Sjors Fröhlich

AD Magazine, 18 april 2020

Paspoort: Sjors Fröhlich

Geboren: 20 juni 1967 in Enkhuizen.
Opleiding: School voor Journalistiek in Utrecht (niet afgemaakt).
Loopbaan: Presenteert op z’n 14de met anderen het jongerenprogramma Tussenuur op Hilversum 3. Ook krijgt hij bij de NCRV een eigen tv-programma: Spop. Hierna volgen op Radio3FM de programma’s Paperclip en The Magic Friends, met Peter Plaisier. Vanaf 1996 is hij te horen op Radio 2 met Cappuccino en op Radio 1 met Stand.nl. Werkt jarenlang voor Langs de lijn en verslaat acht jaar de Tour de France. Na stemproblemen besluit hij in 2007 niet meer te presenteren. In 2013 wordt hij hoofdredacteur van BNR Nieuwsradio en per november 2019 is hij de eerste benoemde burgemeester van Vijfheerenlanden. Hij ontvangt drie Marconi Awards en de Marconi Oeuvre Award 2019.
Privé: Getrouwd, twee kinderen van 14 en 10.

INTERVIEW

Een neurologische spierziekte maakte in 2007 een eind aan zijn carrière als radiomaker. Vijf maanden geleden werd Sjors Fröhlich (52) beëdigd als burgemeester. ,,Ik ben nooit erg onder de indruk van officiële poeha, maar hiervan raakte ik toch geëmotioneerd.’’

Een bejaarde dame fietst langs het bordes van het gemeentehuis in Leerdam, de grootste kern van de jonge gemeente Vijfheerenlanden. ,,Hé, de nieuwe burgemeester! Wat leuk om u te zien!’’ roept ze naar Sjors Fröhlich, die poseert voor de fotograaf. ,,Wat leuk om ú te zien!’’ roept de nieuwe burgemeester terug. De vrouw remt af en roept naar boven: ,,Van mijn zoon mag ik in deze coronatijden niet te lang op straat. Hij wil dat ik snel naar huis kom.’’

,,Ik wil ook dat u snel naar huis gaat’’, zegt Fröhlich vaderlijk, waarna de vrouw opgetogen verder fietst en de burgemeester zichtbaar nageniet van deze korte ontmoeting met een van ‘zijn’ 55.000 burgers.

In zijn werkkamer, pal naast het corona-crisiscentrum, vertelt hij hoeveel nieuwe besmettingen zijn gemeente de dag ervoor telde, iets wat hem elke dag per app wordt meegedeeld door de directeur van de GGD, regio Utrecht. Vijfheerenlanden heeft drie gemeentehuizen en er werken deze dagen ongeveer driehonderd ambtenaren thuis. ,,De organisatie draait desalniettemin als een naaimachientje’’, zegt Fröhlich met nauwverholen trots. Het is bijzonder om hem in deze hoedanigheid te zien: een voormalige radiopresentator die burgemeester werd in de gemeente waar hij is opgegroeid.

Dat is op z’n minst een mooi gegeven.
,,Jazeker, dat doet mij ook veel. Ik kom hier vandaan, uit Meerkerk. Mijn vader was monteur van weegschalen en als jongen ging ik regelmatig met hem op pad naar alle slagers in de buurt. Hoewel we wel degelijk christelijk waren, waren we lid van de AVRO. In het Algemeen Dagblad zag ik een advertentie voor een nieuw NCRV-jongerenprogramma op Hilversum 3. Daar werd ik aangenomen en dat bepaalde mijn leven.’’

Er werd over je gezegd dat je al radio maakte voordat je kon praten.
,,Radio is altijd mijn grote liefde geweest. Theo Koomen die achterop de motor in de Tour de France verbale schilderijen schetste, dat vond ik fantastisch. Felix Meurders, Frits Spits, Met het Oog op Morgen… Dat laatste programma stiekem in bed op een transistorradio die naast mijn hoofdkussen lag. Mijn ouders hadden een bandrecorder met zo’n spoel en als kind nam ik mijn eigen programma’s op. Mijn eerste eigen show bij de NCRV, Tussenuur, presenteerde ik als veertienjarige met zo’n aandoenlijk hoog stemmetje.’’

Je bleek een talent en maakte razendsnel carrière. Iemand zei: Sjors begrijpt wat radio is, wat werkt en niet werkt.
Hij zwijgt even en zegt niet onaardig: ,,Ik ben niet het type dat zichzelf complimenten geeft of als visionair zou neerzetten.’’

