Plaatsvervangers

Kijk Magazine, mei 2001, nummer 5

Titel in Ten Liefde, 2001: Geile Pausen

Het verhaal gaat als volgt: in den beginne schiep God tijdens één werkweek het heelal, de wereld, de dingen en alles wat leeft en sterft. Hij schiep ook een man, Adam, en uit diens ribbenkast een vrouw, Eva. Gelegen onder geurende bomen, tussen sappige vruchten en in het zachtste licht denkbaar, streelden Adam & Eva liefdevol elkaars binnenbeense gebiedsdelen. Daarna, en na een akkefietje met een vrucht, gooide God hen harteloos uit zijn goddelijke paradijs. Adam & Eva vermenigvuldigden zich als bezeten konijnen, en hun nazaat begon elkaar op te lichten, te verkrachten of te vermoorden. Alle mensen droegen de erfzonde van Adam & Eva met zich mee, totdat God het welletjes vond en zijn zoon naar de aarde stuurde om de dwalende mensen te redden van zijn toorn.

Deze jongen was ‘onbevlekt ontvangen’, wat niet per se hoeft te zeggen dat zijn ouders niet voor hem hebben gevreeën, maar dat zijn geest zonder zonden was. Jezus vertelde de mensen: volg mij, en dan zal mijn goddelijke papa niet meer boos zijn dat jullie voorouders ooit stiekem aan elkaars plassers hebben gezeten of elkaar hebben uitgemoord. Er werd niet naar ‘m geluisterd en ze hingen hem met spijkers aan een houten kruis op (grap van de Vlaamse schrijver Tom Lanoye: gelukkig dat ze hem niet verdronken, want anders hadden katholieken nu een aquarium boven hun deur moeten hangen).

Schaamteloos

Jezus kreeg volgelingen, ofwel mensen die zijn boodschap aan anderen begonnen te vertellen: blijf van mekaar af en steek mekaar niet dood, want dan pas kan de mensheid terug naar het paradijs. Een van hen was Petrus, die via omzwervingen in Rome kwam. Petrus werd gezien als de opvolger van Jezus, de aardse papa, de paus, de plaatsvervanger van God op aarde. Al het goede van de Schepper & Zijn Zoon waren verenigd in deze paus. Na Petrus’ dood werd er een nieuwe plaatsvervanger van God aangewezen, die ook heel goed was, en na diens dood weer een nieuwe, die ook heel goed was, en weer een nieuwe, en dit ging zo door tot in onze huidige tijd.

Al die pausen zouden door de eeuwen heen toonbeelden van kuisheid, eerlijkheid en soberheid geweest zijn. Ze hebben de mensheid terug naar hun God proberen te brengen. Kijk naar de levens van deze edele mannen, en je zult nooit meer zonden begaan. Of niet soms? Onlangs verscheen er een heerlijk geschiedkundig werk van de Amerikaanse schrijver Nigel Cawthorne: Het seksleven van de pausen.

Als er één ding duidelijk wordt uit dit overzicht, dan is het de geile & gewelddadige schaamteloosheid van deze goddelijke plaatsvervangers. Er is geen zonde te bedenken of pausen hebben die begaan. Van de 305 pausen die er sindsdien zijn geweest gaf het overgrote deel zich aan de laagste driften over: veel pausen hebben gemoord, gif in het eten van concurrenten gestopt, incest met hun kinderen of ouders gepleegd, bordelen in het Vaticaan gerund, gestolen, verkracht, met dieren de liefde bedreven, toegekeken & meegedaan aan orgies, toegekeken & meegedaan bij martelingen van de inquisitie (waarbij bijvoorbeeld naakte homoseksuelen langzaam op een gloeiend hete spijker werden gezet), zich verrijkt ten koste van de armen, aflaten verkocht, of goed verdiend aan seksbelasting (ofwel geld dat celibataire priesters jaarlijks moesten afdragen om zich toch op maagden of getrouwde vrouwen te mogen storten).

Pleziermeisjes

Veel pausen geloofden niet eens in God, bijna alle pausen trokken hun familieleden voor, en een enkele paus was niet eens paus, maar pausin (waar men achter kwam doordat ze tijdens een mis een kind baarde). En zeer veel pausen hadden een fascinatie voor prostituees. Alles wat ze hun schaapjes verboden, deden ze zelf in verveelvoud. Sommige pausen namen als ze op reis gingen wel honderd pleziermeisjes mee en als er ergens een kerkelijk congres was om een nieuwe set strafmaatregelen voor zondigen te bedenken, dan stroomden letterlijk duizenden hoeren naar de vergaderplaats. Geslachtsziekte was dan ook een populaire doodsoorzaak onder pausen. Het was sowieso niet erg gezond om paus te zijn. Een natuurlijke dood was eerder uitzondering dan regel. Veel van hen stierven door gif, doordat hun hersens werden ingeslagen door jaloerse echtgenoten, doordat ze aan touwen aan paard & wagen door Rome werden gesleept, of doordat ze door concurrerende pausen (zogenaamde tegenpausen) met messen waren bewerkt, zodat hun plaats kon worden ingenomen.

Kortom, de God wiens plaats zij op aarde vervingen, had Adam & Eva beter in het paradijs kunnen houden, want dan waren al die hoerende & snoerende pausen er tenminste niet geweest. En dan had Nigel Cawthorne niet zo’n heerlijk boek kunnen schrijven.