Penopauze? Midlifecrisis? Allemaal flauwekul!

Mezza AD, zaterdag 22 & zondag 23 mei 2021

KUNNEN MANNEN HET LICHAMELIJK VERVAL STOPPEN OF AFREMMEN, vroegen sportarts Frank van Hellemondt (59) en schrijver/columnist Jerry Goossens (55) zich af. Voor Het grote ouweluIlenboek zochten ze antwoorden op prangende vragen over mannen op leeftijd. Generatiegenoot (en vriend) Ronald Giphart (55) neemt poolshoogte.

We bevinden ons in Frank van Hellemondts open keuken, door Jerry Goossens ‘het ouwelullen-hoofdkwartier’ genoemd. Op deze plek kwamen de vrienden maanden achtereen bij elkaar om te schrijven en elkaar te voeden met ideeën voor hun ouwelullenboek. Op verzoek van de mannen vindt het gesprek staand plaats.

‘Dat heeft met neuropsycholoog Erik Scherder te maken,’ legt Jerry uit, terwijl Frank espresso’s bereidt. ‘We spraken hem uitgebreid en hij vertelde ons over een artikel in The Lancet over de epidemie van het zitten. Er wordt door iedereen veel te veel gezeten. Niet bewegen maakt wereldwijd inmiddels meer slachtoffers dan roken. Daarom moet je bewegen, als dat kan. De hele maatschappij is zo ingericht om ons steeds minder te laten bewegen.’

‘Als je ergens moet wachten wordt er steevast gezegd: gaat u daar maar zitten,’ neemt Frank het over. ‘Overal wordt gewezen: daar is de lift, zelfs in het ziekenhuis waar ik werk. De norm zou moeten zijn: ga met de trap, tenzij je echt niet anders kunt. Vergaderingen kunnen best staand, dat is al zoveel beter dan zitten. Zelf werk ik inmiddels alleen maar staand.’

Hij laat me het stabureau zien dat hij een tijdje geleden heeft aangeschaft. ‘Het is even wennen, maar als je dit eenmaal doet, wil je niet anders meer. Net als met suiker in de koffie; als je daarmee stopt snap je niet waarom je al die tijd suiker hebt gedronken: Ik ben nog maar tien minuten in Franks keuken en de tips vliegen me al om de oren. De titel van hun boek doet een bepaalde meligheid vermoeden, maar het is een wetenschappelijk doorwrochte pageturner over de ouder wordende man, gelardeerd met persoonlijke verhalen, humor en zelfspot.

Wat is een ouwe lul?

Frank: ‘Het is vooral een geuzennaam voor een man die de 40 is gepasseerd, alles op de rails heeft en langzamerhand wegzakt in gezapigheid. Zijn kinderen gaan al op hun 15de zeggen: je bent een ouwe lul, pa.’

Jerry: ‘Een van de definities is een man die een conservatieve zeikerd is geworden met een nostalgische hang naar vroeger tijden. Je kunt het begrip ook lezen als iemand die fysiek begint af te takelen. Rond je 40ste, dat hadden Frank en ik ook, krijgen mannen een besef van sterfelijkheid. Jarenlang hebben ze hun gezondheid voor lief genomen, tot ze merken dat er echt dingen veranderen.’

Frank vult aan: ‘Laatst zag ik een patiënt die rond zijn 40ste een relatief groot hartinfarct had gehad. In de jaren daarna worstelde hij met zijn gezondheid. Hij is nu 70 en heeft er nog steeds last van. Dertig jaar van zijn leven kampte hij dus met fysieke problemen die met zijn leefpatroon te maken hadden. Die man had namelijk gedronken, gerookt en slecht gegeten. Dat is een slopende combinatie.’

Jerry: ‘Als je een beetje goeie genen hebt, kun je vrij straffeloos slechte dingen doen met je lichaam, maar er komt een moment waarop dat niet meer gaat. Mijn keerpunt was het roken. Vanaf mijn 12de en tot mijn 40ste heb ik stevig gerookt. Ik ben eigenlijk rokend geboren: mijn hele familie pafte als een schoorsteen. Op mijn 40ste vond ik dat echt niet prettig meer, maar ik was zwaar verslaafd. Als ik ’s ochtends vroeg mijn nest uitkwam, ging ik in mijn badjas in de tuin, vaak in de regen, een sigaretje roken. Na zes slopende pogingen is het me gelukt te stoppen. Om te zorgen dat ik niet zou terugvallen, ben ik gaan hardlopen en krachttrainen.’