Maar je bent het wel.
,,Ik heb vaak ideeën en soms pakken die goed uit, soms ook niet. Er is in de loop der jaren echt wel het een en ander mislukt, hoor. Ik heb in de zomer weleens een vakantie-achtig programma gemaakt en dat was het gewoon niet. Dat kan gebeuren.’’

Maar er is ook veel gelukt. Je bedacht de immens populaire zaterdagochtendshow Cappuccino. Je bedacht Stand.nl. Bij BNR heb je de hele zender gestroomlijnd en podcasts geïntroduceerd.
,,Frits Spits noemde het ooit ‘programmageluk’; dat je een programma maakt waarin alles bij elkaar komt: de muziek klinkt lekker, de gesprekken gaan goed. Dat gevoel heb ik een paar keer mogen ervaren.’’

Bij Stand.nl wilde je stem geven aan gewone mensen. Waarom was dat belangrijk? En heb jij met dat programma bijgedragen aan de polarisatie in Nederland?
,,Hm, zo heb ik het nooit bekeken. Stand.nl begon in 2001, voor de aanslagen op 11 september. Er broeide iets dat niet werd opgepikt door de landelijke media, vond ik. De stem van ‘gewone mensen’ kwam niet genoeg aan bod. Het gat waar Pim Fortuyn was ingesprongen, de onderstroom die er nu eenmaal was, hoorden we niet genoeg op de radio. In het begin kreeg het programma veel kritiek: waarom moet mevrouw Jansma uit Drenthe zo nodig ook haar mening geven? Maar ja jongens, mevrouw Jansma woont óók in Nederland, misschien is haar mening niet gebaseerd op de meest accurate kennis, maar ze voelt wel iets. Natuurlijk kwamen er in Stand.nl af en toe idioten voorbij, maar het was zeker geen Twitter.’’

Het programma was succesvol, net als Cappuccino, dat het best beluisterde programma van Nederland werd. En toen gebeurde er iets met je stem.
,,Ik deed heel veel programma’s, soms wel zeven dagen per week. Een redacteur vroeg eens: op welke woensdagmiddag valt dit jaar jouw vakantie, Sjors? Plotseling ging mijn stem achteruit. Eerst dacht ik aan een aanhoudende verkoudheid, maar het bleek spasmodische dysfonie te zijn, een neurologische spierziekte. Mijn zenuwen gaven verkeerde signalen door aan mijn stembandspieren. Vette pech, had iedereen kunnen overkomen. Ik heb nog botoxspuiten in mijn keel gehad, een lapmiddel. Uiteindelijk is mijn stembandspier doorgesneden en dat hielp, al kon ik niet meer presenteren.’’

Merk je er nog steeds iets van?
,,Nou, als het heel druk is, en dat zijn deze tijden wel, dan zit het er nog wel een beetje, en dat hoor je misschien ook wel. Het kan niet meer terugkomen, maar het is ook nog niet helemaal weg.’’

Je stem klinkt inderdaad af en toe schor. Wat deed die kwaal met je?
,,Ik ben een relativerend persoon. Ik heb geen kanker in m’n keel, dacht ik, en ik ga er niet aan dood. Acht jaar heb ik de Tour de France gedaan, ik heb de Amerikaanse verkiezingen verslagen en mooie programma’s mogen maken. Ik telde mijn zegeningen, maar natuurlijk was ik er heel verdrietig over.’’

Je was inmiddels getrouwd met Polly, jullie hadden een gezin gesticht.
,,Ja, in 2001 ontmoette ik in een kerk in Den Haag waar ik iets moest presenteren een vrouw die voor Stichting Vluchteling. werkte. We raakten aan de praat en dat voelde direct bijzonder. Zij werd de liefde van mijn leven, inmiddels hebben we twee kinderen van veertien en tien jaar oud.’’

Op jullie huwelijk kregen jullie van vrienden een ooievaarsnest cadeau.
,,Dat was prachtig. Wij woonden hier net in het dorp Schoonrewoerd, en dat nest werd bij ons in de tuin opgetuigd. Gelijk al in het eerste jaar besloten twee ooievaars daar hun nestje te maken, en sindsdien is het ieder jaar bewoond. Dit jaar keerden de ooievaars terug, uitgerekend op Valentijnsdag.’’

