Kennisoverdracht

Kijk Magazine, juni 2002, nummer 6

Terwijl ik dit schrijf neurie ik melancholieke klanken, iets als ‘Zeg me dat het niet zo is’ van Frank Boeijen. Ik zou het heel prettig vinden als jij, lezer, tijdens het lezen van deze column dit nummer ook even in je hoofd opzet en zachtjes meezingt. Zeg me dat het niet zo is… Zeg me dat het niiiieeet zooooo is… Zeg me dat het niet, dat het niet zooo is… Er is een mooie uitspraak aan Aristoteles toegeschreven: Meta ta aodisia oi pleistoi aumoteoi gignontai. In het Latijn: Omne onimol post coitum triste, praeter gallum qui cantat. In het Nederlands luidt dat: na de coïtus is elk dier terneergeslagen, behalve de haan, die kraait. Het betekent dat het niet vreemd is als je je na een enorm hoogtepunt onbegrijpelijk rot voelt. Ik had dit vroeger bijvoorbeeld na de toneelvoorstellingen van mijn school waarin ik meespeelde. Na afloop ervan was ik zeer bedroefd. De uitspraak omne animal post coitum triste is mij ooit bijgebracht door mijn oude leraar Nederlands. Ik hoop op mijn beurt dat er een KIJK-lezer zal zijn die zich Aristotoles’ uitspraak toeëigent, erover nadenkt en de woorden wellicht nog eens doorvertelt aan iemand anders. Dat heet ‘kennisoverdracht’.

Seksboeken

Kennisoverdracht is wat de apensoort genaamd mens in hoge mate van andere diersoorten onderscheidt. Ik heb het de afgelopen jaren op deze plek veel gehad over evolutie en voortplanting (seks), waarbij ik bijna alle weetjes en theorieën uit mooie boeken en fraaie onderzoeken van gerenommeerde wetenschappers haalde. Er is de laatste jaren ongelooflijk veel (wetenschappelijk) gepubliceerd over dit onderwerp. De fysioloog Jared Diamond schrijft in zijn onlangs verschenen boek De derde chimpansee (uitgeverij Het Spectrum) dat ons verlangen om over seks te lezen groter is dan ons verlangen naar seks zelf. Dat zou misschien kunnen zijn omdat geleerden het onderwerp seks eeuwenlang hebben laten liggen en zich liever stortten op prisma’s, radiologie en relativiteit. Pas de laatste decennia wordt er serieus over zoiets plats als de werking van geslachtsdelen gedacht en geschreven.

Er is wat met die voorplanting van ons. Zelf ben ik ooit getuige geweest van het volgende: een moederschaap ging in het gras liggen, zuchtte wat, perstte een enorme keutel uit haar gat, en tien minuten later kon deze keutel staan. Weer vijf minuten later at de schapenkeutel zijn eerste plukken gras. Wat bij het lammetje tien minuten duurde, duurde bij mijn kinderen anderhalf jaar. En waar het lammetje in vijf minuten leerde zelf voedsel te verzamelen, zullen mijn kinderen zeker een jaar of achttien nodig hebben. Nu zijn er heus veel diersoorten waarvan de jonge exemplaren van hun ouders leren hoe ze zich in leven moeten houden. Zo krijgen veel roofdieren van hun ouders geleerd hoe ze achter een prooi aan moeten rennen. Een paar apensoorten (de chimpansee bijvoorbeeld) gebruiken een enkel werktuig om voedsel te vergaren, waarvan de werking van ouder op kind wordt doorgegeven. Mensen gebruiken daarentegen zeer veel werktuigen en vergaren hun voedsel op zeer ingewikkelde manieren. Waar de moeders (en vaak ook de vaders) van alle andere apensoorten hun kroost eten en bescherming bieden, bieden (zegt Jared Diamond in De derde chimpansee) mensen hun kinderen een jaar of twintig lang leer veel kennis over de wereld.

Niet alleen leren we van onze ouders de taal, hoe we ons eten naar onze mond moeten brengen, hoe we niet overreden worden door auto’s, maar ook hoe we ons in een sociale groep moeten gedragen, hoe we ons moeten verdedigen tegen harde aanvallen van de gemene buitenwereld en, heel belangrijk, hoe we ons leven in moeten richten met het oog op een succesvolle voortplanting.

Een blad als KIJK is een typisch menselijk verschijnsel waarin volwassen ouders een manier zoeken om hun kennis van de wereld over te dragen op hun kinderen – (die vijfentwintig jaar later hun eigen kinderen ook weer een abonnement op KIJK cadeau zullen doen). In een eerdere column haalde ik het boek De parende geest van de psycholoog Geoffrey Miller aan, waarin wordt gesteld dat onze ontwikkelde geest voor mensen is wat de staart voor pauwen is namelijk een seksueel uithangbord. Een fraaie staart is een manier voor een mannetjespauw om aan een vrouwtjespauw te laten zien dat zijn genen perfect in staat zijn sterk nageslacht voort te brengen.

Laatste tip

Welnu, voor mensen is de mate waarin wij kennis hebben over de wereld een zeer belangrijk middel in het overlevings- en voortplantingsgevecht. Met andere woorden: hoe meer je weet, hoe beter je de wereld aankunt, hoe (seksueel) aantrekkelijker je bent. Laat dat een les zijn. Maar bij kinderen komt er een moment dat ze genoeg weten om de wereld in te gaan. Lammetjes blijven kort bij hun moeder, mensenkinderen een jaar of negentien. Natuurlijk gaat de scholing dan nog een paar jaar verder, maar op een gegeven moment moeten jongvolwassenen op eigen benen staan. Dat moment is nu voor de vaste lezers van deze column aangebroken. Ik heb geprobeerd jullie de kennis over te brengen die ik zelf geleerd en gelezen heb, maar nu zullen jullie zelf verder moeten. Neurie nog een keer dat melancholische nummer van Frank Boeijen (Zeg me dat het niet zo is… zeg me dat nieeet zoooo is… ). Het is wel zo. Ik stop ermee. Omne animal post coitum triste; dit was mijn laatste column. Ik vond het heel bevredigend voor jullie te mogen schrijven.

Laatste tip: veel leren, lezers van KIJK, daar worden jullie sexy van!