Net als Frits van Egters voelt Giph van Egters een enorme drang om ’s avonds dingen te doen. Alleen beginnen die avonden nu pas om een uur of elf. Hij ontvlucht niet de leegheid van zijn familie, maar van zijn vrienden. Hij gaat uit, hij drinkt, lounget en danst. Hij schopt tegen de autoriteit van een ouders student, of beter; een bewonderde schrijver, waar Frits uiteindelijk vrede heeft met zijn ouders, en besluit: “Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven”, zegt Giph tegen zichzelf in de spiegel op het toilet: “Ik heb het gezien, Giph heeft alles gezien.” Volgens mij heb ik die Avonden al een keer geschreven..