Ronald Giphart AD Algemeen Dagblad Ronald Giphart wil wel een tosti als tatoeage

Ronald Giphart wil wel een tosti als tatoeage

AD Magazine 26 mei 2018

Om deze foto’s te kunnen gebruiken, neem contact op met Shody Careman & @careman_fotografie

Het aandoenlijke aan mensen is vaak dat zij zo kunnen overdrijven. Een of andere hipster komt erachter dat hij van koffie houdt en binnen no time heeft hij tatoeages van koffiebonen op zijn arm, roostert en maalt hij zijn eigen filtermelange en begint hij een koffietentje met 180 verschillende obscure soorten pleur.

Een andere bebaarde knot drinkt graag bier, waarop hij in een garage zijn eigen IPA’s, saisons en stouts gaat brouwen met zelf geplante hopsoorten, wilde teennagel-gisten en andere maffe ingrediënten. Mensen kunnen geen maathouden.

Neem bijvoorbeeld ook de BBQ aficionado’s: de compleet doorgeschoten barbecue victims die het hele jaar het liefst achter hun favoriete kolengrilletje staan en van vlees braden een soort godsdienst hebben gemaakt, inclusief rituelen, verbodsbepalingen en geboden. Plotseling kan het bakken van wat biefstukjes, hamlapjes en sateetjes niet meer zonder essentiële ‘rookhoutsoorten’, ‘vuurkruiden’ en peperdure bakattributen als handgesmede roosterborstels, oud-indiaanse braadpincetten of Mongoolse vleestangen.

Kookweirdo

Afgelopen zomer ontmoette ik op vakantie een kookweirdo die een Big Green Egg (zo’n eivormige grill met een deksel) op zijn arm had laten tatoeëren als een religieus symbool. De man bezocht conferenties, volgde cursussen en was lid van de Amerikaanse Barbecue Society, een club die als doel heeft de kooktechniek ‘te vieren, onderwijzen, bewaren en promoten als een culinaire sport en kunstvorm’. Nu vind ik een goeie barbecue op zijn tijd – een of twee keer per kwartaal – best te pruimen, vooral omdat mijn vrouw zichzelf altijd opwerpt als ‘chef vuur’ en ik rustig in een luie stoel kan wachten tot zij lappen verbrand vlees en verschroeide worstjes op tafel zet. Ik doe haar tekort, want ook haar gegrilde groentes hebben vaak van die mooie gitzwarte levensverkortende schroeiplekken die de barbecue zo’n goede naam in de medische wereld hebben gegeven.

Tutu

Afgelopen winter was ik in Zuid-Afrika, waar ze ‘braaien’ hebben verheven tot culinaire sport en kunstvorm (er is een Nationale Braaidag, met aartsbisschop Desmond Tutu als beschermheer). Ik at er skilpadjies, oftewel lamslever in niervet, en zogenaamde braaibroodjies en nu moet ik bekennen dat die iets met me deden. Inmiddels maak ik mijn eigen braaibroodjies, een gerecht waaraan ik al redelijk verslaafd ben. Sterker, ik denk erover om een braaibroodjie op mijn arm te laten tatoeëren.

Braaibroodjies met blatjang – voor 4 personen

8 sneetjes witbrood

150 g geraspte kaas

2 tomaatjes, dun gesneden

1 ui, in ringen

Boter

blatjang uit een fles (of: 2 uien, in blokjes)

1 scheutje olijfolie

1 grote teen knoflook, geperst

2 cm gember, fijngehakt

1 tl sambal badjak

1 tl gedroogde koriander

2 tl mosterdzaadjes

1 tl chilipoeder

1 tl kurkuma

200 g gedroogde abrikozen, in stukjes gesneden

100 g rozijnen

1 appel, in blokjes

50 g amandelsnippers

125 g bruine suiker

2 tl zout

100 ml wijnazijn

Een braaibroodjie is een tosti voor op de barcecue, die een unieke smaak krijgt door de chutney (blatjang).

Beboter het brood aan de buitenkant en beleg de binnenkant met kaas, ui, tomaat en scheutjes blatjang. Die kun je kopen of zelf maken. Leg de abrikozen en rozijnen minimaal een halfuur in een halve liter water dat net van de kook is (water bewaren). Fruit uisnippers in olijfolie, voeg knoflook, gember, sambal, koriander, mosterdzaad, chilipoeder en kurkuma toe en bak goed door. Voeg gewelde abrikozen, rozijnen, appel, amandelsnippers, suiker en zout toe. Roer goed. Giet weekwater en wijnazijn erbij, roer en laat het een halfuur tot drie kwartier inkoken (zonder deksel). De blatjang mag stevig zijn.