Ronald Giphart OpSmaak UFS Unilever Food Solutions september 2015

Nachtkijkers

OpSmaak magazine, september 2015

Ja, ik heb gejaagd. Mijn dit jaar verschenen roman Harem speelt zich in Zweden af, waar veel meer gejaagd wordt dan hier. Mijn hoofdpersoon is een fotograaf die constant op jacht is naar beelden en beesten. Omdat ik zelf nooit achter dieren ben aangegaan en ik ook geen idee had hoe dat eraan toe ging, vroeg ik Jan Jacob – een vriend van wie ik wist dat hij in Duitsland met andere vrienden een jachtterrein had – of hij mij wilde helpen met research.

En dus nam hij me mee naar zijn jachthut in Limbach, in de wouden onder Frankfurt. Aanvankelijk was ik terughoudend, want het idee om argeloze dieren te doden stond me tegen, maar al snel merkte ik dat Jan Jacob een nobele jager was, wat in vaktermen een crack heet. Ik noem hem altijd een halve vegetariër, omdat hij nooit vlees eet waarvan hij de herkomst niet kent. Jan Jacob zal nooit een schot zetten als hij niet zeker weet dat het dodelijk is, want niets is wreder dan een beest niet direct uit zijn lijden te verlossen.

Inmiddels ben ik er twee keer geweest, in Limbach. Niet dat ik ondertussen een kenner ben of dat ik eraan denk zelf te gaan jagen, al heb ik een beeld hoe het er tijdens de jacht aan toegaat. De spanning van het achtervolgen. Het onderzoeken van haarplukken en braakballen die verscholen liggen in het woud. Afdrukken van zool kussens op het pad. Het bekijken van worst- of cilindervormige keutels. En jagen is vooral wachten. En wachten. En nog meer wachten. Als boeddhisten geen vegetariërs waren zouden ze makkelijk nachten lang zwijgend in een hoogkijker op voorbijtrekkende everzwijnen kunnen wachten.

De beste herinneringen – naast het wachten – bewaar ik aan de maaltijden die Jan Jacob in zijn donkerbruine rokerige jachthut bereidde op een oude houtkachel. In een zware gietijzeren pan braadde hij een groot stuk herten biefstuk, waarna hij het vlees liet rusten en bospaddenstoeIen bakte in het kookvocht. De saus monteerde hij met een blauwschimmelkaas en juist enkel die drie ingrediënten (hert, bospaddenstoelen en blauwschimmel) vormden een even eenvoudig als gastronomisch hoogtepunt. Culinaire wet: het rijke zit altijd in de beperking.

In het najaar ga ik weer met Jan Jacob mee, om voor een derde keer ’s nachts in een van zijn kansels te wachten op everzwijnen. Bij geritsel zullen we door onze nachtkijkers turen. Misschien dat het er deze keer van komt dat hij daadwerkelijk een schot zal zetten, want dat is het enige dat nog aan mijn research ontbreekt: Jan Jacob heeft nog niet één keer geschoten tijdens mijn bezoek. Ik denk dat ik de enige jager ben die nog nooit daadwerkelijk echt heeft gejaagd.