Ronald Giphart neemt nieuwe producten, diensten en/of ontwikkelingen onder de loep. Deze maand:
Beeld: Marc Heeman
Ooit kreeg de Griekse oppergod Zeus het in zijn hoofd dat hij een nieuw, verbeterd mensenras wilde introduceren, zodat het oude kon uitsterven. Dit voornemen werd bij de verwaande goden op de Olympos met niet al te veel gemor ontvangen, slechts Prometheus verzette zich tegen zijn baas door het oude mensvolk ‘het vuur’ te schenken. Dankzij deze innovatie konden de mensen zich uit hun donkere modderpoel ontworstelen en toch nog overleven. Sindsdien geldt Prometheus als de god van de uitvindingen en zijn we hem dankbaar zolang onze soort zal bestaan.
Nu is ‘het vuur’ inderdaad een vrij belangrijke uitvinding geweest, want de kans is groot dat wij als diersoort zonder lucifers al eeuwen geleden waren uitgestorven. Met de komst van het vuur zijn velen onder ons geobsedeerd geraakt door nieuwe ideeën en ontdekkingen. Iedere dag opnieuw verschijnen er nieuwe producten en technieken.
Heden ten dage lijkt de mensheid verdeeld in drie kampen: de novofoben, lieden die allergisch zijn voor de stroom aan lukrake vernieuwingen en gek worden van de vele al dan niet nuttige verbeteringen; de novofielen, lieden die verslaafd zijn geraakt aan nieuwe gadgets, snufjes en ontwikkelingen, en de groep die tussen deze twee uitersten laveert: die van de novomoderatoren. Deze lieden verwijzen niet willekeurig iedere nieuwe uitvinding linea recta naar de prullenbak, maar laten daarentegen ook niet automatisch hun erecties kwispelen bij ieder product dat op de markt wordt gekwakt.
Het komende jaar zal ik in mijn rol als novomoderator voor Rails enkele nieuwe creaties en diensten tegen het licht houden. Wordt de mensheid er blijer van? Helpt het ons wezenlijk in ons harde overlevingsgevecht?
We beginnen deze serie met een apparaatje dat mijn zoon voor zijn 9de verjaardag kreeg: een paars doorzichtig roofvogelei gevuld met elektronica en een schermpje. Q20 heet het ding en het claimt dat het gedachten kan raden. Het werkt simpel. De speler neemt iets in gedachten, een voorwerp, dier of anderszins. Q20 claimt dat het met twintig eenvoudige vragen kan achterhalen of de speler denkt aan bijvoorbeeld een knoflookpers, een lantaarnpaal of een kabouter. Lukt dit niet dan heeft de speler gewonnen, lukt dit wel dan zegeviert Q20. En dit laatste blijkt verrassend vaak zo te zijn. Als ik mijn vrouw in gedachten neem, wil het ei allerlei impertinente dingen weten. Kan het worden gewassen? Glimt het? Kun je ermee spelen? Is het brandbaar? Kan het krabben? Is het groter dan een magnetron? Et cetera. Na twintig van deze schijnbaar willekeurige vragen verschijnt er op het schermpje de oplossing van het apparaat: ‘Je denkt aan… een geliefde?!’ Ervan uitgaande dat mijn vrouw mijn geliefde is klopt dit als een open wond. De begrippen tandenborstel, zonnebril en taxi weet Q20 op deze manier feilloos te raden, maar ook vunziger gedachten weet hij probleemloos bloot te leggen (zo dacht mijn zoon aan ‘een piemel’ en stelde het ei eufemistisch vast: ‘Je denkt aan… een urinekanaal?!’).
Natuurlijk kunnen we Q20 scharen onder de noemer Totaal Overbodige Tijdverspilling, maar het blijft een fascinerende vraag hoe het bolletje ’t ‘m lapt. Zelfs als we zoiets onnavolgbaars als Rails in gedachten nemen, kost hem dit geen enkele moeite: ‘Is het… een tijdschrift?!’