Kijk Magazine 2011, nummer 2
Nu houd ik erover op. Ik heb het onderwerp een paar keer in korte tijd behandeld en nu ben ik er echt klaar mee… Vooruit, nog één keer dan: masturbatie. Allereerst dank voor alle wetenswaardigheden, aanvullingen, scheldpartijen en vreemde voorstellen die de lezers van KIJK mij de afgelopen tijd hebben gestuurd. Blijkbaar heb ik de tongen losgemaakt, want mijn mailbox liep vol en van Twitter begreep ik dat ik alleen maar wilde provoceren. Provoceren? Ik schrijf slechts feiten over. Het lijkt er namelijk op dat ‘auto-erotiek’ (zoals sommige wetenschappers het noemen als dieren ejaculeren met behulp van voorwerpen of hun eigen lichaamsdelen) in de evolutie een dusdanig belangrijke rol heeft gespeeld, dat veel soorten zonder deze lichaamstraining allang waren uitgestorven of er zelfs helemaal niet waren geweest. Dat lijkt me belangrijk genoeg om het er weleens over te hebben.
Masturbatie komt in de dierenwereld zo vaak voor dat biologen denken dat het een adaptieve functie heeft: dat het ervoor zorgt dat een dier kan overleven en zichzelf kan voortplanten. De gedachte is dat dieren die hun zaad en seksuele energie regelmatig verspillen, een evolutionair voordeel hebben boven dieren die dat niet doen. De diertjes die speelden met hun genitaliën kregen meer nageslacht dan de diertjes die dat niet deden, en dus wonnen zij de biologische rat race. De kans is groot dat dit klopt. Om te beginnen masturberen ontzettend veel dieren: alle apen doen het, honden ook, poezen, leeuwen, beren, olifanten, walrussen, vogels, paarden (ik heb verhalen gelezen over merries die tijdens hun vruchtbare periode met hun edele paardendelen tegen zo’n beetje alles wrijven wat maar lekker stevig is).
Daarbij onderscheiden we twee typen masturbatie: met en zonder een happy end (lees: ejaculatie). Masturbatie zonder komt bij veel soorten het hele jaar voor, geëjaculeerd wordt er vaak alleen tijdens het paarseizoen. Blijft de vraag… waarom? Behalve dat het blijkbaar aangenaam tijdverdrijf is, zijn er vier wetenschappelijke theorieën, die ik zonder te willen provoceren door zal nemen.
Zo zou de kwaliteit van sperma verbeteren door masturbatie. Oude zaadjes die bijna aan de uiterste houdbaarheidsdatum zijn, worden letterlijk uit de voorraadkast gerukt. Weg ermee! Alleen vers zaad is goed genoeg voor de consument (het vrouwtje dat moet worden bevrucht).
Masturbatie zou een vorm van reclame zijn, zoals de veren van een pauw: “Kijk, ik heb sterke genen, want ik kan het me veroorloven deze belachelijke, overbodige verentooi in stand te houden.” Hetzelfde zou gelden voor masturbatie: “Kijk, ik heb sterke genen, want ik kan het me veroorloven om mijn zaad te verkwisten.”
Ook zijn er veel dieren die masturberen nadat ze met een vrouwtje hebben gepaard. Klinkt vreemd, maar de theorie is dat dit een signaal is aan andere vrouwtjes dat er net een bevruchting heeft plaatsgevonden. Veel vrouwtjes vallen liever op mannetjes die zichzelf al hebben bewezen dan op eenzame kerels.
Tot slot zou masturbatie een hygiënisch effect hebben: het spuit als het ware de leidingen schoon. Mannetjes die regelmatig masturberen, hebben een minder grote kans om een seksueel overdraagbare ziekte op te lopen dan mannetjes die niet de hand aan zichzelf slaan.
Maar goed, dit was voorlopig mijn laatste column over dit onderwerp. De volgende keer zal ik ingaan op de vraag wat het evolutionaire voordeel zou kunnen zijn van anale seks. En echt niet om te provoceren!