Het Parool, 6 oktober 1995
Boekrecensie: Christine Kraft: Een gevaarlijk soort voorjaar, Contact, ƒ 34,90
Grofweg zijn er twee soorten lezers: a) zij die het liefst over zichzelf in hun eigen omgeving lezen en b) zij die willen meegenomen worden naar werelden die ze niet kennen aan de hand van personages die hen vreemd zijn. Ikzelf hoor – als ik mezelf even heel contemplatief beschouw – tot de eerste groep, want ik ben eerlijk gezegd stiekem bovenal geïnteresseerd in de belevenissen van min of meer leeftijdgenoten in min of meer de jaren tachtig of negentig in min of meer het westelijk deel van het noordelijk halfrond (zeg maar Utrecht). Wat ik met deze nogal overbodige inleiding wil zeggen is dat de wereld die geschetst wordt in Een gevaarlijk soort voorjaar, de nieuwe roman van Christine Kraft, redelijk ver van mijn bed staat.
Hoofdpersoon van dat boek is Olga, een kunsthysterica van middelbare leeftijd die ergens in een buitenwijk twee puberkinderen opvoedt, een ingekakt huwelijk met haar man Philip in stand houdt en met Cindy, een vriendin die ze eigenlijk niet mag, over seksuele fantasieën borrelt. Laatst hoorde ik bij Hanneke Groenteman een aantal vrouwelijke filmregisseurs discussiëren over hèt fascinerende onderwerp: is er een verschil in vrouwelijke en mannelijke films? Mannen willen actie, terwijl vrouwen veel meer psychologiseren, was een van de opvallende conclusies van Groentemans panel, waarbij gesteld werd dat vrouwen daarbij veel meer aandacht besteden aan aardse dingen, eten, vrijen en naspel.
Dit lijkt gedeeltelijk ook toepasbaar op Een gevaarlijk soort voorjaar, waarin aanvankelijk niet zo veel gebeurt, maar des te meer wordt nagedacht over de wereld, de kinderen, de opa’s en oma’s en het verleden. Dit levert passages op als deze, waar Olga haar leven overdenkt: “Houdt ze dan niet van Philip en de kinderen? Vanzelf, met duizend draden zit ze aan hen vast; hoogstens is er het terneerdrukkende besef hoe elke keus je beperkt in andere mogelijkheden (…). Wel kinderen betekent verhuizen, het interessante werk dat je eindelijk had gevonden opgeven en in godsnaam maar een part-time baantje in het onderwijs aannemen, want de kinderen, voor wie je het allemaal gedaan hebt, gaan over een paar jaar toch de deur uit en dan zit je ook nog met het lege nestsyndroom.”
Driekwart boek lang is Een gevaarlijk soort voorjaar een slap soort sherrylectuur voor meisjes op leeftijd (‘haar spaartegoed slonk sneller dan voorzien in een stad boordevol boetiekjes die uitpuilden van de leuke kleren’). Het verhaal kabbelt voornamelijk voort over Olga, die zich door haar huidige leven gefnuikt voelt en haar kunstzinnige verlangens moet wegstoppen. Een even slaapverwekkend als potsierlijk citaat: “De laatste tijd – sinds hoe lang? – was haar belangstelling voor Vermeer echter gestaag toegenomen (…). Vermeers bijzondere aanpak van het genrestuk dat, met behoud van de traditionele symbolen, zon introverte uitwerking kreeg, mede dank zij zijn weergaloze coloriet – of de verkleuring ervan? De ingetogen gelen en blauwen, zon streling voor het hedendaagse oog en zo perfect nagebootst door Van Meegeren.”
Naast het verhaal van Olga vertelt Christine Kraft ook over het bijna bouquettereeks-achtige leven van Cindy, een aan welvaart gewende kloeke boerendochter, die eerst anorexia kreeg (tegenvaller) maar daardoor zo knap werd dat ze modelwerk kon gaan doen (meevaller). Het ging Cindy voor de wind, want na met haar beperkte acteervermogens te hebben gespeeld in een soapserie, kreeg ze landelijke bekendheid en, wat ze altijd al wilde, een goede huwelijk met een rijke man.
Over de vriendschap tussen Olga en Cindy, of meer over het gebrek eraan, gaat Een gevaarlijk soort voorjaar. Na een avondje manzanilla slempen bij Cindy namelijk rijdt Olga een stokoude mevrouw uit de buurt dood (een mevrouw die overigens al eerder in het boek geïntroduceerd was, waardoor je als lezer wel kon vermoeden dat er iets vreselijks met haar zou gebeuren). Olga geeft het ongeluk niet aan bij de politie, maar rijdt na te zijn uitgestapt in verwarde toestand naar huis. Deze actie doet, als ik het even vanuit een mannelijk perspectief mag bekijken, het boek veel goed: eindelijk gebeurt er eens wat. Eenmaal thuis belt Olga haar zogenaamde vriendin, en dan ontstaat er een intrigerend spel van schuld, verraad en medeplichtigheid. Als Olga tijdens het ongeluk ook nog eens bespied blijkt te zijn door een jong meisje uit de buurt en als dit meisje zich prompt in het verhaal begint te mengen, wordt Een gevaarlijk soort voorjaar zowaar nog even bijna echt lezenswaardig.