Oorlog en verzet

AD Magazine, Zaterdag 2 & zondag 3 mei 2020.

Op ons verzoek leidt schrijver en veellezer Ronald Giphart ons de komende tijd door zijn boekenkast. Deze week vijf boeken over Nederland en de Tweede Wereldoorlog.

Het achterhuis dagboekbrieven – Anne Frank

Op haar dertiende verjaardag krijgt Anne Frank een dagboek van haar ouders. – Schrijvend aan haar fictieve vriendin Kitty doet ze verslag van haar leven in Amsterdam. Een maand later, op 6 juli 1942, moet het gezin onderduiken. Na zich twee jaar voor de Duitsers verborgen te hebben gehouden, wordt het gezin Frank verraden en op transport gezet. Anne overlijdt in het voorjaar van 1945 in concentratiekamp Bergen-Belsen.

Sommigen noemen Arme’s dagboek, waarin ze is blijven schrijven tot 1 augustus 1944, ‘de schrijfsels van een gewoon meisje in een verschrikkelijke tijd’, maar dat doet haar mijns inziens geen recht. Anne Frank was een ongelooflijk levendige, grappige en scherpe observator, die op vroege leeftijd een stilistisch machtsvertoon liet zien waarop menig schrijver jaloers zal zijn. Had zij de oorlog overleefd, dan was ze ongetwijfeld uitgegroeid tot een belangrijke internationale schrijfster.

Dit schreef ze toen ze veertien was: ‘Ik zie hoe de wereld langzaam steeds meer in een woestijn herschapen wordt, ik hoor steeds harder de.aanrollende donder, die ook ons zal doden, ik voel het leed van miljoenen mensen mee, en toch, als ik naar de hemel kijk, denk ik dat dit alles zich weer ten goede zal wenden, dat ook deze wreedheid zal ophouden, dat er weer rust en vrede in de wereldorde zal komen.’

Het verstoorde leven – Dagboek van Etty Hillesum

Begin april haalde juriste en lerares Russisch Etty Hillesum (1943) het landelijke nieuws. Het in 1901 gebouwde Amsterdamse herenhuis aan het Museumplein waar Hillesum het dagboek schreef dat haar postuum wereldberoemd maakte, dreigt binnenkort te worden gesloopt omdat een vastgoedinvesteerder kapitalisatie van zijn bezit wil. Buurtbewoners, historici en liefhebbers van Hillesums werk zijn daar terecht verbijsterd over.

In haar dagboek komt haar geliefde huis regelmatig voor en ook toen zij in kamp Westerbork was gedetineerd schreef ze met weemoed brieven over haar Amsterdamse thuis.

Op 9 maart 1941 – ze was net 27 – begon ze met schrijven, op aanraden van. een handlijnkundige op wie ze verliefd was. Indringend vertelde ze over het oorlogsleven, haar geloof, seks, haar twee minnaars, de haat van de nazi’ s en de ‘wild dooreen gegooide wereld’.

Tweeënhalf jaar later ging ze op transport naar Auschwitz, waar ze op 30 november 1943 werd vermoord. Haar dagboeken en brieven lagen in bewaring bij vrienden, die na de oorlog grote moeite deden Hillesums verhaal te publiceren. Pas in 1981 kwam er een volwaardige bundeling, onder de titel Het verstoorde leven. Het werd een internationaal succes; velen roemden Hillesum om haar levenslust en morele kracht.

’t Hooge Nest – Roxanne van Iperen

In 2012 kocht Roxane van Iperen met haar man een oud huis in Naarden, een robuust pand dat toe was aan een verbouwing. Het gezin van Van Iperen deed een deel van de renovatie zelf: achter lambriseringen en onder luiken en tapijten vonden zij verzetskranten en andere artefacten uit de Tweede Wereldoorlog.

Van Iperen had al gehoord dat het huis destijds had gediend als onderduikadres en haard van verzet. Ze besloot te reconstrueren wat er zich in haar nieuwe woning had afgespeeld. De zoektocht bracht haar langs buurtbewoners, familie van onderduikers, kadasters en (kranten)archieven in binnen- en buitenland. Beetje bij beetje werd de geschiedenis van de in 1920 gebouwde villa onthuld.