Op een vakantie in Italië bespraken Frank en Jerry de geneugten die lichaamsbeweging kan geven. ‘Frank en ik waren al heel lang vrienden: legt Jerry uit, ‘maar we spraken nooit over sport. Ik kom uit een sportloos gezin. In 1974 keek ik als enige van mijn generatie niet naar het WK voetbal en ik werd altijd als laatste gekozen met gymnastiek. Toen ik op mijn 40ste begon te sporten – mijn vader noemt het smalend ‘bewegen’ – leerde ik van Frank hoe belangrijk dat is.’

De vrienden kwamen tot het besef dat er altijd wordt gezegd dat bij mannen na hun 40ste het grote aftakelen begint. Onzin! Jerry: ‘Tot mijn stomme verbazing leerde ik dat je niet aftakelt, maar dat je juist beter kunt worden. Topsporters zullen na hun 30ste nooit meer de piek halen uit hun topjaren, maar de gemiddelde man kan na zijn 40ste makkelijk sneller en beter worden.’ Frank: ‘Het is nooit te laat om je gezondheid te verbeteren. Dat is een van de bevindingen van ons boek. Als je niks doet, krijg je spier-afbraak, maar de mogelijkheid tot spieropbouw blijf je altijd houden. Je kunt je aftakelingsproces als man eenvoudig afremmen en dus zelfs omkeren. Er zit een uitermate hoopvolle boodschap in ons boek.’

Voor vrouwen zijn er de afgelopen decennia tientallen menopauzeboeken verschenen, maar voor mannen bleek er vrijwel niets te zijn. ‘En dat hoort ook bij mannen,’ legt Jerry uit. ‘Laten we wel zijn: mannen weten helemaal niks. Ze doen maar wat. Ze vragen ook niets. Zoals een van de wetenschappers in ons boek zegt: mannen zijn eigenlijk altijd alleen, ze hebben een ingebakken eenzaamheid. Als ze een kwaal hebben, gaan ze in de regel eerst een half jaar zelf lopen klooien, tot het meestal te laat is. Ze praten niet met hun omgeving of arts, maar gaan op internet op onderzoek uit. Als je online zoekt naar antwoorden over onderwerpen als beweging, voeding of verminderde seksuele lust, word je gek van de lawine tegenstrijdige informatie. Daar wilden we met ons boek wat aan doen, door aan deskundigen te vragen hoe het werkelijk zit.’

Frank vult aan: ‘Bijvoorbeeld met testosteron, het mannelijk geslachtshormoon. Tijdens de menopauze krijgen vrouwen een stevige dip in de aanmaak van vrouwelijk geslachtshormoon en ook bij mannen daalt de hormoonaanmaak gestaag.’ Jerry: ‘Maar dat hoeft helemaal geen probleem te zijn, dat is normaal. Tot je als gevolg van je levensstijl op een gegeven moment door de ondergrens zakt. Dat heeft dan verstrekkende gevolgen.’

Noemen we dat dan de penopauze?

‘De penopauze bestaat niet!’ roept Jerry. ‘Er is een verschijnsel genaamd de andropauze, maar dat is in tegenstelling tot de menopauze een ziekte. Andropauze is een tekort aan testosteron, als gevolg van gebrek aan beweging en slechte voeding. De andropauze versterkt zichzelf: als je zo’n tekort hebt, maak je geen spieren meer aan, word je in rap tempo dikker en dat zorgt weer voor de aanmaak van vrouwelijke hormonen. Je balans wordt verstoord. Mannen krijgen vrouwelijker vormen, ze ontwikkelen de gevreesde man boobs en worden lusteloze propjes die op de bank hangen. Dat bedoel ik letterlijk: ze hebben geen zin meer in seks en krijgen erectiele problemen.’

Frank legt uit: ‘Dus als je als man niet meer geil wordt of hem niet meer omhoog krijgt, is in 90 procent van de gevallen lifestyle de oorzaak. Er is de laatste vijftig jaar een ziektebeeld ontstaan genaamd het ‘metaboolsyndroom’, een combinatie van overgewicht, hoge bloeddruk, prediabetes en slechte cholesterolwaarden. Dat is waar het misgaat. 50 procent van de mannen heeft overgewicht, waarvan 15 procent echt lijdt aan zwaarlijvigheid. En daar valt dus iets aan te doen.’