En toen zag je vorig jaar, je was inmiddels hoofdredacteur van BNR, een advertentie voor de burgemeesterspost in jouw gemeente.
,,En dat ging in mijn hoofd zitten. De eerste keer dat ik tegen Polly zei dat ik eraan dacht naar die baan te solliciteren moest ze tien minuten lang heel hard lachen. En mijn vrouw kan echt hard lachen.’’

Waar kwam je ambitie vandaan? In de profielschets van de functie stond: we zoeken een vooruitstrevend iemand, iemand die in de wijken durft te komen en de gemeente verder wil brengen. Jij las dat en dacht…
,,Dat ben ik! Ik weet niet waar dit teken vandaan komt, maar nu moet ik! Politiek heeft me altijd gefascineerd, dat heb ik wel van huis uit meegekregen. In mijn gemeente speelde een ingewikkelde fusie tussen de gemeenten Vianen, Leerdam en Zederik, er was de wil om er samen iets van te maken. Dat enthousiasme vond ik aanstekelijk. Ik wilde daar deel van uitmaken.’’

Schets eens hoe zo’n proces verloopt, want je bent partijloos en had geen ervaring, dus in de sollicitatie begon je met een achterstand.
,,Ik kende een paar burgemeesters en die heb ik allemaal opgezocht. Ik vroeg wat ze vonden van mijn idee om te solliciteren, waarop ze allemaal positief reageerden. Ik ben me enorm gaan inlezen, onder andere het dikke handboek Burgemeester. Ook heb ik snuffelstages gedaan in vier gemeenten. Wat doen burgemeesters? Wat wordt er van hen verwacht? Elke keer als ik van zo’n dag terugkwam, zat ik vol energie. Er zijn grote onderwerpen, maar ook vele kleinere, die net zo belangrijk zijn. Bijvoorbeeld iemand die honderd jaar wordt, of een bijzondere prestatie heeft verricht. Dan gaat het niet om bestemmingsplannen, maar om de vraag: hoe krijg je als burgemeester een glimlach op iemands gezicht?’’

Je staat bekend als iemand die altijd een goed humeur heeft en zelden gestrest bent. Goede eigenschappen voor een burgemeester.
,,Klopt, maar het gevaar van altijd een goed humeur hebben en relativeren is dat oppervlakkigheid op de loer ligt, en dat is niet iets dat ik als burgemeester wil uitstralen. Polly heeft me geleerd niet alles altijd weg te relativeren. Soms mag je best boos of verdrietig zijn, en dat ook tonen.’’

Je had bij de sollicitatie tweeëntwintig concurrenten.
,,Ja, het is een merkwaardig proces. Honderd procent geheim ook, daar moet je voor tekenen. Ik mocht zelfs niet tegen anderen zeggen dat ik had gesolliciteerd. Er volgden leuke gesprekken met de Commissaris van de Koning en de vertrouwenscommissie, waarin we nadachten over dilemma’s. Ik kwam daar opgewekt van terug.’’

En toen werd je aangenomen?
,,Nee, toen waren we nog maar net begonnen. Ik had er een goed gevoel over, maar dat zei natuurlijk niets. Er kwam een tweede gesprek en daarna begon er wel iets te kriebelen. Uiteindelijk hoorde ik dat er nog maar twee kandidaten over waren, nummer 1 en nummer 2. Die nummer 2 was er alleen voor als nummer 1 onder een tram zou komen, begreep ik. Anderhalve week lang duurde vervolgens het wachten en ik mocht niemand iets vertellen. Op een woensdagavond was er een geheime stemming. Ik was thuis en wist dat ik die avond gebeld zou worden. Toch alsof je van de rector te horen krijgt of je je eindexamen hebt gehaald. Om kwart over 8 ging de telefoon. We zaten met het gezin aan de keukentafel een potje te pesten om de tijd te doden. Ik bleek nummer 1 te zijn.’’

Euforie?
Hij knikt bedachtzaam. ,,Ja, blijdschap. Toen het nieuws die avond bekend werd, kwam er meteen een golf aan publiciteit, dat sloeg natuurlijk helemaal nergens op, maar voor Vijfheerenlanden heeft het volgens mij positief uitgepakt. Op 14 november 2019 werd ik geïnstalleerd, in Meerkerk, my hometown, waar ik ben opgegroeid. Ik werd beëdigd in het bijzijn van mijn vader en moeder, die daar nog steeds wonen. Door mijn relativerende karakter ben ik nooit erg onder de indruk van officiële poeha, maar toen de griffier het Koninklijk Besluit voorlas en ik de belofte van trouw aan mijn gemeente aflegde, raakte ik toch geëmotioneerd. Op dat moment daalde het echt in. Wat je noemt een ankermoment.’’

