Keesdekorten

De Volkskrant, 22 maart 2012

De zon schijnt, feromonen waaien over het land, iedereen is verliefd, vrouwen dragen rokjes, alles zal goed komen! De wereld ziet er weer roosknopkleurig uit. Buiten is het 14, 15, misschien wel 16 graden – en ik denk aan Kees de Kort. Ik denk wel vaker aan Kees de Kort. Ik heb het in mijn omgeving nagevraagd, maar jammer genoeg hebben weinig mensen van Kees de Kort gehoord, al zijn mijn vrouwen kinderen wellicht geen goede graadmeter.

Ooit – nog voor de bankencrisis van 2008 – hoorde ik filosoof Bas Haring aankondigen dat hij een boek wilde schrijven waarin voor niet-economen werd uitgelegd wat economie is. Dat vond ik een lovenswaardig voornemen, want ik snapte destijds al vrij weinig van economische principes (ondanks het feit dat ik het vak in mijn eindexamenpakket had) en sinds de mondiale monetaire perikelen met alle dippen en double dippen tastte ik helemaal in het duister. Dat boek van Haring is er helaas nog niet gekomen.

Maar gelukkig ontdekte ik Kees de Kort, de economisch-analist van BNR Nieuwsradio, die dagelijks commentaar geeft op ontwikkelingen van beurzen, banken en beleggingen. Een tijdje terug werd hij uitgeroepen tot ‘beursgoeroe van het jaar’, zijn radiorubriek heet toepasselijk De Kort Door De Bocht. Sinds ik trouw luisteraar van zijn beschouwingen ben, heb ik niet het idee dat ik meer van economie snap dan daarvoor, behalve dat het ontzettend slecht gaat in economieland en dat ‘bankmannetjes’, ‘beursmannetjes’ en ‘koersenkijkertjes’ er alles aan doen om als ware ‘bullshit artiesten’ met behulp van ‘aandelen porno’ en ‘beurslollies’ het leger aan ‘droefsnoetjes’ en ‘grijze duiven’ te belazeren en zo louter zichzelf te verrijken.

Dit zijn allemaal uitdrukkingen uit het vocabulaire van Kees de Kort, die zijn meningen over economie even aanstekelijk als geestig weet te verwoorden voor leken zoals ik. Kees de Kort is de eerste stand-up beursanalist van Nederland, zijn commentaren zijn korte conferences over de deplorabele staat van de mondiale economie. Zijn jargon heeft al een naam gekregen: het ‘dekortiaans’.

Naar eigen zeggen heeft Kees de Kort geen cynische maar ‘een realistische kijk’ op economische ontwikkelingen en wenst hij niet mee te doen aan de gewoonte van beurshandelaren om de weinige positieve scheetjes diep in te snuiven en de berg negatieve stront volslagen te negeren (legendarische quote: ‘Die beleggers zijn als ze slapen slimmer dan als ze wakker zijn’).

Zijn manier van redeneren en formuleren werkt zeer aanstekelijk. Ik betrap mezelf erop dat ik na het beluisteren van zijn radiocommentaren zelf ook vaak begin te keesdekorten, over willekeurig welk onderwerp. Kees de Kort als Weltanschauung. Neem bijvoorbeeld het ontluikende lenteweer.

Iemand zegt iets over rokjesdag en terrassenbezoek, waarna ik mezelf een Kees de Kortje hoor doen, door De Korts slepende intonatie geërgerd te verzuchten: ‘Ik begrijp dat veel droefsnoetjes en roze-brillenmannetjes beweren dat het buiten geweldig weer is en dat de zomer lijkt te zijn begonnen. Als jij met je twee hersencellen 15 graden geweldig warm vindt, moet je dat vooral volhouden, maar doe geen grote boehoehoe wanneer straks de zomer, net als voorgaande zomers, totaal verregend blijkt te zijn. Geloof mij nou maar, er gaat niets goeds uitkomen, uit die hele zomer niet.’