De Volkskrant, 28 juli 2011
Voor de Volkskrant van eergisteren stuurde ik vanuit de binnenlanden van Zweden een stuk over de Noorweegse aanslagen. Helaas kwam die column ten burelen van de redactie per abuis in een verkeerde bak met een verkeerd label in een verkeerde digitale uithoek, waardoor er noodgedwongen een klaarliggend vervangstuk moest worden geplaatst. Dat soort dingen gebeuren.
Toch voel ik nog steeds de behoefte om vanuit Zweden bericht te doen van de sfeer in het land. Ook hier leeft men bijzonder mee met de ontredderde Noorse buren. De kranten berichten over niets anders en in het dorp waar we inmiddels zijn, Hede in het gebied Härjedalen, werd deze week een minuut stilte gehouden voor de slachtoffers.
‘De vrijdag van Oslo’ miezerde het in het deel van Zweden waar wij toen verbleven, het stadje Leksand aan het Siljan-meer. In de kleine huiskamer van onze stugar, de typisch Zweedse trekkershutten die hier overal staan, luisterden we op de Wereldomroep naar de alles bepalende aanval van Contador in de Tour de France.
Halverwege de uitzending kwam er een bericht over ‘een mogelijke aanslag op de Noorse minister-president’. Het vreemde bij dit soort tijdingen is dat je intuïtief voelt wanneer het menens is. Dit was menens. Toevallig zaten we tegenover een hut waar net een Noors gezin was aangekomen. Ik vertelde de man wat ik zojuist had gehoord, waarna hij geschrokken direct ging bellen.
Onze stugar bezat een kleine televisie. Een van de Zweedse kanalen had de berichtgeving van de Noorse staatszender NRK overgenomen, met de kop ‘Direktsänder med anledning av explosionema i Oslo’. Hoewel we nauwelijks iets konden verstaan, hadden we niet het gevoel dat ons veel ontging. Beelden die geen woorden nodig hadden, hoewel er veel werd gepraat. Er schoven deskundigen aan om te praten over ’terror’ en er verscheen langdurig het bericht ‘pårørende kan ringe 23015144’. Beelden van een suite die vol zat met journalisten, die – begreep ik – hun gebouw hadden moeten verlaten en waren uitgeweken naar een hotel.
De woorden ‘Al Qaida’ en ‘islam’ vielen voortdurend. Alles leek te wijzen op een gecoördineerde terreuractie van extreme moslims. In Oslo stond het leger paraat, want men vreesde meerderde aanslagen: de aanval op Noordwest-Europa was begonnen.
Leksand ligt op een kwart tank rijden van Oslo, met de Noorse televisie live op het scherm en een overspannen Noorse vakantiebuurman kwam de terror plotseling erg dichtbij. We zeiden tegen elkaar: had dit ook Nederland kunnen treffen? Wat als dit Den Haag was? Hoeveel zetels gaat dit extreem-rechts in Europa weer opleveren?
Uit de berichtgeving op de Zweedse televisie (de zin ‘explosionerna i Oslo’ werd halverwege de avond vervangen door ‘attentaten i Oslo’) maakten we op dat er een verdachte zou zijn gearresteerd. Er werd een incident gemeld op een eiland nabij de hoofdstad, waar een man op een jeugdkamp zich zou hebben uitgegeven voor politiefunctionaris. Er zouden twee doden zijn gevallen. Zuchtend zetten we de tv uit, en meteen ook maar de Wereldomroep, die ter zake doende items uitzond over de Avondvierdaagse en het afscheid van Johnny Kraaijkamp sr. Aan de overkant bleef onze Noorse overbuurman nog urenlang aan de buis gekluisterd. Waarschijnlijk hoorde hij toen al wat ons pas veel later zou verbijsteren