisten niet hoe ze moesten reageren. Samarinde probeerde Lureen nogmaals tot de orde te roepen, maar Lureen ging tegen de dikste van de Nederlandse vrouwen verder: ‘Ja, dat zijn nou dingen waarover je niets in de bladen leest, over de lul van Egon Smulders.”
De vrouw schudde haar hoofd, alsof het een serieus te nemen opmerking was.
“Een werkelijk abject ding,” ging Lureen meesmuilend verder. “Kijk, op zich, maar dat hoef ik jullie natuurlijk niet te vertellen, is een pik sowieso een bespottelijk instrument, maar die van Egon hier sloeg alles. Een knikkebollende gevulde kattendarm met een peervormig paars gezwel erop, dat was de pik van Egon.”
“Hoe weet zij dat?” vroeg ik fluisterend aan Samarinde, die terug fluisterde dat ze ooit een heimelijke affaire hebben gehad. Terwijl ik me afvroeg hoe het komt dat dit soort waardevolle informatie mij altijd wordt onthouden, zag ik Lureen grijnslachend om zich heen kijken. Ook zag ik de open monden van de Nederlandse toeristen vier tafels verderop. Toen zag ik ook Egon, mijn lievelingsspankmaster. Egon haalde diep adem door zijn neus.
“Nee, die kut van jou, dat was een lekker ding. Gelukkig maar dat die er zo normaal uitzag.”
De monden achter ons gingen nog verder open.
Gulpje stootte nogmaals haar hoofd op tafel en ik keek besmuikt giechelend om me heen.
“Gezellig…” riep ik zangerig.
Thijm zei: “Jongens, alsjeblieft,” maar Egon kon niet meer stoppen. Nu niet meer. Kom niet aan de lul van Egon. Niet waar zijn publiek bij zit.
“Om jezelf helemaal te besmeuren van gêne,” zei hij tegen de man die zich een groot fan had genoemd. “Toen ik haar driehoekje schaamafval zag, dacht ik dat ik aan een of andere operatietafel in een documentaire van de Evangelische Omroep was beland.”
“Wat?” zei Lureen. ”Wat?”
“Jullie zijn dronken,” zei Meija, “jullie moeten ophouden.”
“Neem je schaamlippen,” ging Egon verder tegen Lureen. “Sorry hoor, maar nog nooit in mijn leven heb ik iets bespottelijkers gezien dan die functieloze krentenbaard van jou. Dat drilde er maar bij, het was een schande! Ze moeten voor jou maar een maandverband met schaamlipoplosser uitvinden. Of een maandverband dat zichzelf met kleine zuigerties vastzet in je schaamlip, dan krijgen jouw flappen tenminste een raison d’être.”
Lureen riep: “O ja? Owww ja. Ja ja.”
Enkelen van ons deden alweer een vruchteloze poging hen nogmaals tot de orde te roepen en de anderen keken hulpeloos en verontschuldigend om zich heen. Dit ging mis. Dit ging helemaal uit de hand lopen. Egon, on a roll, ging verder, niet gehinderd door het feit dat er bij het raam twee tafels met kinderen zaten: “En dan jouw kut zelf, Lureen, en dan jouw fuckin’ kut zelve. In eerste instantie dacht ik: soit, als opening niet onaardig, tot je iedere keer als wij in bed lagen, begon te murmelen ‘Dieper! dieper! dieper!’ en ik me compleet gedemotiveerd begon te realiseren: O god, ze wil natuurlijk dat ik haar ‘speciale g-plekje’ stimuleer, of weet ik veel hoe die jeukende wrat heet.”
Egon richtte zich nu rechtstreeks tot zijn grote fan achter hem.
“Want dat is toch het verneukeratieve aan een gemiddelde kut, niet? Ik bedoel dat vrouwen het toch weer niet konden laten om er vanbinnen iets gecompliceerd-vrouwelijks aan toe te voegen, alleen te bereiken met een lul in de vorm van een kris, of een Viva-vibrator, of gouden balletjes, of wat ze er allemaal nog meer inschuiven, de viezeriken.”
De man lachte zenuwachtig.
“Omdat we met die kabouterplassers van jullie echt niet kunnen klaarkomen,” reageerde Lureen furieus, en ze voegde er cynisch aan toe: “Alsof jij je overigens ooit bekommerd hebt om mijn orgasme.”
“Gulpje, hoe is het leven in België?” vroeg ik aan Gulpje, maar ik kon de aandacht niet afleiden.
Terwijl Samarinde & Meija zich hardop afvroegen of ze hier nog langer getuige van wilden zijn, zei Egon tegen zijn nieuwe vriend aan het tafeltje achter ons: “Juist! En dat is nou het probleem met haar, dat ze niet tevreden was met één simpel gefaket orgasmetje, zoals de gemiddelde man, die zich in drie seconden kan klaarkwakken om vervolgens weer door te gaan met hard werken en belastinggeld verdienen voor de studie van zijn kinderen. Nee, voor vrouwen worden er tientallen orgasmen uitgevonden: oorlelhoogtepunten, pisbuisstimulaties, tepeltrillingen, anale vibraties, teenzuigerijen, streelclimaxen, vaginale doelpunten, elitorale genotsmomenten, je kunt het zo gek niet bedenken.”
