Maurice

De Volkskrant, 12 juni 2008

We voelen ons hier als Bril in Frankrijk. Dit is ons gebied, de driehoek tussen Fécamp, Cany-Barville en St. Valery-en-Caux. Het land glooit, maar niet overdreven, de velden zijn groen en beplant met vlas, aardappels, maïs, graan en koolzaad. De imposante krijtrotsen zijn van een louterende schoonheid. Noord-Normandië is Frankrijk op zijn rustigst. Een streek zonder toeristische aanstellerij en gespeend van potsierlijke grandeur, maar met een mooie culinaire traditie. En het ligt op vijf uur rijden van Nederland, in het geval de heimwee toeslaat. Alleen al het lezen van de naambordjes van de plaatsjes in de omgeving is voor mijn kinderen een bron van vakantiepret. Cany-Barville wordt ‘kannie bar veel’, Conteville Kontdorp, Malleville stadje voor gekken, Sotteville Zottendorp, Bolleville plaats voor bollies.

Gistermorgen ben ik naar onze oude camping gereden, op tien minuten van ons huidige vakantiehuis, zogenaamd om brood te halen in de campingwinkel. De camping heet Les 3 Plages, wat een misleidende naam is, want voor het dichtstbijzijnde keistrandje – bij het plaatsje Les Grandes Dalles – moet je vijfentwintig minuten lopen. Les 3 Plages ligt in het oeroude Gallische dorpje Sassetot-le-Mauconduit. Ik heb mij eens door een Nederlandse campinggast laten wijsmaken dat Sassetot-le-Mauconduit slaat op een of andere ‘misdragende Saks’ over wie niets meer bekend is dan dat het dorp naar hem is vernoemd. Er zijn in de buurt van Fécamp veel plaatsen die het achtervoegsel le Mauconduit dragen. Blijkbaar is het ooit een erg opstandig gebied geweest. Of die gast heeft me iets op de mouw gespeld en le Mauconduit betekent helemaal niet ‘de slecht gemanierde’. Volgens mijn reiswoordenboek kan conduit ook rookkanaal, luchtweg, toevoerpijp of zelfs urinebuis betekenen. Hebben we wellicht jarenlang gekampeerd in een plaats genaamd De Astmatische Saks. De Verstopte Saks. De Incontinente Saks.

Mijn vrouw komt al sinds haar jonge jeugd in Les 3 Plages en ze heeft de hele ontwikkeling meegemaakt van ruig trekkersveld tot rustige familiecamping. Gisteren maakte het terrein nog een lege indruk. Ik kwam aanrijden op een plek waar ik alles bij elkaar een half jaar van mijn leven heb doorgebracht (ik kom er sinds 1996). Ik werd verwelkomd door Marie, de vriendin van Maurice, eigenaar van Les 3 Plages. Vaak heb ik met Marie en Maurice gepraat; zij in een Frans dat ik niet verstond, ik in een Frans dat zij niet begrepen.

Vroeger werd de camping geleid door Maurice’ moeder, een krijtrots van een vrouw, die bijna geen tanden had en net zoveel haren. Maurice’ moeder leek altijd woedend: op vakantiegangers, op Maurice. Zuchtend schreef ze campinggasten in, zuchtend verkocht ze spulletjes uit de winkel en altijd stond Maurice naast haar, als een petit con de l’eau des roses. Het jaar dat ze overleed liep Maurice doelloos over het terrein, voortdurend met tranen in zijn ogen.

Hoewel Les 3 Plages altijd veel vakantiegasten trok, ontwikkelde Maurice metterjaren een ongelukkige hand van ondernemen. Hij legde eigenhandig een midgetgolfbaan aan, met veel te scherpe hoeken en onmogelijke trajecten (de baan werd nooit gebruikt). Hij begon een snackservice, bouwde een keuken, kocht een heuse koksbroek, maar kwam er snel achter dat hij eigenlijk niet kon koken (niemand bestelde ooit iets bij hem). En steeds werd zijn blik treuriger. De laatste jaren werd het rustiger op de camping, de drukte van weleer leek voorbij. Vorig jaar stonden er op hoogtijdagen maar een paar tenten van trekkers. Ik voelde me een verrader, want ook wij hadden ons heil elders gezocht.

‘Ou est Maurice?’ vroeg ik gisteren aan Marie. Ze keek me zuchtend aan en gaf een antwoord dat ik niet verstond.