Kookwekker

Kijk Magazine 2014, nummer 1

Op mijn progressieve basisschool hadden we een vak genaamd ‘discussiëren’. Dan werd de klas verdeeld in twee groepen die elkaar verbaal te lijf moesten over een bepaald onderwerp. Halverwege ging er soms een kookwekker af, waarna de leerringen het tegenovergestelde standpunt moesten verdedigen. Het leerde ons argumenten van tegenstanders voor te zijn.

Aan dit vak moest ik denken toen ik de voorbereiding deed voor dit stukje. Vorige maand kondigde ik aan te zullen schrijven over ‘homoseksualiteit bij dieren’. Aanvankelijk dacht ik dat er niet veel over het onderwerp viel te zeggen. Seksuele uitspattingen tussen leden van dezelfde sekse zijn bij onnoemlijk veel diersoorten gerapporteerd.

Sterker nog, grosso modo mogen we stellen dat bij alle diersoorten die seks hebben homoseksueel gedrag voorkomt. Van wormen tot schapen, van pinguïns tot gieren: dieren vinden het regelmatig aangenaam om met eigen seksegenoten te ravotten.

Maar is homoseksualiteit daarmee ‘natuurlijk’? Je zou zeggen van wel, maar niet iedereen vindt dat. Tijdens mijn zoektocht naar achtergronden vond ik veel (pseudo- )wetenschappelijke artikelen van strenggelovigen die het hebben over de homosexuality in animals-myth; de mythe dat dieren homoseksueel kunnen zijn. Godsdienstfanaten zien homoseksualiteit als een onnatuurlijke zonde.

Heerlijk hoe devote christenen (en moslims) openlijk anderen hun geluk en plezier misgunnen. Wanneer ik in de beslotenheid van mijn eigen slaapkamer graag het geslachtsdeel van een andere man in mijn hand, mond of anus zou willen nemen, vinden veel religieuzen dat ik hen eerst om de toestemming van hun godheid moet vragen.

En nu gaat er een kookwekker af. Een van de argumenten van gelovigen is dat het feit dat homoseksueel gedrag bij dieren voorkomt, niet per se betekent dat dieren ook homoseksueel zijn. Seksuele geaardheid is een menselijke uitvinding, die niet op insecten of andere niet-menselijke beesten kan worden geplakt.

Ander punt: veel mannetjesdieren die seks hebben met andere mannetjes (wellicht om de sociale hiërarchie binnen hun groep te bepalen) richten zich ‘stante penis’ op bevallige vrouwtjes zodra die langs komen huppelen.

Nog een tegenwerping: niet heel veel dieren kennen langdurige homoseksuele paarvorming. Homogedrag komt ontstellend vaak voor, maar ‘homoseksuele oriëntatie’ is onder dieren toch echt een uitzondering. Een ander christelijk argument is dat kindermoord, verkrachting en kannibalisme onder veel diersoorten gangbaar zijn, maar dat we nooit zullen aanvoeren dat het daarom ook voor mensen natuurlijk gedrag is.

Gelukkig gaat de kookwekker weer af. Ik ga nu direct argumenten formuleren om de religieuze anti-homostandpunten verbaal te lijf te gaan.