Schrijfmevrouw vraagt duiker waarom hij duikt

Het Parool, 14 april 1995

Boekrecensie: Fleur Bourgonje: De onderstroom, Atlas, ƒ 25

Een ietwat mysterieuze schrijfmevrouw is naar de Golf van Akaba gekomen om een beetje uit te blazen, of nee, dat klinkt natuurlijk veel te onbetamelijk. Om evenwicht en rust te vinden, in de woorden ervoor. Haar eigen beelden die naar de bodem van haar bewustzijn waren gezakt of daar altijd al hadden gelegen zonder dat zij ze kon aanraken, zonder dat zij ze werkelijk begreep.” Deze schrijfmevrouw maakt er een gewoonte van om in een baai te kijken naar twee duikers die uit het water komen. Met hun ‘instrumentarium tegen de dood’ (volgens mij slaat dat op hun duikspullen) lopen deze mannen telkens weer ieder voor zich naar eigen droogte, hun eigen werkelijkheid’. Tot de mevrouw op een goed moment het lef heeft een van de duikers te achtervolgen met de durf hem te vragen ‘Wat hij ziet, wat hij zoekt in de diepte waar zo weinig licht en helemaal geen nacht is, wat hij daar haalt of achterlaat, in welke begoocheling hij verstrikt is geraakt of van welke hij zich juist bevrijdt’.

Wie zoek je daar toch?” is de vraag die het uiterst sensitieve en voortdurend overdenkende schrijfmens uiteindelijk aan de duiker durft te stellen. De man breekt op zijn beurt geen moment hij antwoordt al even weldoordacht en quasi-mysterieus dat hij spelen iets vindt voor boven het wateroppervlak en tevens iets typisch voor vouwen. “Mannen verdoen hun tijd daar (…) niet mee, ze zoeken alleen – en dan nog maar heel kort – als ze iets verloren hebben. Ze vervangen liever het verlorene dan dat ze het missen; wist je dat niet, mannen missen niet graag.”

Ja, als twee elkaar onbekende mensen op een toeristenstrand dit soort diepzinnigheden beginnen uit te wisselen, in een literair werk bedoel ik, staat één ding als een paal boven water: dat wordt neuken! Dat wordt een gepassioneerde verhouding! Dat wordt heel veel reflectie! Dat worden nog veel meer diepzinnigheden, heel veel problemen en heel veel gebeurtenissen uit verleden die nu nog steeds een rol spelen!

En dit is precies wat er in Onderstroom, de nieuwe novelle van Fleur Bourgonje, gebeurt. Terwijl de duiker zijn spullen in de auto laadt, vertelt hij de schrijfmevrouw eerst dat ‘de essentie van alle leven lucht is’, waarna zij een intellectuele discussie over het begrip ‘bedreigde geest’ krijgen! De man is blijkbaar boos op de vrouw, want hij verlaat haar zonder te groeten, zoals in de Bouquet-reeks de held en de heldin in het begin ook vaak rot tegen mekaar doen.

Na deze ontmoeting begint de vrouw zich met behulp van een handboek in de wereld van de duiksport te verdiepen. Leder nieuw begrip (‘dronkenschap der diepte’, caissonziekte, wrakken op de bodem) is aanleiding tot het bedenken van nieuwe metaforen, de geliefde hobby van schrijfmevrouw. Dan zien de duiker en de vrouw elkaar weer op het strand. De duiker zegt heel byronic: “Wat ben je laat vandaag,” waarop de vrouw natuurlijk smelt. Om zijn belangstelling te tonen vraagt de man wat de vrouw toch in haar schriftje schrijft, en dat blijkt te gaan over ‘lucht’. Komt zoiets even goed uit, want de duiker is ‘handelaar in lucht’! Hij heeft een bedrijfje in het vullen van gasflessen voor andere duikers, en dat niet alleen: hij heeft een vrouw gehad die hem een jaar daarvoor zomaar heeft verlaten, waardoor hij thans van alles teveel heeft, vooral van lucht!

Nadat de man en de schrijfmevrouw in een aanpalende woestijn de liefde hebben bedreven, vraagt hij of zij niet bij hem wil komen wonen. Hier stemt zij mee in, en dan komen de problemen, de diepzinnigheden en de metaforen pas goed op gang. Het nieuwe liefdespaar krijgt eerst te kampen met de jaloerse hond van de duiker en komt vervolgens in de woestijn vast te zitten in een zandstorm. Dit overleven ze maar ternauwernood, waarna de duiker begint te helpen met zijn handeltje in lucht. Inmiddels zijn we van haar te weten gekomen dat ze een baby heeft gehad die gestikt is in zijn eigen lakentje (tip: zou dat wederom met eén gebrek aan lucht te maken hebben?). De toenmalige man van de vrouw kon dit niet aan en heeft haar verlaten. Deze tragedie vertelt de vrouw niet aan haar duiker, maar ze kijkt wel stiekem in zijn fotoboek (terwijl ze niet weet dat hij stiekem in haar schrijfblok koekeloert).

Uiteraard is dit de oorzaak van een grote verwijdering tussen de twee gelieven, maar in de laatste alinea, ja zelfs in de laatste zin, krijgen ze elkaar toch nog terug. Liefde overwint alles, is dat niet prachtig? Nee, met Onderstroom heeft de Nederlandse literatureluur er weer een geramde novelle bij, een volstrekt humorloos meesterwerkje waarin alles weer prima klopt, alles weer fantastisch met alles te maken heeft en ieder woord, ieder godvergeten beeld weer zorgvuldig is geconcipieerd.

Toch is, en ik vind het jammer dat te moeten toegeven, deze Bouquetreeks voor intellectuele mierenneukers niet aan mij besteed. Allemachtig, wat een kutboek.