Keukenkroonprinsje

Verscheen op 14 juni 2008 in Volkskrant Magazine

Fotografie: Arjan Benning

In huize Giphart is ook een keukenprins junior te bewonderen.

Toen mijn oudste zoon 8 was, moest hij van zijn juffrouw eens zijn lievelingskostje omschrijven: gevulde koolbladeren, ‘Dat maak je van varken of koe en koolbladeren’, schreef mijn zoon en hij gaf de juf zelfs een recept: ‘Je maakt van de koe of het varken een bal. En die leg je in de pan. Maar daar voor moet je de koolbladeren om de bal wikelen. En dan leg je ze in de pan. En dan heb je een heel heel leker geregt.’

Het zat er bij hem al jong in, maar hij is dan ook vernoemd naar een gerecht. Hij heet Broos, een verbastering van Ambrosius, vernoemd naar ambrozijn, wat volgens de mythologie godenspijs betekent. Het woord zou afstammen van het Griekse ambrotos, oftewel onsterfelijk. Er is ook een beroemde heilige Ambrosius, die leefde in de 4de eeuw. Volgens de legende streek er, toen de kleine Ambrosius nog in de wieg lag, een bijenzwerm op zijn lippen neer. Ik zou me persoonlijk het leplazerus schrikken, maar Ambrosius’ koelbloedige vader zag hierin een voorspelling dat zijn zoon een grote toekomst tegemoet kon zien.

Mijn zoon is inmiddels 10, en hij wil later voetbaljournalist, kunstenaar of kok worden. Dat laatste bedacht hij vorig jaar na een bezoek aan het Utrechtse restaurant Wilheminapark, waar hij en zijn zus in de keuken zelf een nagerecht mochten maken. In Franse chique restaurants heet dat encourager les jeunes gastronomes, een gewoonte die ze bij Wilhelminapark hebben overgenomen.

Vanmorgen gaf Broos mijn vrouw bij het ontbijt een boodschappenlijstje en hij kondigde trots aan dat hij vanavond voor eerst helemaal zelfstandig een driegangenmaaltijd zou bereiden. Op zijn briefje stonden ingrediënten als ‘beken’ (bacon), ‘een zak slalade’ en ‘1 goed himeur’ (oftewel een goed humeur). Met dat laatste doelde hij op zijn eerdere kookexperimenten en met name op onze reactie toen we na de maaltijd de keuken ontdekten. ‘Net als jij heeft hij álle pannen, álle borden en ál het bestek nodig om één simpele omelet te bakken’, zei mijn vrouw destijds.

Mijn zoons menu begon vanavond met een paprikapoederpannekoek gevuld met avocademousse. Oké, de misschien wat te dikke pannekoeken smaakten meer dan duidelijk naar paprikapoeder, maar toch: een fraai gerecht. Als hoofdschotel kregen we een pastei gevuld met draadjesvlees en aardappels, en als toetje een gepocheerd ei met bacon. Op www.foodtube.nl had Broos namelijk gezien hoe zelfs een 10-jarige een ei kan pocheren.

Heilig zal het keukenkroonprinsje niet worden, maar zijn vader is wel apetrots.