Ronald Giphart OpSmaak UFS Unilever Food Solutions januari 2015

Smaken achtbaan

OpSmaak magazine, januari 2015

Ook ik word geplaagd door keuzestress als ik een menukaart in mijn hand heb. Al die lonkende gerechten! En daarom ben ik altijd blij met een ‘menu van het huis’, als het enige stressvolle de vraag is uit hoevéél gangen de maaltijd mag bestaan. Volgens de klassieke menu-leer bestaat een diner uit zeventien gangen, maar dat klinkt heden ten dage als té copieus.

Een tijdje terug werd ik door een vrouwelijke zakenrelatie meegenomen naar het Rotterdamse restaurant FG (**), van het kookwonder Francois Geurts, een adept uit de school van Heston Blumenthal. Koks uit die windrichting proberen gasten te overdonderen met texturen, moesjes, geleitjes, schuimpjes, zalfjes, kwakjes en gastronomische cumshots. De chef zelf vroeg wat hij voor ons kon betekenen en in hoeveel gangen hij zijn kookkunst aan ons mocht serveren.

“Het liefst één, hooguit twee,” zei mijn gastvrouw “Ik ben aan de lijn”

Hooguit twee!

Een nauwelijks merkbare ontsteltenis in Geurts ogen. Hij wilde ons meenemen op een waanzinnige smakenachtbaan door de mond, maar hoorde dat hij al na twee bochten moest stoppen. Omdat ik te gast was, was het niet aan mij om daar iets over te zeggen.

Het toeval wilde dat ik een dag later moest optreden in een Rotterdams theater. Ik vertelde mijn vrouw ’s ochtends dat ik geweldig bij FG had gegeten, al waren er dan slechts twee gerechtjes geserveerd.

Boos stelde ze leep voor er samen te gaan lunchen om deze omissie recht te zetten. Geurts was blij dat ik direct voor een revanche kwam.

“Ik heb tot vier uur vanmiddag,” zei ik. “Breng me wat je me wilt brengen. Geen restricties.”

Zijn ogen begonnen te stralen en wat er die lunch gebeurde hebben mijn vrouwen ik opgeslagen als ‘misschien wel de beste maaltijd ooit’. We doorliepen de totale gastronomische rollercoaster en werden bestookt met een hilarische parade van texturen en creaties. Toen we bij het vertrek de balans opmaakten stond de teller op dertig gangen en gangetjes.

Dertig!

“En toch zit ik niet vol,” zei mijn vrouw, wat misschien wel het wonderlijkste bewijs van culinair vakmanschap was.