Niet alleen je ouders, maar ook je gezin zat in de zaal.
,,Mijn vader en moeder waren natuurlijk onder de indruk, al lopen ze daar niet mee te koop. Ook mijn eigen kinderen vinden het bijzonder, maar ze kunnen het zeker relativeren, dat zullen ze van ons hebben meegekregen. Thuis ben ik niet meer dan een loco-burgemeester, hoor. Toen ik nog niet was beëdigd stond ik ’s ochtends in de keuken met een schaar in mijn hand een label uit een overhemd te knippen. Mijn tienjarige zoon vroeg: ‘Ben je al aan het oefenen met lintjes knippen?’ Dat relativeert enorm.’’

Je bent burgervader. Voelt het ook echt zo?
,,Niet voortdurend in de hoedanigheid van ‘vader van de gemeente’. Maar de rol ik die kan spelen, zeker tijdens deze crisis, vind ik heel belangrijk. Mensen vinden het fijn van de burgemeester te horen hoe het gaat, dat ze het goed hebben gedaan, dat er naar hen wordt geluisterd, dat de gemeente hen beterschap en sterkte wenst. Dat maakt voor mij deel uit van het burgemeesterschap.’’

Kreeg je de tijd om rustig in te werken?
,,Nee! Je hebt geen inwerktijd als burgemeester. Er waren direct wat we noemen ‘impactvolle incidenten’. We hadden in de gemeente een paar flinke branden, en een politieagent schoot zijn vrouw dood en vervolgens zichzelf. De arrestatie van Ridouan Taghi zorgde ook voor onrust, omdat hij uit onze gemeente komt. Zeker toen er een week later een grote politieactie in die wijk was. Daar ontstond direct een gespannen dynamiek. Vervolgens hebben we een zeer onrustige oud en nieuw gehad, veel auto’s in de brand en de Mobiele Eenheid moest zelfs ingrijpen. Dat hadden we hier nooit gehad. Aan het begin van de avond konden de brandweer en de politie niet bij een brandende auto komen omdat ze werden bedreigd door omstanders met vuurwerk. Dat is een grens, als burgemeester kun je dat nooit accepteren. Vanuit de brandweer en de politie zijn er later grappige opmerkingen gemaakt: we hebben even een leuk inwerkprogrammaatje voor u opgesteld.’’

Heeft de Vijfheerenlandse politiek het je al moeilijk gemaakt?
Dat valt mee. De gemeenteraad heeft gemerkt dat ik er echt plezier in heb. Mijn eerste raadsvergadering was in december en we hadden een volle agenda. Het leiden van zo’n vergadering heeft soms wel iets weg van het presenteren van een radioprogramma, er is een draaiboek en het is dan wel geen interview, maar toch probeer ik af en toe met een opmerking het ijs te breken. Niet te veel lol erin, maar het midden vinden tussen ernstig en plezierig.’’

Je kreeg behoorlijk wat voor je kiezen in de eerste maanden. En dan nu ook nog de coronacrisis.
,,In zo’n crisis kun je als burgemeester wel je rol spelen en dat is fijn. Ook zie ik overal prachtige initiatieven ontstaan. We doen het inderdaad echt samen.’’

Je vertelde over het ‘programmageluk’ dat je als radiomaker kunt ervaren. Heb je in de bijna zes maanden dat je hier zit al ‘burgemeestersgeluk’ gehad?
Fröhlich denkt even na. ,,Ja, dat is me toch al een enkele keer overkomen. Dat je vanuit iets heel kleins, bijvoorbeeld door even naar iemand toe te gaan of iemand te bellen, echt iets kunt betekenen. Die rol voel ik heel sterk. Ik wil van betekenis zijn voor mensen. In deze coronatijd bel ik zo veel mogelijk patiënten op, gewoon om even vanuit de gemeente iets te laten horen. Ik merk dat mensen dat waarderen en dat vertellen ze me ook. Dat zijn momenten dat ik even stil word en ja, dat zou ik burgemeestersgeluk noemen.’’