AD Magazine, 7 juli 2018
Om deze foto’s te kunnen gebruiken, neem contact op met Shody Careman & @careman_fotografie
Mijn vrouw en ik raakten onlangs verslaafd aan de Israëlische Netflix-serie Fauda (het Arabische woord voor chaos), over een Arabisch-sprekende Joodse anti-terreureenheid die opereert in de Westelijke Jordaanoever. De hoofdpersoon is een voormalig geheim agent die voor één klus terugkeert als undercover. Fauda vertelt het spijkerharde en onverbloemde verhaal van twee bevolkingsgroepen die elkaar te vuur en te zwaard bestrijden.
En dat is conform de werkelijkheid, want in reallife zijn de door Israël bezette gebieden ook continu een brandhaard van ellende en geweld. Het is een gerede vraag of hier ooit een oplossing voor valt te vinden. Een paar weken terug – zoekend naar informatie over Fauda – vond ik een artikel over een bijzondere organisatie: Chefs for Peace.
In 2001 kwamen een Joodse, een Arabische en een christelijke chef elkaar toevallig tegen bij een conferentie over slowfood in Italië. Hoewel hun volkeren voortdurend met elkaar in de clinch lagen, verbroederde het hen juist dat zij gezamenlijk kookten. Terug in hun landen van herkomst lieten de chefs het er niet bij zitten en zochten zij elkaar op. Het idee ontstond om hun culturen met elkaar kennis te laten maken, juist door middel van hun smaakpapillen. Voedsel voor vrede!
Ze noemden hun project ‘Chefs for Peace’ en binnen korte tijd sloten zich vele koks bij hen aan. Het doel was – en is – te laten zien dat als mensen elkaar en elkaars eetgewoontes kennen, zij elkaar ook beter leren waarderen. Samen koken en samen eten zorgt voor samen leven. De koks van Chefs for Peace noemden de drie effen waar het om draait in het leven: food, family en friends. Daar waar gekookt en gegeten wordt, heerst rust.
In de serie Fauda wordt overigens ook regelmatig gegeten, door alle verschillende bloedgroepen. In een van de scènes biedt een van de personages een gast van een andere cultuur (ik hou het een beetje vaag, want voor wie nog gaat kijken wil ik niet plotspoilen) een gerechtje aan genaamd ‘idjeh’ – althans die spelling vond mijn vrouw na een uur zoeken op internet. Het bleek te gaan om een – van oorsprong Jemenitische – omelet met kruiden, aardappelen en vlees naar eigen invulling.
Wij zijn in onze keuken aan de slag gegaan om te kijken of we zelf een idjeh konden maken en ik denk zo waar dat het is gelukt. Onze bijdrage aan de vrede. We zeggen het de Chefs for Peace na: ‘Make food, not war!’
Recept voor Idjeh
Voor 4 personen
– 200 g lamsgehakt
– 1 ui, gesnipperd
– 4 eieren
– 2 el paneermeel
– kopje verse kruiden (koriander, peterselie, munt), fijngesneden
– 3 el pijnboompitten, geroosterd
– 1 tl za’atar, te koop bij de supermarkt of bij Turkse, Marokkaanse of Joodse speciaalzaken
– plantaardige olie om in te bakken
– Tahinsaus
– 4 el tahin, te koop bij de supermarkt of bij Turkse, Marokkaanse of Joodse speciaalzaken
– sap van een halve citroen
– knoflookteentje, geperst
– 4 pitabroodjes
– 1 rode ui, in dunne ringen
– handje verse kruiden (zie boven)
Meng het lamsgehakt met de ui, de eieren, het paneermeel, de kruiden, de pijnboompitten en de za’atar. Verhit de olie in een koekenpan en schep hierin twee opscheplepels van het mengsel en smeer deze uit ter grootte van een pitabroodje. Bak aan beide kanten goudbruin en houd ze warm. Herhaal dit totdat het gehaktmengsel op is. Meng voor de tahinsaus de ingrediënten door elkaar, voeg net zoveel water toe totdat het een gladde saus wordt. Verwarm de pitabroodjes, snijd ze open en vul ze met de idjeh, de uiringen, wat kruiden en de tahinsaus.