Foto: Lenny Oosterwijk
Gefeliciteerd met het lezen van deze column. Je had ook kunnen kiezen voor de visuele impuls van het voorbij razende landschap, de persoon schuin tegenover je of de modereportage elders in dit blad. Maar lezen is een machtige bezigheid, machtiger dan menigeen denkt. Tijdens het lezen neemt het mogelijk aantal neurologische verbindingen in je hersens meetbaar toe. Met andere woorden: van lezen word je slimmer.
Als je over twee maanden een belangrijke geestelijke prestatie moet leveren en je begint vanaf vandaag met het lezen van vijftig bladzijden tekst per dag, dan is je kans op succes groter. Het maakt overigens (helaas) niet uit wát je leest, want ook met het lezen van meIkverpakkingen, roddelbladen of flut-thrillers van Tomas Ross kun je je hersens scherpen.
Als je er echter voor kiest veelvuldig films of quizzen te kijken, zal je hersencapaciteit op de lange termijn een klein beetje afnemen. Van tv-kijken word je significant dommer. Het allerslimst kun je worden – ik heb dit echt niet zelf bedacht – wanneer je zélf schrijft en vervolgens herleest wat je hebt geschreven. Het op een creatieve manier beformuleren van de wereld om je heen is een perfect smeermiddel voor je hersens.
Misschien is het daarom dat de buitenwereld zo opkijkt tegen mensen die van schrijven hun beroep hebben gemaakt. Schrijvers genieten over het algemeen een veel hogere status dan sporters of politici. Of dit terecht is laat ik in het midden, maar het blijft vreemd dat mensen beginnen te stotteren als ze een schrijver aan de telefoon hebben of een natte plek rond hun gulp krijgen als er een schrijver in levenden lijve voor ze staat.
Kranten berichtten vorig jaar over een onderzoek waaruit bleek dat het vak van schrijver door een meerderheid van de mensen werd gezien als ‘het meest ideale beroep’. Het is een waandenkbeeld dat het vak van schrijver ideaal is. Schrijven is heel, heel erg vervelend, afmattend, saai en eenzaam werk, en iedereen die beweert dat het anders is, liegt. Het enige voordeel van iedere dag schrijven is dat je er heel, heel slim van wordt.
Laat mij je hersens kraken met een anekdote. Een jaar of zes geleden kreeg ik een brief met foto van een blond meisje. Ze schreef me dat ze ermee zat dat mannen haar alleen op haar uiterlijk beoordeelden, terwijl ze innerlijk ook zo veel te vertellen had. Een schrijver – stelde ze zich voor – zou zich hieraan niet schuldig maken, en vandaar dat ze het had aangedurfd haar lievelingsschrijver (dat was ik) een brief te sturen voor een… afspraakje.
Op de bijgevoegde foto stond inderdaad een erg aantrekkelijk meisje. Ik wilde haar terugschrijven dat het raar was dat ze niet op haar uiterlijk beoordeeld wilde worden, maar wel een foto van zichzelf meestuurde. Ik knap een beetje af op dat soort dingen.
Een jaar of wat later hoorde ik van een beroemde Amsterdamse collega dat hij ook eens een brief met foto had gekregen van een blond meisje. Het meisje schreef de man dat ze ermee zat dat kerels haar alleen op haar uiterlijk beoordeelden, en vandaar dat ze het had aangedurfd haar lievelingsschrijver, zijnde mijn beroemde collega, een brief te sturen voor een… afspraakje.
De schrijver, die zich had laten vleien door de flirterige ondertoon van de brief, had een brief teruggeschreven met het voorstel inderdaad tot een rendez-vous te komen. Een paar maanden daarna werd mijn collega gebeld door een redactrice van een roddelblad. De brief van het meisje bleek doorgestoken kaart. Veel ‘bekende mannen’ hadden ‘fanmail’ van het meisje gehad, in de hoop dat ze hitserig zouden reageren. De redactrice vroeg de schrijver of ze zijn brief mochten plaatsen, wat hij natuurlijk wijselijk verbood, maar in het uiteindelijke artikel werd hij wel opgevoerd als een van de mannen die was ingegaan op de avances van het meisje. De moraal van dit verhaal: je kunt maar beter denken met je hersens en niet met je geslachtsdeel. Lezen helpt daarbij.
En nu je het einde van deze column hebt gehaald, ben je tijdens het lezen een fractie van een CITO-toets slimmer geworden. Graag gedaan.