Algemeen Dagblad, 13 september 2005
Wat? Wat zeg je precies? Hé, stond je al de hele tijd achter me? Ik ben een stukje aan het schrijven over jou.
Gisteren een paginagroot artikel over een meisje dat op de Paravisiebeurs ‘via magnetisme’ lepels en vorken aan haar lichaam kon laten plakken. Ze keek erbij alsof er tegelijkertijd bij haar vanonder ook twee metalen pollepels waren binnengebracht.
Zonder enige kritische noot van de journalist mocht het meisje vertellen dat ze met haar magnetische gave ook mensen en dieren geneest.
Wat zegje? Oplichterij? Natuurlijk, dat weten jij en ik, en de Nederlandse Wet, die al in 1865 de uitoefening van magnetiseurs en handopleggers verbood als geneeskunst.
Op de pagina daarnaast stond jij, althans het bronzen beeld dat van je is gemaakt. Je moeder was erbij, en ook Jomanda.
Wat zegje?
Jazeker, Jomanda hield een toespraak, ze beweerde zelfs dat jij op dat moment naast haar stond. Dat zei ze. Je stond naast haar en vertelde dat je helemaal geen uitgewoekerd kankergezwel had gehad, maar een bacteriële infectie.
De mensen applaudisseerden voor Jomanda. Nee, dat verzin ik niet.
Hoezo maakt je dat kwaad? Wat zeg je? Dat je hoopt dat Jomanda getroffen wordt door hersenkanker en zal moeten toegeven dat ze niet in staat is ook maar iemand te genezen?
Wacht, ik straal het meteen even door, Sylvia.