Het fascinerende verhaal was dat van twee Joodse zussen: Janny en Lien Brilleslijper (aan het begin van de oorlog waren zij 23 en 27 jaar). In de villa in Naarden begonnen zij halverwege de oorlog een vrijhaven, toevallig op een steenworp afstand van een van de vaste verblijfadressen van NSB-leider Anton Mussert. Er werden illegale kranten gemaakt en documenten vervalst, en op het hoogtepunt verbleven er ruim twintig onderduikers.

Over hoe het deze zussen verder verging gaat ’t Hooge Nest, een boek dat sinds de verschijning in 2018 al 73 weken lang in de Bestsellerslijst staat. En terecht.

Aan de Maliebaan – Ad van Liempt

Er is geen straat in Nederland met zo’n fascinerend oorlogsverleden als de Maliebaan in Utrecht. Alle instanties en bevolkingsgroepen die in de Tweede Wereldoorlog een rol speelden, waren er vertegenwoordigd.

Na de bezetting in 1940 confisqueerden de Duitsers in de buurt vijfhonderd panden voor hun Sicherheitsdienst, Wehrmacht, Ordnungspolizei en hun andere clubs. Die keuze was niet toevallig,want ook de NSB van Anton Mussert zetelde er met het landelijke hoofdkantoor en andere afdelingen.

Wat de Duitsers en hun Nederlandse heulers niet wisten was dat de Maliebaan ook het bolwerk was van het verzet. Hier werden ondergrondse kranten gedrukt en verspreid, er was een geheime zendmast op een kerkzolder, er zaten Joden ondergedoken en er werden documenten vervalst.

Vele Utrechtse verzetshelden woonden en werkten rond de Maliebaan, met naast de onverzettelijke aartsbisschop en moffenvreter Jan de Jong ook een van de meest besproken figuren uit het Nederlandse verzet: ‘Dr. Max’, die pal naast de Sicherheitspolizei woonde. Jarenlang hebben de Duitsers hem gezocht, maar niet gevonden. Dat kwam mede doordat ‘Dr. Max’ een vrouw was, de onvolprezen Marie Anne Tellegen.

Historicus Ad van Liempt heeft over deze illustere straat een geweldig boek geschreven: Aan de Maliebaan. Een must voor iedere oorlogslezer.

De SS’ers – Armando & Sleutelaar

Het was verzetsuitgeverij De Bezige Bij- in 1943 ontstaan om het Utrechtse studentenverzet te financieren – die in 1967 een omstreden boek uitgaf. De een noemde het ‘een gevaar voor de volksgezondheid’, de ander zag de waarde ervan in en begreep wat de schrijvers voor ogen hadden.

De SS’ers bestaat uit opgetekende gesprekken met acht voormalige leden van de elite-eenheid van de nazi’s. In het boek vertellen zij soms schoorvoetend, vaak openhartig, meestal hardvochtig en soms gruwelijk over hun drijfveren en doelen. Bijvoorbeeld hoe je iemand met een schep dusdanig kunt raken dat je alleen zijn kaak breekt zonder hem te doden.

Het onderscheidende aan De SS’ers was dat de geïnterviewden zonder commentaar hun verhaal deden. Samenstellers Armando (overleden in 2018) en Hans Sleutelaar (84) hadden hun boek, volgens hun eerste zin, ‘geschreven uit nieuwsgierigheid’. Ze wilden SS’ers laten zien in hun eigen naakte waarheid, zonder hen te veroordelen. Bewust kozen ze ervoor mannen te portretteren die aan het front waren geweest en nog steeds volledig achter het gedachtengoed van de nazi’s stonden. Door hun lezers niet te sturen en alleen te laten zien hoe deze onmensen dachten, konden de lezers zelf een oordeel vellen. Dat oordeel luidt: een ontluisterend, bij vlagen walgelijk en leerzaam boek.