iPad

de Volkskrant, 7 januari 2011

Als Statler en Waldorf van de Muppet Show besprak ik van de week met een oude vriend de technologische ontwikkelingen sinds we samen in de eerste klas van de middelbare school zaten. De wezenloze digitalisering van de wereld. ‘Wij hadden die iPad in 1982 al voorspeld’, zei mijn vriend. We herinnerden ons de tijd van onze Grote Onstilbare Leeshonger, toen we de ongrijpbare wereld om ons heen te lijf gingen met romans. Lezen was ons wapen tegen malheur, nepmensen, domheid en gefnuikte verliefdheden.

Omdat het huis van mijn vriend op mijn route naar school lag, haalde ik hem vaak ’s ochtends op. Op een dag stond hij me verfomfaaid en gapend op te wachten. Hij vertelde dat hij niet had geslapen omdat hij zich de hele nacht niet had kunnen losmaken van een boek. Hij zei dat hij regelmatig een nacht slaap oversloeg, iets wat nog nooit in mij was opgekomen.

Die nacht las ik voor het eerst van mijn leven door tot de zon allang was opgekomen. De dag na deze leesnacht voelde ik mij rozig en absent, maar voldaan over de eer die ik mijn boek had geschonken door mijn gezondheid ervoor op het spel te willen zetten.

Na deze leeshommage heb ik nog vaak een nacht slaap overgeslagen om een roman uit te lezen, met als consequentie dat ik de dag erna met een vernauwd bewustzijnsniveau door de stad slenterde.

Ik kom hierop omdat ik in december een iPad en een Volkskrant-app heb aangeschaft, waarover collega Wagendorp op deze plek schreef: ‘Ik heb hem een week geprobeerd en ik ben helemaal om. Probeer zelf maar.’

Dat heb ik gedaan, en het viel helegaar niet tegen. Als ik ’s ochtends haast heb, pak ik liever de papieren versie, maar kan ik in bed blijven liggen dan is de Volkskrant op iPad uitermate hanteerbaar (dat tabloidformaat van de papieren krant is zó onhandig). Ook tijdschriften als Voetbal International en vooral The New Yorker ogen erg prettig op zo’n tablet.

Mijn oude vriend Statler vroeg van de week of ik soms ook al e-boeken had gelezen op mijn iPad. Ik antwoordde dat mijn liefde voor het p-boek onwrikbaar is en dat alle ervaringen met electronisch lezen die liefde alleen maar hebben versterkt.

Stephen Fry zei ooit dat ‘books are no more threatened by e-books, than stairs were by elevators’, maar toch neem ik graag nog even de trap.

Tot ik, toevallig, gisteravond zag dat een internetboekhandel De proloog, de debuutroman van ene Bert Wagendorp, aanbood als e-boek voor het spotbedrag van €11,95. Bij verschijning in 1995 was ik in Het Parool diep onder de indruk van deze humorvolle en aangrijpende roman, die gaat over in ritmische fiets bewegingen handelende zakenmannen (wielrenners). Ook elders werd het boek zeer lovend besproken, behalve uiteraard in Wagendorps eigen Volkskant, maar dat hoort nu eenmaal bij de azijnzure folklore van deze krant.

Binnen drie vingertippen stond De Proloog in de digitale boekenkast van mijn iPad.

En toen gebeurde er iets uit een lang vervlogen tijd. Ik begon met herlezen, en ik bleef lezen, en lezen, en lezen, en ik zou zeker mijn slaap hebben willen overslaan en tot de volgende ochtend zijn doorgegaan, als de batterij van mijn iPad niet was leeggeraakt.