Schoonmaken

FNV Magazine, #1 2018

Elders in dit Magazine staat een interview met Leon Verdonschot over zijn documentaire Het schoonmaakparlement. Dat bracht me terug naar een van mijn eerste baantjes. Ik woonde in Soest, maar het kantoor waar ik geacht werd puin te ruimen lag in Hilversum (op een half uur fietsen, in de regen). Het was mijn taak om zes afdelingen van een kantoorflat op te ruimen en te boenen, wat binnen maximaal drie uur moest gebeuren. Als ik mijn werkzaamheden niet binnen deze termijn afkreeg moest ik in mijn eigen tijd doorgaan. Nu was het bijkans onmogelijk om dat rotgebouw in drie uur aan kant te krijgen, zeker voor een beginneling als ik (over het opruimen van mijn kamer deed ik gemiddeld al een paar maanden). Uiteindelijk bleek ik ƒ 9,30 per dag te verdienen, wat inclusief reistijd en onbetaalde overuren, ver onder het minimum lag.

Na een week kon mijn vakbondsvader het niet langer aanzien, waarop hij belde met het schoonmaakbedrijf. Het resultaat van dat gesprek was dat ik per direct stopte als schoonmaker en mijn goedzakkige vader mij extra zakgeld gaf, totdat ik elders een nieuw baantje kreeg. Sindsdien heb ik grote bewondering voor iedereen die het wel in de schoonmaakbranche uithoudt.

En daarom sprak het zo tot de verbeelding toen in 2010 duizenden schoonmakers de uitbuiting van vele boven- en onderbazen, zakkenvullers en uitzuigers niet meer pikten en drie maanden lang in staking gingen, een van de grootste heroïsche vakbondsacties van het afgelopen decennium. Deel van het succes was de sympathie die er onder het publiek ontstond, omdat mensen inzagen dat goed werk goed gewaardeerd moet worden. Meer respect en minder werkdruk!

Een uitvloeisel van de staking was vorming van het  zogenoemde Schoonmaakparlement, waarin een groep bezielde schoonmakers geregeld bij elkaar komt om zich uit te spreken over actuele kwesties en het imago van de schoonmaakbranche. Een geweldig initiatief waarop de vakbond met recht trots mag zijn. Zeg ik mede als oud-schoonmaker.