Kijk Magazine juli 1999, nummer 7
Titel in Ten Liefde, 2001: Willen en lekker vinden
Neem het beste orgasme dat je ooit hebt gehad, vermenigvuldig dat met duizend, en dan nog ben je niet in de buurt van de kick die heroïne geeft,” vertelt de verslaafde Mark Renton, hoofdpersoon van de succesvolle cultfilm Trainspotting (naar een roman van Irvine Welsh).
Terwijl Mark de loftrompet over heroïne schalt geeft hij een shot aan een meisje, waarna zij heftig kreunend met haar ogen begint te draaien en, even later, volkomen verzadigd achterover valt op het tapijt. Heroïne is klaarblijkelijk een aangenaam stofje. Alleen al het op een groot scherm verbeelden van deze bewering leverde de makers van Trainspotting een Mount Everest aan kritiek op. Toegegeven, Trainspotting liet wel degelijk de harde kanten van het drugsleven zien (loodzwaar afkicken, criminaliteit, bloederige ruzies, aids, dood), maar tevens zou het plezier van drugs te veel opgehemeld worden. Een black comedy over zo’n beladen onderwerp als verslaving zou jonge mensen alleen maar een stap dichterbij de vernieling helpen, was de kritiek.
Verneukte toekomst
Dat laatste geloof ik in het geheel niet, en daarnaast vond ik het erg knap van de makers dat het hen lukte de kijkers te laten invoelen wat voor een geweldige roes heroïne moet geven. Want wie zou zijn gezondheid op het spel zetten, zijn toekomst verneuken, zijn vrienden & familie willen kwijtraken, wie zou werkloos willen worden, willen vervuilen, wie zou op straat willen leven en fietsen of autoradio’s moeten stelen, wie zou voortdurend in elkaar geslagen willen worden en in de bak willen zitten en wie zou zich door vieze omstandigheden willen laten besmetten met een dodelijk virus als daar niet een heel, heel, heel erg fantastische kick tegenover stond?
Over de vraag waarom mensen verslaafd raken zijn al meer dan ontelbare wetenschappelijke studies geschreven, die elkaar op zo ongeveer alle punten tegenspreken. Het enige dat we zeker weten is dat als je verslaafd bent, je daar niet zelf schuldig aan bent, maar je hoofd. Een van de drugsonderzoekers onderzocht jarenlang het heftige verlangen van drugsgebruikers naar hun snuifje of spuitje. Omdat veel onderzochte verslaafden het verlangen naar drugs vergeleken met het verlangen naar bijvoorbeeld seks (maar dan duizend keer heftiger), probeerde deze onderzoekster uit te vinden of drugs soms ‘inbreken’ bij hersenfuncties die een mens normaliter laten warmlopen voor andere verleidingen (klaarkomen, lekker eten, KIJK lezen).
Ze liet collega’s en proefpersonen naar genitaal-romantische films kijken en scande ondertussen hun hersenactiviteit. Deze scans werden vergeleken met de scans van verslaafden die niet naar porno keken maar naar homemade-beelden van mensen die drugs kochten en gebruikten. Opvallend was dat het verlangen naar het verdovende middel duidelijk huisde in het zogenaamde limbisch systeem (het zeer oude gedeelte van onze hersens dat onze basisemoties regelt), en dat er tijdens het verlangen naar een kick geen enkele hersenactiviteit was waar te nemen in de zogenaamde cerebrale cortex (de flap waar wordt nagedacht en die over wilskracht beschikt).
Kortom: het verlangen naar drugs onttrekt zich aan de typisch menselijke eigenschap na te denken over de gevolgen van handelingen. De onderzoekster ontdekte ook dat seks video’s dezelfde gebieden in het limbisch systeem stimuleren als drugs. Je zou kunnen beweren dat de verlangens naar seks en drugs op elkaar lijken.
Andere onderzoekers ontdekten dat er een verschil zit in ‘willen’ en ‘lekker vinden’. Wanneer bij ratten het gebiedje verdoofd wordt dat de informatie van het limbisch systeem doorgeeft aan rest van de hersens, zullen ze niet langer op zoek gaan naar voedsel, maar ogenschijnlijk genieten ze wel van een snack wanneer onderzoekers ze dwingen te eten. Bij drugsverslaafden zou het volgens deze wetenschappers precies andersom zijn: de impulsen van de hersengebieden die ‘willen’ worden om een of andere reden zo sterk dat ze een eigen leven gaan leiden.
Te lekker
Het zou allemaal te maken hebben met dopamine, ofwel de stof (neurotransmitter) die informatie van het limbisch systeem door de rest van de hersenen pompt. Iedere keer dat we foie gras eten, cocaïne gebruiken, een lekker potje vrijen of KIJK lezen, maakt de apotheek in ons hoofd deze dopamine aan. Bij chronisch verslaafden zou er iets misgegaan kunnen zijn en voert deze apotheek de dosis te hoog op. En tot welke verschrikkelijke gevolgen dat kan leiden laat Trainspotting zien. Zo krijgt het meisje dat in het begin van de film zo’n lekker shot kreeg verderop in het verhaal de klap van haar leven: ze had zich zo laten leven door de lokroep van de dopamine dat ze haar anderhalf jaar oude baby had verwaarloosd. Schrijnend is de scène waarin het kind levenloos en onmenselijk bleekjes in haar box ligt te verstijven.
Om het tot besluit van deze column eindelijk eens over mezelf te hebben: ik ben geen principieel tegenstander van drugs, hoewel ik ook geen principieel voorstander ben. Van de keren dat ik drugs heb gebruikt weet ik: als ik het te lekker begon te vinden en te graag wilde gebruiken, was het tijd om te stoppen.