Obesitasnood

De Volkskrant, 8 november 2011

Onlangs hoorde ik iemand beweren dat wereldwijd het aantal mensen met obesitas het aantal mensen met honger overstijgt. Dat we dat nog mogen meemaken, er is dus toch vooruitgang! De dag dat ik dit hoorde moest ik op pad om voor te lezen. Meestal eet ik voorafgaand aan een lezing bij een plaatselijk Chinees restaurant, niet omdat ik zo gesteld ben op de Nederlands-Chinese keuken, maar omdat er bij zulke uitspanningen snel wordt bediend en ik anoniem kan opgaan in de clientèle van voornamelijk gescheiden mannen.

Het dorp waar ik moest zijn, beschikte niet over een Chinees, maar wel over een zogenaamd wokrestaurant. Mijn associatie hierbij was een vreetschuur waar grote groepen aangeschoten werknemers zich tijdens personeelsfeesten te buiten gaan aan liederlijkheden. Dat er ook door argeloze voorbijgangers kon worden gegeten wist ik niet.

Bij ontstentenis van een ouderwetse Hollandse Chinees-Indonesiër besloot ik een wok te wagen. Het restaurant bleek net zo uitgestorven als normale Chinezen, maar de formule was geheel anders. Voor € 22,95 mocht ik twee uur lang onbeperkt eten en drinken. Er was een voorgerechtenbuffet en een vitrine met producten die konden worden gewokt in een open keuken (keuze uit 7 sauzen!).

Een serveerster bracht me buigend een glas water. Onbeperkt water, daar zouden ze zich geen buil aan vallen. Toen de vrouw zich oprichtte zag ik heel kort een vermoeide blik in haar ogen. Op dat moment kwamen er namelijk vier mensen het restaurant binnen: een vader, een moeder en twee zoons. De serveerster perste een glimlach om haar mond en begroette hen vriendelijk. Het was duidelijk niet de eerste keer dat het gezin bij haar kwam eten.

De korte blik van de vrouw begreep ik goed. De gasten waren dik, heel erg dik. Om ingezonden brieven voor te zijn: ik heb niets tegen dikke mensen. Sommige van mijn beste vrienden zijn een dik mens en zelf zou ik ook niet worden gecast om in een film iemand met anorexia te spelen. Deze mensen waren niet dik maar moddervet, de fase van obesitas voorbij. Onlangs zag ik een RTL-programma waarin mensen met extreem overgewicht in een jaar de helft van hun kilo’s proberen kwijt te raken, en nog blijven ze dik. De vier mensen die het wokrestaurant binnen dreunden, zouden allen zo aan dit programma kunnen meedoen, al leek het er niet op dat ze hun kilo’s graag kwijt wilden.

Ze hingen hun jassen aan de stoelen van een tafel tegenover mij en hadden maar één doel: zo snel mogelijk zo veel mogelijk eten. Direct waggelden ze vreugdeloos richting het buffet, om met volgeladen borden terug te komen. Inmiddels zat ik achter een lullig vegetarisch voorgerecht van mini-loempia, gebakken banaan, appelsalade en witte rijst.

Zwijgend en met hun gezichten richting hun bord begon het gezin het opgestapelde voedsel naar binnen te schrokken. Regelmatig stond een van hen op om nog eens bij te laden, terwijl de serveerster af en aan rende met glazen bier. Er werd niet gepraat. Ik hoorde louter het amechtige gesnuif van vier neuzen en een grommende ondertoon uit vier kelen. Alsof ik live in een schokkende reportage zat over de obesitasnood in Nederland. Natuurlijk niet zo’n godvergeten aanblik als die van hongerige Afrikaanse kinderen, maar het kwam in de buurt.