Jezus: ‘Mohammed is ongeloofwaardig’

De Volkskrant, 11 december 2008

Goedendag meneer Jezus, fijn dat u mij te woord wilt staan. Mag ik u allereerst vragen of u wilt reageren op de uitspraken van uw collega Mohammed in het gefilmde interview met de jongeman Ehsan Jami.

‘O, ik was er al bang voor. Ik word uitgenodigd om te komen praten over de inhoud van mijn boodschap en de naderende Kerst, en meteen gaat de eerste vraag over de waan van de dag, ruzietjes en achterklap. Die film is volstrekt oninteressant.’

Vindt u dat? Het is wel wat er nu speelt. Het filmpje van Jami is inmiddels overal te zien op internet en het land is in verhoogde staat van paraatheid. De mensen thuis willen weten wat iemand als Jezus van deze commotie vindt.

‘Ik vind het niet chic om te reageren op de acties van collega’s. Wat meneer Mohammed allemaal uitkraamt moet hij lekker zelf weten. Of eh… “meneer Mo” zoals hij tegenwoordig geloof ik liever genoemd wil worden.’

Daar klinkt toch enige frustratie in door.

‘Nee hoor, helemaal niet. Ik heb alle respect voor de man.’

Alleen…

‘Alleen valt me op dat hij nu tegenover een of andere puber een beetje de toffe progressieve peer gaat lopen uithangen. Zo’n filmpje is toch veel te beschaafd? Dat is toch niet de Mo zoals we hem kennen?’

U vindt dat niet geloofwaardig?

‘Iedere profeet kan een spin doctor inhuren om aan zijn imago te werken. Ik heb altijd een vorm van bewondering voor Mohammeds hardvochtigheid gevoeld, maar het pad dat hij nu lijkt te zijn ingeslagen… Ik moet persoonlijk nog zien of hij daarmee zieltjes wint.’

Mohammed is tegenover Jami erg menselijk. Hij laat zich zien als weldenkende vergevingsgezinde profeet. Dat ligt toch in uw straatje? U bent toch ook tolerant?

‘Ja, dat is helaas het beeld waarmee mensen mij de laatste decennia associëren. Noodgedwongen, want het liefst zou ik weer net zo meedogenloos zijn als in vroeger tijden. Het mooist voor een profeet is het om liefde en vrede op een harde, oorlogszuchtige manier te prediken. Zoals ik eeuwen achtereen heb gedaan.’

U bent afgunstig op Mohammed. Is dat het?

‘Noem het zoals je wilt. Stel je een of ander opgeschoten wichtje voor dat in een vrolijke dronken bui roept: “Ik word geil van Jezus.” Denk je dat er iemand is die daar verdomme aanstoot aan neemt? Vindt iedereen kunnen. Vrijheid. Beledig Jezus maar lekker. En stel je vervolgens eens een jonge moslima voor, die laat optekenen dat ze het liefst masturbeert terwijl ze aan Mohammed denkt. Allah akbar! Nou, dan is het land te klein. Voor meneer Mohammed gelden blijkbaar andere regels.’

Voelt u zich gediscrimineerd?

‘Ik stel alleen maar vast.’

Maar u hebt dit toch aan uzelf te danken? U hebt de teugels blijkbaar te veel laten vieren…

‘Zoals ik zei: noodgedwongen. Iedereen is nu vol van de kredietcrisis, maar de religiecrisis duurt in dit deel van de wereld al een jaar of vijftig. Ik heb als profeet alle zeilen moeten bijzetten om nog een paar mensen te behouden. Dacht je dat ik het leuk vond om met iemand als Arie Boomsma te moeten werken?’

En ziet u Mohammed nu hetzelfde pad op gaan?

‘Natuurlijk. Op het moment dat hij tolerant gaat worden, weet je dat het gedaan is met zijn geloof.’

Mag ik u danken voor dit gesprek?

‘Is het al afgelopen? We zouden goddomme nog over de kerstboodschap praten. Dit is niet wat ik met uw redactie heb afgesproken! Wie denk je dat je voor je hebt?’