Nieuwe files

Utrechts Nieuwsblad, 6 september 1994

Geleidelijk aan of schoksgewijs, dat zijn volgens de wetenschap de twee manieren waarop systemen kunnen veranderen. Ook de Nederlandse literatuur evolueert op beide manieren. De literatuur is een snelweg, als u het mij toestaat ook eens een poeticaal beeld te gebruiken: een snelweg waarop hier en daar en af en toe en nu en dan files ontstaan. In die files staan wachtende schrijvers, die elkaar eens bemoedigend toetoeteren, die eens uitstappen en een praatje maken, die vriendschappen sluiten en die zelfs tijdschriften en strominkjes oprichten.

Deze files zullen zich een tijdje blijven vormen. Waar sommige schrijvers zich van voren uit de file losmaken, sluiten andere zich er vanachter bij aan, tot de file uiteindelijk na een paar jaar geheel oplost, ieder zijns weegs gaat en de tijdschriftjes en strominkjes worden opgeheven. (Ik moet er eerlijk bijzeggen dat ik deze metafoor heb gejat van Julio Cortazar, die in zijn prachtige verhaal ‘De zuidelijke autosnelweg’ een file gebruikt als beeld voor het leven).

De Nederlandse literatuur, die de afgelopen jaren een vrij constant verkeersoverzicht kende, heeft er in precies een week twee files bij gekregen: Zoetermeer en Hard Gras, zeg maar een geleidelijke opstopping en één met een knal.

De jonge schrijver Rob van Erkelens (nou ja ‘jong’, je bent in deze literatuur nog jong op een leeftijd waarop mensen in de vroege Middeleeuwen gemiddeld stierven) stelde afgelopen zaterdag in deze krant dat ‘er wat rommelt in de Nederlandse letteren’. Wat er precies rommelde was hem niet duidelijk (mij overigens ook niet), maar dat er langzaam dingen aan het veranderen zijn, is evident. Er staan een aantal ‘jonge schrijvers’ in een file ergens bij Zoetermeer, en die jongelui hebben een podiumpje getimmerd om elkaar wat voor te lezen. Of hun file van enig formaat zal zijn, valt nog niet te zeggen, al hoopt Van Erkelens (met mij erbij) vurig dat het podiumpje in de komende jaren zal uitgroeien tot een stadion. Een klein succesje heeft het nieuwe literaire tijdschrift al gehaald: het blad was nog niet verschenen of Staatssecretaris Nuis van de ‘C’ in OCW, besloot erg vooruitziend met zijn ambtenaren te verhuizen naar… Zoetermeer.

Waar de file bij Zoetermeer geleidelijk groeit, ontstond de file die Hard Gras heet met een abrupte klap. Vorige week donderdag werd het blad plotseling gepresenteerd in de met lappen zacht gras gedecoreerde Amsterdamse boekwinkel Atheneum; vanaf afgelopen zaterdag ligt het in achtduizend exemplaren in de winkels. Ik denk dat Hard Gras het opmerkelijkste literaire tijdschrift is van de afgelopen decennia, misschien wel uniek in de wereld: het blad is namelijk bedoeld voor voetballiefhebbers die ook van lezen houden, en literatuurliefhebbers die ook van voetbal houden.

De ‘founding father’ van Hard Gras is de Engelse schrijver Nick Hornby, die er al jaren openlijk voor uitkomt dat zijn grote liefde ligt bij voetbal, te weten bij Arsenal. Toen journalist Matthijs van Nieuwkerk (chef kunst van Het Parool) en televisiemaker Henk Spaan (van het Veronica-programma Nieuwe Koeien) vorig jaar Hornby’s boek ‘My favourite Year’ lazen, waren ze stante pede verkocht. Literatuur en voetbal, besloten ze impulsief, een prachtige combinatie voor een tijdschrift! Ze benaderden de Nederlandse uitgever van Hornby, belden een paar schrijvers (o.a. Herman Koch, August Willemsen, Jan Kal en intellectueel Henk Pröpper, vroegen vormgevers en tekenaars (o.a. Gerrit de Jager), en kwamen erachter dat iedereen uitbundig ‘ja!’ riep nog voor ze hun openingszin hadden afgemaakt. Ook ik heb mijn medewerking toegezegd, misschien geholpen door de mededeling van Spaan & Van Nieuwkerk dat ik op kosten van Hard Gras het Wereldkampioenschap in Amerika mocht gaan volgen. “Nou ja, dat moet dan maar”, zei ik zuchtend, waarna ik me een maand later in Orlando aan de rand van het zwembad lag te verheugen over mijn liefde voor voetbal. Hard Gras is natuurlijk een vreemde eend in de literaire bijt, en niet alleen omdat het zo’n leuk blad is.

Prachtig is bijvoorbeeld het verhaal van Jiskefets Herman Koch over een keihard gangpad-treffen tussen zijn zwager en diens vijfjarige neefje. Als het neefje na drie dagen nog met zijn been trekt en mensen willen wèten hoe dit komt, antwoordt Kochs zwager: “Ik had geen keus. Als hij was doorgebroken, was het een goal geweest”. Kijk, dit zijn verhalen die noch in literaire, noch in sporttijdschriften staan. Hard Gras heeft zijn bestaansrecht nu al bewezen; wat mij betreft mag deze file lang blijven staan.