De Volkskrant, 2 december 2008
Vrijwel dagelijks rijd ik over de Maliebaan, een oude, statige straat in het oosten van Utrecht. De afgelopen weken heb ik dat niet kunnen doen zonder te denken aan heldenmoed, verraad, oorlogsgeweld en Jamie Oliver.
Dit komt door een boek dat onlangs verscheen: Panden die verhalen (uitgeverij Matrijs), een ‘kleine oorlogsgeschiedenis’ over deze laan, geschreven door Wout Buitelaar. Vorige week had ik de eer om met de schrijver een wandeling te maken langs door hem beschreven huizen.
De hoogleraar bedrijfskunde aan de UvA kwam in 1992 op de Maliebaan te wonen, ongewis van het fascinerende oorlogsverleden. Toen hij las over het Kindercomité – een Utrechtse studentengroepering die zich bezighield met het onderbrengen van Joodse kinderen – is hij zich in het onderwerp gaan verdiepen.
Hij nam me mee naar het einde van de Maliebaan, vlak bij de plek waar op 7 mei 1945 tien leden van de Binnenlandse Strijdkrachten werden doodgeschoten door Duitse soldaten. Dat was op het moment dat geallieerde soldaten, vijfhonderd meter verderop, de stad binnentrokken.
Gepassioneerd liet Buitelaar – een gedistingeerde vrolijke man – me vele ‘schuldige gebouwen’ zien. Utrecht was het bestuurscentrum van de NSB en de Duitsers. Ongeveer vijfhonderd Utrechtse panden werden door de bezetter gevorderd, de meeste in de omgeving van de Maliebaan.
De Aussenstelle Maliebaan herbergde een overweldigende geweldsmachine. Fijne namen. wehrmacht. Grüne of Ordnungspolizei. Sicherheitspolizei (Sipo). Sicherheitsdienst. Feldgendarmerie, Abwehr (contraspionage). Anton Musserts Nationaal-Socialistische Beweging. Weer Afdeling. Landwacht. Germaansche SS. Nederlandsch Arbeidsfront. De Beauftragte.
Het fascinerende is echter dat de Maliebaan daarnaast ook een bolwerk was van ‘de tegenbeweging’. Op luttele meters van de vele Duitse geheime diensten werden ondergrondse kranten bestierd en verspreid, stond er een illegale stencil post, was er een geheime zendmast op de zolder van een kerk (‘een lijn naar boven’) en werden er geldinzamelingconcerten gegeven voor onderduikers.
De geschiedenis van de Utrechtse ondergrondse is er een van vele heldhaftige individuen: ‘Oom Henk’, ‘Ruurd’, ‘Bob’, ‘Tante Truitje’, ‘Grote Cor’ en ‘Ome Jan’. Met die laatste werd aartsbisschop De Jong bedoeld, die in zijn kluis op de Maliebaan 40 de administratie over ondergedoken Joodse kinderen liet opbergen.
Met liefde en bewondering vertelde Buitelaar over ‘Dr. Max en ‘Liesbeth’, de verzetsheldinnen Marie Anne Tellegen en Janneke schwartz, die woonden op de Maliebaan 72b, direct naast het gebouw van de Sicherheitspolizei op nummer 74.
In Panden die verhalen zien we een afbeelding van een Sipo-document over het Nederlandse verzet, met als een van de lemma’s de ongrijpbare ‘dr Max’. De Dienststelle kon niet bevroeden dat het hier ging om ‘diese zwei uninteressante Damen’ van het aanpalende huis. Dr. Max en Liesbeth zijn net op tijd ondergedoken, anders waren zij wellicht in de cellen van hun buurhuis beland.
Buitelaar en ik belden tijdens onze wandeling op de bonnefooi aan bij het bedrijf dat nu op Maliebaan 74 is gevestigd: uitgeverij Kosmos. We vroegen of we een kijkje mochten nemen in de kelders van het gebouw. Een wezenloze ervaring. Waar nu de dozen met kookboeken van Jamie Oliver vrolijk staan opgestapeld, werden in de oorlogsjaren mensen gemarteld en vernederd.
Op 6 juni 1944, bijvoorbeeld, werd de oude Utrechtse mevrouw De Leeuw-Snackers er verhoord, omdat ze zich volgens twee SD-ers in het openbaar zou hebben schuldiggemaakt aan Deutschfeindliche Kundgebung. Een klein jaar later stierf ze, kapot getreiterd, in een vrouwengevangenis in Leipzig.
Dit zijn de verhalen waaraan ik tegenwoordig denk als ik over de Maliebaan fiets.