Racismedag

De Volkskrant, 22 november 2011

Vorige week werd ik bij een presentatie van Sinterklaas-prentenboeken door een tv-ploeg gevraagd of ik niet ook vond dat Zwarte Pieten met rust gelaten moeten worden en niet moeten worden vervangen door Kleurpieten. Dit was een sturende vraag waarvoor Joep Schreuder zich niet zou hebben geschaamd. Ik vertelde over een kennis, een pikdonkere Surinamer, die zich maar ten dele stoort aan de parade idiote Pieten met hun rode lippen en maffe kleren, maar des te meer aan de ouders die op straat op hem wijzen en tegen hun kinderen zeggen: ‘Kijk jongens, daar loopt Zwarte Piet.’

De hele maand november wordt hij elke dag weer nageroepen, hoort hij overal het laffe denigrerende gefluister. Daarnaast krijgt hij van velen te horen ‘dat hij zich niet zo moet aanstellen met zijn opmerkingen hierover’. Had hij maar geen neger moeten worden.

Ook het woord neger vindt mijn kennis overigens niet zo prettig. Dat trek ik mij aan. Op het moment dat negers zich storen aan het gebruik van het woord ‘negers’ zal ik proberen dat niet meer te gebruiken. Als deze omschrijving voor betrokkenen eenzelfde gevoelswaarde heeft als ‘nikker’ of ‘roetmop’, waarom zou je het dan willen gebruiken?

Het is me gelukt om lieve mongooltjes ‘lieve mensen met het syndroom van Down’ te noemen, dus moet het ook lukken een neger een zwarte te noemen. Of iemand met een donkere huidskleur. Of nog preciezer: iemand bij wie in de basale laag van de opperhuid de aanmaak van melanocyten in het stratum germinativum een gevarieerd beeld geeft.

Probleem is alleen dat niet iedereen met een donkere huid zich stoort aan het gebruik van het woord neger. Zoals ook niet iedereen met een donkere huid zich eraan stoort als iemand suggereert dat een collega-neger een bepaald baantje uitsluitend te danken heeft aan zijn melanocyten-aanmaak. Zo kwam Bryan Roy, het slaafje van Johan Cruijff, gisteren met de hilarische opmerking dat hij ‘zwarter was’ dan die nepneger van een Edgar Davids, en dat Johan Cruijff dus geen racist kan zijn.

Ze kunnen zeggen wat ze willen, maar Cruijff heeft in ieder geval zijn onderbuik een uitlaat gegeven. Wat er kan gebeuren als racistische gevoelens jarenlang worden onderdrukt, vertelde eens een Antilliaanse vrouw mij. Zij werkte als verpleegster in een bejaardentehuis voor demente priesters en nonnen. Even tragisch als aandoenlijk: door hun dementie waren de geestelijken voorbij alle decorum. Tientallen jaren onderdrukte seksuele gevoelens leidden ertoe dat zij zich aan elkaar vergrepen zodra ze de kans kregen. Uiteindelijk zocht mijn Antilliaanse kennis een andere baan, want ook in hun benadering van een zwarte vrouw lieten de geestelijken alle remmen gaan. Dagelijks kreeg zij de grofste racistische termen over zich uitgewalmd. Gevoelens die blijkbaar al die jaren waren onderdrukt.

Met dit in gedachten zou het een idee kunnen zijn om één keer per jaar een klein beetje racisme te institutionaliseren en dusdoende de druk van de ketel te halen. Zoals carnaval ooit bedoeld was voor verlichting van een religieuze wurggreep, zo zou bijvoorbeeld een Nationale Racismedag een geweldige en onschuldige uitlaatklep kunnen zijn voor sluimerende gevoelens van raciale minachting. Eén dag in het jaar heerlijk stoom afblazen, dat zou toch heel gezond zijn? 5 december lijkt me daarvoor een perfecte datum.