Ronald Giphart AD Algemeen Dagblad Ronald Giphart maakt pindjur

Ronald Giphart maakt pindjur

AD Magazine 8 september 2017

Om deze foto’s te kunnen gebruiken, neem contact op met Shody Careman & @careman_fotografie

We waren op vakantie in Zweden, een land waar ze verzot zijn op de Aziatische keuken. Dat zal komen doordat Azië – met name Thailand – voor veel Zweden een geliefde vakantieregio is en de traditionele Zweedse huismanskost bepaald niet stuitert van smaak of culinair vernuft. In Zweden zijn daarom in elk gehucht Thaise afhaalrestaurants of Indiase straatkarren te vinden en de supermarkten hebben hun schappen vol met uitheemse ingrediënten. Niets zo Zweeds als goed Aziatisch eten.

Zo bezochten wij een enorme supermarkt met een grote hoek vol oosterse lekkernijen. Mijn oog viel op potjes met ‘pindjur’, een product dat mij Indiaas voorkwam. Voor mijn kinderen sprak ik het uit met een Indiase tongval: pien-djoerrr. Uiteraard nam ik een pot mee. Lekker. Pindjur. Bij terugkomst in onze vakantiewoning opende ik het om te proeven wat ik had aangeschaft: een overweldigende zalvend-zachte paprikaprut met een intens diepe smaak. Lekker bij… alles.

Theelepeltje

,,Jaha, dat kunnen die Indiërs wel’’, zei ik wereldwijs tegen mijn kinderen, waarna het potje razendsnel leeg raakte, voornamelijk doordat ik er voortdurend met een theelepeltje uit hapte. Terug in Nederland bedacht ik het om mijn lezers te trakteren op een geheimtip en een stukje over mijn culinaire Indiase ontdekking te schrijven. Pindjur!

Enfin. Het was weer eens een moment dat ik mijn gastronomische onbenul etaleerde, want ik bleek er compleet te zijn ingetuind.

Het was me al opgevallen dat mijn Indiase pindjur niet uit India kwam, maar uit Skopje, in Macedonië. Aanvankelijk dacht ik dat dit moest zijn omdat er in dat land waarschijnlijk een grote fabriek zat waar oosterse producten werden verpakt, zoals we in ons land ook gerechten uit alle windstreken bereiden en verschepen – maar een korte tocht langs internet bevestigde dat pindjur helemaal niet Indiaas is. Waarschijnlijk was het door een onwetende Zweedse supermarktmedewerker op de verkeerde plaats gezet (djiezus, hoe kun je zo dom zijn?!).

Pindjur is een typische lekkernij van de Balkan, las ik op internet, een van de vele legendarische pittige sauzen die paprika zo’n goede naam hebben gegeven (met namen als ajvar en ljutenica, die mij eerlijk gezegd ook niets zeiden). Het is een zomer- en herfstproduct dat vooral wordt gegeten bij brood en vlees.

Nu zitten we nog steeds in de zomer, dus om mijn aanvankelijke verwarring goed te maken deze week mijn pindjur-variant.

Daar mag een Indiaas biertje bij, voor wie het per se wil.

Recept voor Pindjur

Voor een weckpot van 1 liter (of een paar kleine potjes)

  • 10 groene puntpaprika’s
  • 10 rode puntpaprika’s
  • 2 hete groene pepertjes
  • 1 Spaanse peper
  • 2 blikken tomaten
  • 2 grote aubergines
  • 6 tenen gehakte knoflook
  • olijfolie
  • zout

Verwarm de oven op 180 graden. Was de paprika’s, aubergines en pepertjes, snijd ze doormidden, verwijder stelen en zaadjes. Prik gaatjes in de aubergines. Leg alle stukken op een bakplaat en bak ze tot ze zacht zijn. Laat ze afkoelen en ontdoe de groenten waar mogelijk van de schilletjes. Hak groenten in een keukenmachine, maak het mengsel niet te fijn. Verdeel groenten eventueel in meerdere porties. Fruit knoflook in een laagje olie, voeg tomaten toe, met wat zout. Laat 20 minuten pruttelen en voeg dan het paprika-auberginemengsel toe.

Breng opnieuw aan de kook en laat het mengsel een half uur zachtjes staan, regelmatig roerend.

Breng de pindjur op smaak met zout.

Bewaar in gesteriliseerde potjes, met een scheut olie bovenop.

Serveer deze zomerspread bij vers Turks brood.