Kleur

Uit hockey.nl nr 6, februari 2009

Het opvallende aan vakantie in het buitenland is het ontbreken van Hollandse dagelijkse beslommeringen. Afwezig in ons verlaten gebied in Normandië is bijvoorbeeld de allesoverheersende islam problematiek die Nederland bezighoudt. Hier geen agressief gorgelende baarden. Geen haataanwakkerende politici met xenofobe generalisaties. Geen polderjihad tegen mensen die het woord ‘geitenneuker’ gebruiken (zou dat in het Frans un baiseur de chèvre zijn?). Het lijkt soms wel of alle geledingen van de
Nederlandse samenleving zich de afgelopen jaren hebben beziggehouden met Marokkanen, islamisering, allochtonenquota, moslimterreur en boerkaverboden. Kranten staan er bol van, actualiteitenprogramma’s berichten dagelijks, in de Tweede Kamer probeert iedereen elkaar manhaftig te overschreeuwen.

Alle geledingen? Nee, er is één plaats waar deze zaken niet lijken te spelen: het hockeyveld. Misschien heb ik de verkeerde opticien, maar ik zie bij de clubs waar ik uit speel en de teams die langskomen voornamelijk bleke types. Het lijkt alsof de hockeywereld wat dat betreft is blijven hangen in de benepen jaren voor de intocht van de zogenoemde gastarbeiders (zoals allochtonen vroeger heetten). Incidenteel wandelt in het verenigingshuis eens iemand langs met een kleurtje op wangen en leden, maar dat zijn vaak
adoptiefjes (zoals een geadopteerde jongen bij ons op school zichzelf noemde) of ingevlogen Pakistaanse huurlingen. Hockey lijkt een laatste bastion van autochtoonse sportbeoefening, en de vraag werpt zich op of dat wel zo gezond is.

Twee van mijn kinderen voetballen in competities die qua kleurpalet een redelijke afspiegeling lijken van de samenleving. Bij een gemiddelde voetbalwedstrijd wordt Sem verdedigd door Farida, speelt Dorinne de bal
door naar Ghalid, waarna Douglas scoort met een lenige omhaal. In een hockeyequivalent zou dit wedstrijdverslag klinken: Jan-Wolter (Liselore) wordt verdedigd door Huib (Elke), Mark Jan (Emma) pusht de bal naar Frederik (Floor), het lukt Ronald (Ronald) weer eens niet te tip-innen.

Onlangs las ik in de krant dat veel gemeenten een belastingpot hebben om kansarme allochtoonse jongeren te ondersteunen bij het vinden van een geschikte sport. Het blijkt dat kinderen van Marokkaanse of Turkse komaf moeite hebben om de contributie bijeen te schrapen of de stap naar een club te zetten, laat staan een hockeyclub. Mij lijkt het dat hockey wel wat kleur kan gebruiken en ik stel me voor hoe de sport er in de toekomst uit zou kunnen zien. Om een goede integratie van islamitische hockeyspelers te bevorderen wordt het toegestaan wedstrijden te onderbreken om naar oosten te bidden, een bidmatje is op kunstgras niet nodig. Uiteraard hoeven moslimscheidsrechters de aanvoersters geen hand te geven, maar daar staat tegenover dat imams die de hockeybal in hun baard verstoppen van het veld worden gestuurd. Hockeyen met een hoofddoek om wordt toegelaten, maar alleen keepsters mogen in boerka.