Opkont

De Volkskrant, 17 maart 2012

Dit speelde zich af tussen Maastricht en het plaatsje Hoensbroek, nabij de Duitse grens. Het was de eerste warme dag van het jaar, de temperatuur bereikte eindelijk een volwassen leeftijd. Twee collega’s en ik reden ontspannen van de ene Limburgse scholengemeenschap naar de andere. Het is Boekenweek, overal in het land zijn schrijvers uitgenodigd om zich publiekelijk te laten folteren.

We hadden de raampjes open, een zachte bries vulde de cabine van de auto. Natuurlijk viel de term rokjesdag, al zagen we op straat geen opwaaiende lentejurken. Verder bespraken we de zaken die schrijvers bespreken. Er was een klein, maar nogal significant verschil tussen mijn collega’s en mijzelf: zij zijn beiden officieel van de young adult, een in Nederland relatief nieuw literair genre.

Young adult-fiction (in Amerika afgekort tot YA) slaat op boeken die worden geschreven voor lezers – en over hoofdpersonen – tussen de 15 en 25 jaar. Al in 1802 is de term bedacht door de befaamde kinderboeken critica Sarah Trimmer, die inzag dat veel jongeren moeite hebben met de overstap tussen jeugdboeken en literatuur voor volwassen.

In Engelstalige landen worden de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw the Golden Age of Young Adult genoemd. In Amerika wordt de stroming door iedereen op waarde geschat. Waarom in ons taalgebied het genre zo jammerlijk achterliep, is niet duidelijk, maar de laatste jaren klampte ons boekenvak dan eindelijk aan.

De Grote Twee van de Nederlandstalige Young Adult zijn Benny Lindelauf (1964) en Floortje Zwigtman (1974), toevallig de schrijvers die met mij door het Limburgse land pruttelden. Vorig jaar streden beide schrijvers nog om de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs, de jaarlijkse Nederlands-Vlaamse bokaal voor YA-boeken(‘Dioraphte’ is een Nederlands beleggingsfonds, door de jeugdige schrijver Ernest van der Kwast ooit eens verward met een genitale wrattenzalf).

Lindelauf publiceerde in 2010 de imposante, ontroerende, humoristische en ingenieuze bildungsroman De hemel van Heivisj, over drie zusjes die zich staande proberen te houden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Van Zwigtman verscheen in hetzelfde jaar Spiegeljongen, het spectaculaire afsluitende deel van haar – en ik kan er geen ander woord voor vinden – majestueuze trilogie over een Londense homoseksuele volksjongen uit de inner circle van Oscar Wilde.

Beide boeken hebben een internationale allure, en toch is er iets tragisch aan de hand. Lindelauf en Zwigtman worden in Nederland terecht bejubeld door jongeren en iedereen die zich met jongerenliteratuur bezighoudt, maar het is onterecht dat beide schrijvers verder louter in de hoek van de Young Adult blijven geplaatst. Rijdend naar Hoensbroek werd mij dit schrijnende literaire onrecht gewaar. En plotseling hoorde ik mijzelf op deze plek een pleidooi afsteken. Zowel De hemel van Heivisj als Spiegeljongen zijn óók voor lezers van 25 tot 105 overweldigende, spannende, ontluisterende, indringende en vooral onmisbare boeken.

Terwijl Lindelauf en Zwigtman zich tijdens onze zomerse autorit als gladiatoren van de Jonge Letteten vrolijk voorbereidden op onze ontmoeting met een verse lading Limburgse young adults, heb ik – in het geniep – deze woorden geformuleerd, deze opkont ten faveure van hun romans. Mijn aanraders voor deze Boekenweek. Volwassen lezers, doe uzelf een plezier.