“Wat is er mis met mijn kut?” riep Lureen plotseling, nog harder, nog onafwendbaarder. ‘Wat is er mis met mijn kut?”
“Nou,” riep Egon terug, “dat er een clitoris aan zit, bijvoorbeeld. Tenminste, dat vermoeden had ik altijd. Allemachtig, wat een fuifnummer, die kuttelaar van jou. Radeloos heb ik me gevoeld met dat ding. Had je hem verstopt of zo? Was ik op de kermis? Waarom had je gewoon niet de beschaafdheid om even op een A-viertje een klein situatieschetsje te maken met enkele eenvoudige aanwijzingen voor optimale bevrediging? Drie pirouettes naar links, een paar hondenhalen omhoog en dan even raggen.”
“Wat isj er misj met mijn clitorisj?” schreeuwde Lureen verontwaardigd, en ze begon zichzelf te verliezen. Ze ging er zelfs bij staan, wankelend. Alle argeloze wandeltoeristen keken nu naar haar op en al hun kinderen, en alle Palmese obers, en alle Palmese koks. Wij vroegen, smeekten of ze alsjeblieft alsjeblieft weer wilde gaan zitten, want als Lureen hardop ging vragen wat er misj wasj met haar kut, dan wisten wij welke kant het op ging. Was dit wat Egon bedoelde met conspicuous outrage? “Wat isj er misj met mijn clitorisj?” vroeg Lureen nogmaals luid. Meija ging aan een arm hangen, Samarinde pakte één van haar benen, maar het lukte niet Lureen te stoppen. Ik maakte een ik-geef-het-op-gebaar naar de hoofdober en Benny deed een poging gemeend boos te worden op Egon, maar het had allemaal geen zin, want ja hoor, daar ging ze: midden in het familierestaurant stak Lureen haar duimen onder de stof rond haar middel en liet ze haar rok en slip zakken. Niet eens zo heel erg hard zei ze tegen Egon: “Isj hier ietsj misj mee?”
Pontificaal ging ze voor Egon staan. Nu keken ook de Engelse, Franse en Duitse toeristen ons met open monden aan.
“Isj hier ietsj misj mee?” vroeg ze nog dwingender, vlak voordat ze wit wegtrok en over de tafel van onze lieve lieve achterburen hartstochtelijk kotste.
In de taxi terug naar de villa…
Blijft Lureen zich maar verontschuldigen bij Egon, bij Samarinde Nightingale (die haar vasthoudt en verzorgt en de diagnose ‘ze is dronken’ stelt), bij mij en bij de mensen die ze heeft besmeurd (en die zich niet in de taxi bevinden, maar dat maakt Lureen niet zoveel uit).
“Ik moet morgen bloemetjes laten bezorgen,” zegt Lureen.
“Natuurlijk,” zegt Samarinde sussend.
“Nee, ik moet morgen bloemetjes laten bezorgen bij het restaurant, en bij die mensen achter ons, en bij Egon natuurlijk.”
Egon zegt dat hij echt geen bloemetje hoeft, maar Lureen luistert niet en vraagt: “Is het nu echt nodig dat die taxi zo hobbelig rijdt?”
Oeps, dat wordt ook een bloemetje voor de taxichauffeur.
Lureen heeft net voor de vierde keer overgegeven en ligt inmiddels te slapen op haar kamer. Meija & Gulpje zijn bij haar. Buiten praten Egon, Thijm & Benny na in de tuin, de rest gaat slapen. In onze slaapkamer staat Samarinde voor de spiegel met een Demake-up in haar handen. Ik ga achter haar staan, haar omarmend. Samen kijken we naar samen.
“Zal ik ook over jou kotsen?” vraag ik.
“O, geil,” zegt Samarinde.
Aristoteles schreef dat schoonheid een grotere aanbeveling is dan welke introductiebrief dan ook. Terwijl Egon & Thijm buiten in de tuin steeds harder lachen, beveelt Samarinde zich beter bij me aan dan welke brief ik ook zou kunnen schrijven. We blijven elkaar zwijgend aankijken en vergeten dat we op een verlaten plek in de oceaan zijn, ver van huis en beschaving. Er ontstaat een spelletje met onze ogen. Samarinde drukt iets uit en ik reageer met het tegendeel. Boodschappen van onze ogen: Samarinde kijkt teder. Ik kijk grof. Zij kijkt zeker. Ik kijk onzeker. Zij kijkt peinzend, ik gedachteloos. Haar ogen kijken ernstig, de mijne speels. Zij is verdrietig, ik ben vrolijk. Zij kijkt aandachtig, ik verstrooid. Onderdanig (Samarinde), dominant (ik). Zij kijkt vriendelijk, ik kijk vijandig. Zij kijkt vals, ik kijk Jezus. Zij kijkt verrast, ik weet niet hoe ik moet kijken. Zij kijkt oplettend, ik kijk vermoeid. Haar ogen stralen opwinding uit, de mijne kalmte. Zij kijkt begeerlijk, ik afkerig. Zij kijkt kwaad. Ik kijk vergevend. Zij kijkt ik hou van jou. Ik doorbreek het spelletje. Ik kijk ook van jou.