AD Magazine, 11 april 2017
Om deze foto’s te kunnen gebruiken, neem contact op met Shody Careman & @careman_fotografie
Het moet niet gekker worden. Of zoals die politicus met die geblondeerde knolraap op zijn hoofd zegt: ‘Het moet niet knettergekker worden’. Het Rotterdamse Museum Boijmans Van Beuningen heeft zich gelukkig niets van dit adagium aangetrokken en brengt tot 28 mei de idioot mooie, spannende, vrolijke, maffe, onstuimige, overweldigende expositie Gek van Surrealisme, met topwerken van onder anderen Magritte, Miró en opperhoofd Salvador Dalí.
Het surrealisme, voor wie het even kwijt is, is een kunststroming die begon in de jaren 20 van de vorige eeuw. De Eerste Wereldoorlog had met zijn gruwelen alle hoop op optimisme en beschaving ruw weggeslagen en in reactie hierop zochten kunstenaars hun vlucht in een wereld van dromen, fantasieën en vrolijke onzin – om in godsnaam toch nog enige greep op de weerbarstige werkelijkheid te houden.
Dit klinkt allemaal aardig, maar wat heeft dit met eten te maken? Welnu. Salvador Dalí gaf in 1973 zijn wereldberoemde kookboek Les Diners de Gala uit, een compleet wezenloos overzicht van de nog wezenlozere gerechten die hij en zijn muze Gala serveerden tijdens hun wezenlooste soirees, diners en feestjes. En wezenloos waren de extravagante uitspattingen van Dalí, die tijdens een maaltijd alles op zijn kop zette.
Er kwamen levende kikkers uit serveerschalen, gasten zaten met buitenissige maskers op, er liepen luipaarden rond (die mochten mee-eten van de borden) en de vele exotische gerechten werden geserveerd in satijnen schoenen of andere vreemde voorwerpen.
Dalí wilde als kind al kok worden, maar koos toch voor het schilderen. In zijn kookboek nam hij 136 zinderende gerechten op die vaak bizar overkomen (toffee met dennenappels, geroosterd varken met sint-jakobsschelpen). Sommige van zijn creaties waren geleend van beroemde chefs waar Dalí en Gala vaak aten.
Omdat de originele editie uit 1973 geheel was uitverkocht, kwam er eind volgend jaar een nieuwe editie op de markt. Speciaal voor Museum Boijmans hebben vier Rotterdamse topkoks (met in totaal zes Michelinsterren) zich door het overdonderende kookboek en de vibrerende eetfilosofie van Dalí laten inspireren voor een uitzinnig diner dat drie avonden lang in het museum wordt geserveerd (twee weken geleden was de eerste en er volgen nog edities op 18 april en 16 mei).
Om het niet gekker te maken heb ik voor vandaag een eenvoudig gerecht van Dalí uitgekozen dat surrealistisch klinkt, maar makkelijk is na te koken: karbonade met gesmolten uien (en die zijn een verwijzing naar Dalí’s beroemde gesmolten horloges).
Ingrediënten:
Voor dit recept zijn twee grote koekenpannen nodig. In de eerste gaan 2 el shortening (of 4 el boter). Laat op zacht vuur smelten. Roer de uien door het vet. Voeg suiker en wijnazijn toe, en laat op zacht vuur 40 minuten stoven met deksel op de pan. Voeg zout en peper toe. Laat in de andere pan 1 el shortening of 2 el boter smelten en bak de karbonades tot ze gaar zijn. Wederom goed zouten en peperen. Laat het eventuele vocht uit de uien lopen en serveer de karbonades op de gesmolten uien. Maak een koprol bij het uitserveren of doe iets anders geks.