Redactioneel
Hallo lezers, hallo lezeressen, hallo bejaarden, hallo rollators, hallo steunzolen, hallo leesbrillen, hallo beademingsapparaten, hallo Jos Bus. In uw bibberende handen houdt u een speciale editie van de schoolkrant van het Baarnsch Lyceum: de Animo. Ter gelegenheid van het heengaan van onze geliefde collega, vriend en aardrijkskundedocent Jus Bos hebben een stuk of wat oud-medewerkers de handen ineen geslagen voor een korte wandeltocht door Mijmeringstraat.
Nou, de beerput ging open. De oude typemachines kwamen uit het vet, iemand vond een lading prittstiften, flesjes tipp-ex, drie vellen wrijfletters en zelfs Jean-Marc van Tol deed een schone onderbroek aan. De eerste tegenvaller was dat ons aloude werklokaal A4 niet meer in bedrijf bleek te zijn, maar toen we dit hadden verwerkt werd het business as usual: uitslapen, traineren, luieren, smoezen bedenken, afhouden, masturberen, dreigen, weglopen, vechten, janken, afspraken niet nakomen, liegen… met als eindresultaat deze prachtige schoolkrant, AL ZEGGEN WE HET ZELF.
Het idee voor dit tijdschrift kwam van de gewaardeerde economiedocent Jan Borst, al sinds eeuwen Jos Bus’ wederhelft (geen seks) (althans, dat nemen we maar aan), omdat zijn vrind zo lang ‘begeleidend docent van de redactie’ is geweest, net als overigens Berend Jan Kaffer, Frits ‘oeps boertje’ Booy, Jos Meijer en al die andere rotzakken die deze hete aardappel zo snel mogelijk weer probeerden door te schuiven.
Voor de redactie van een schoolkrant was Jos Bus, het moet maar eens worden gezegd, een ideale begeleider. Meeschaterend met alle flauwiteiten van de redactie loodste hij de Animo door censuur, het repressieve regime van drukker Van Maurik (bijgenaamd ‘die dove Cerberus from hell’) en de nukken van Stasi-erelid en Mossad-veteraan Rector ’t Hooft. Om hem (Jus dos) te eren hebben we deze schoolkrant in elkaar gedraaid.
Tot slot: het moet ook maar eens worden gezegd, we kunnen bijna niet wachten tot Jan Borst ooit afscheid neemt.
De redactie
Redactie, Vormgeving, Research, Planning en Uitvoering: Ronald Giphart, Bert Natter en Jean-Marc van Tol.
Medewerkers: met dank aan alle medewerkers, met name aan Judith en Frits Booy (archivaris van het Baarnsch Lyceum).
Begeleidend docent: Jan Borst
ZOENEN MET JOS BUS
Ik mag gaan liggen. Glaasje water erbij? Glaasje water erbij. De meneer met de baard wil gewoon wat onschuldig praten. Vind ik prima. Kom maar op. Hij wil het hebben over mijn jeugd, en zo, en hoe het allemaal zo ver heeft kunnen komen. Mijn school. Mijn opvoeding. De relatie met mijn ouders. De Kleenex staat op tafel, zegt hij. Kan ik één oermoment aanwijzen waarop het allemaal misging? Ik zwijg. Ik zucht. De man zegt: ‘Toe maar.’ Ik noem de naam Jos Bus. Jos Bus? Ik knik. Kom maar, ik mag vertellen over Jos Bus.
We hadden net een Grote Artistieke Happening gehad, ik weet niet meer precies wat, een toneel spektakel , een werkweek Theater, een Interlyceale. Alle artistico’s van de school waren door Jan Borst (daar moeten we nog eens een aparte sessie aan wijden) en Jus Bus gesmeed tot een eenheid, een machine, een veelkoppig beest. De mannen hadden ons gebroken en weer samengesmolten. Die schoolvoorstelling of werkweek was een bijna orgastisch hoogtepunt geweest, gezamenlijk hadden we toegewerkt naar een vlammend eindproduct, een totaalspektakel zoals alleen Borst & Bus konden concipiëren. En toen… was het allemaal afgelopen. De voorstelling was voorbij, het decor werd afgebroken, de bus bracht ons terug van de villa in Vierhouten. Daar hadden ze ons niets over verteld: het holle gevoel na De Schepping. Wat restte na al die arbeid en artistieke inspanning heette de Grootsche Leegte, het Post Artisticum Triste (of zoiets, ik spreek geen Latijns of Griek).
Het toeval wilde dat een van mijn zusjes op een andere school zat, waar al eveneens toevallig Jos Bus doceerde (geen muziek maar Nederlands). Ik weet oprecht niet meer wat, want de tijd heeft veel uit die periode in nevelen gehuld, maar die school had ook een soort happening (een toneelstuk? een uitreiking?). In het gevolg van mijn zus bezocht ik dit avondje walmend amateurtoneel. Broddelwerk was het wat die leerlingen ons voorschotelden, aandoenlijke graagwillerij. Na afloop stond ik in het gezelschap van mijn ouders en mijn zusje mijn walging weg te lachen, toen plotseling iemand op mijn rug tikte. Jos Bus. Hij spreidde zijn armen (gelijk Jezus, maar die associatie mag u zelf leggen), boog licht door zijn knieën, omhelsde me en tilde me even van de grond. Het Post Artisticum Triste dat wij beiden voelden werd bijna vloeibaar. En toen gaf Jos Bus mij, in het bijzijn van mijn ouders en niet gehinderd door de meute om ons heen, drie dikke smakkende pakkerds. Zo gingen wij in de culturele Baarnse grachtengordel met elkaar om, tenminste vanaf dat moment, want mij overviel het ook een beetje. Mijn vader nam een slokje van zijn koffie, mijn tweede moeder deed alsof ze een programmaboekje inspecteerde, mijn zusje keek me aapgapend aan. Een leraar die een leerling zoende… Jos Bus bleef even bij ons staan, maar had toen sociale verplichtingen elders in de kantine. Toen hij was verdwenen richtten mijn ouders zich op mij met een een blik van we-hebben-het-altijd-al-geweten-en-nu-is-het-bewijs-geleverd-hoewel-homoseksualiteit-niets-is-om-je-voor-te-schamen.
‘Waar ken jij hem van?’ vroeg mijn vader, op een achteloos bedoelde toon die alles behalve achteloos klonk.
‘Dat is Jos Bus, de muziekleraar van mijn school,’ zei ik.
Mijn vader knikte, alsof dit alles verklaarde.
Ronald Giphart
Ronald Giphart, Animo-redacteur in de oorlogsjaren ’83-’85, eindexamen in 1984 (Havo) en 1986 (VWO), heeft een zus die later lesgaf op het Baarnsch Lyceum (tot ze de school gillend verliet).