Jerry: ‘Juist. Het kwalijkst is dat ons wordt voorgehouden dat dit het normale verloop is voor een man van middelbare leeftijd. Je wordt wat trager, wat dikker, wat minder geil en dat moet je maar accepteren… Terwijl dat dus niet hoeft. Het is omkeerbaar!’

Maar hoe zit het dan met de midlifecrisis? Mannen van middelbare leeftijd die plotseling hun sterfelijkheid onder ogen zien, hun vrouw inruilen voor een jonger exemplaar, een sportauto kopen en beginnen met sporten.

Jerry, fel: ‘Daar is geen enkel wetenschappelijk bewijs voor. Nul. Ook de midlifecrisis bestaat niet.’ ‘Er is een trend dat er bij een bepaalde leeftijd een bepaald geluksgevoel hoort,’ legt Frank uit. ‘Midveertigers geven over het algemeen een relatief laag cijfer aan hun leven, wat wordt geassocieerd met een midlifecrisis. Maar als je jong bent is er nog onbezorgdheid en als je oud bent kijk je in weemoed terug.’

Jerry: ‘De dingen die de samenleving met midlife in verband brengt, komen in alle leeftijdsklassen voor. Alleen, als je op je 29ste een Harley koopt en er met de secretaresse vandoor gaat, noemt niemand dat een midlifecrisis. Onderzoekers hebben echt bejaarde mannen gevraagd op welke periode ze het liefst terugkijken en dat bleken dus niet hun jeugdjaren te zijn, maar de periode dat ze van middelbare leeftijd waren.’

Het grote ouweluIlenboek is opgedragen aan jullie zoons, jonge lullen van in de 20, met de plagerige toevoeging: ‘You’re next!

Jerry: ‘Onze zoons zijn nu aan het eind van hun studies, binnen een paar jaar zullen ze wellicht samenwonen, kinderen krijgen, veel werken, steeds minder seks hebben en op hun 40ste wakker worden op de bank, denkend: wat is er gebeurd, waar is mijn leven heen en waar komt al dat vet vandaan?’

Frank: ‘De boodschap aan onze zoons en ook de boodschap van ons boek luidt: met een paar eenvoudige aanpassingen in je levensstijl kun je tot op hoge leeftijd leven zoals je op je 30ste leeft. Meer bewegen. Minder zitten. Beter eten. Meer liefdevolle seks. Praten over je problemen. Niet wachten tot je écht een ouwe lul bent.’

DRIE WIJZE LEVENSLESSEN

  1. De meest ingrijpende verouderingsverschijnselen zijn niet zozeer het gevolg van leeftijd, als wel van leefstijl. Wie daaruit concludeert dat we zelf verantwoordelijk zijn voor onze aftakeling (‘had je maar niet…’) legt de schuld bij het slachtoffer. Onterecht? Ons brein is in de loop van 300.000 jaar geëvolueerd op het behoud van energie, terwijl de mechanisatie en digitalisatie van de samenleving ons in een eeuw tijd vrijwel alle beweging uit handen heeft getrokken. Tegelijk is er nog nooit zoveel makkelijk verkrijgbaar, calorierijk voedsel beschikbaar geweest. Er is meer energie beschikbaar – de calorie is een eenheidsmaat voor energie terwijl we veel minder energie verbruiken? Ziedaar het eenvoudige recept voor onze welvaartsziekten. Arme mensen zijn daar paradoxaal genoeg kwetsbaarder voor. Hoogopgeleiden leven langer, en langer in goede gezondheid dan lager opgeleiden. Gezondheid is daarmee kapitaal geworden. Onacceptabel, in een samenleving als de onze.
  2. Nou zijn een goede conditie en een verstandige leefstijl geen garantie tegen voortijdig onheil. Bijna iedereen kent verhalen uit zijn directe omgeving van mensen die op (relatief) jonge leeftijd overlijden, terwijl ze nooit gerookt hadden, geen druppel dronken en er een actieve levensstijl op nahielden. Dat is de echte tragiek van het ouder worden: het verliezen van vrienden, familie en collega’s.
  3. Met die terzijdes in het achterhoofd: beweeg! Mijd de lift, de roltrap en de luie stoel! Ontsla de werkster, ruil de e-bike in voor een ouderwetsche mechanische fiets en houd ook na corona het dagelijks ommetje erin. Dat wapent de weerstand, houdt kwalen op afstand en bevordert het levensgeluk. Dat geldt ook voor vrouwen. De rest van Het grote ouwelullenboek uiteraard niet.