Neuken

De Volkskrant, 5 november 2011

Een lezing over Remco Camperts boek Het leven is vurrukkulluk bracht me naar Nijmegen. Om de files te vermijden kwam ik ’s middags al aan. Er zat niets anders op dan een terras te zoeken en in de zon te gaan zitten, met een paar lome lege uren in het vooruitzicht. Ik kwam terecht bij een uitspanning genaamd Camelot, dat er volgens een bord op de pui al zit sinds 1615. Bijna vierhonderd jaar wordt er op deze plek gedronken.

Ik zal niet ontkennen dat ik door Nijmegen was gelopen en zelfs bij Camelot was gaan zitten in de hoop op een onderwerp. Soms bellen onderwerpen aan, soms sturen ze brieven, soms jengelen ze, soms staan ze in de krant of dringen ze zich op via de televisie. Mijn onderwerp kwam buiten op het terras opgewekt een shagje roken. Twee lange jongens van amper 20, Boelie en Mees anno 2011 (voor wie de campagne Nederland Leest niet heeft gevolgd: dit zijn de hoofdpersonen van Camperts boek). Studenten waarschijnlijk. Ze gingen prettig alternatief gekleed; het was alsof ik naar twee postpunkers uit mijn eigen jongtijd keek.

Omwille van de herkenbaarheid zal ik een paar uiterlijkheden veranderen, omdat ik mijn onderwerp niet wil verraden of anderszins in ongemakkelijke omstandigheden brengen. Een van de jongens droeg een petje met een manga-opdruk en de andere had een T-shirt met een doodshoofd.

‘Weet je waar ik nu ongelooflijk veel zin in heb?’, vroeg een van hen, niet heel luid, maar wel zo hard dat ik het een tafel verderop gemakkelijk kon horen.

‘Neuken’, zei de ander, niet eens als antwoord, maar als een bevestiging van een verlangen dat ook bij hem blijkbaar leefde. Ze spraken het woord uit alsof het om een kop Cup-a-Soup ging. Het was net vier uur in de middag, de jongens hadden er zin in, duidelijk.

‘Misschien is het een beetje te koud om te neuken’, zei de jongen die net nog had beweerd dat hij zo’n ongelooflijke zin had. Het was 15 graden, niet bijster warm, maar alleszins een prima temperatuur om de daad bij het woord te voegen. En daarbij: waar zou het neuken moeten gaan plaatsvinden? Toch niet op het terras, bedacht ik.

‘Weet je wat het beste is?’, zei de jongen met het doodshoofd uit het niets. ‘Als jij dronken bent en zij stoned.’

De ander beaamde dit direct en vulde aan: ‘Maar andersom is ook goed.’

‘Het is pas echt een mooie dag als ze dronken is én stoned én ze zichzelf aanbiedt’

‘Jah, dan beleef je echt iets’, zei de ander, en ik kreeg zo langzamerhand de indruk dat de combinatie alcohol en marihuana de beide jongens een beetje parten speelde. Toen hun shagje op was gingen zij Camelot weer binnen, om vrij snel daarna het café opnieuw te verlaten, geflankeerd door drie lange blonde meisjes, of nee, laat ik er omwille van de herkenbaarheid vier van maken. De meisjes staken allen een sigaret op. Zo stoer als de Boelie en Mees après la littérature een paar minuten daarvoor nog oogden, zo volgzaam waren ze nu. Gedwee volgden ze de meisjes. Toen mijn onderwerp uit het zicht van het terras was verdwenen, dacht ik monter aan de titel van Camperts boek.