Spiegel

Kijk Magazine 2011, nummer 4

Bij een lezing op een school werd mij gevraagd een passage voor te lezen uit mijn debuutroman Ik ook van jou. Het fragment was na twintig jaar weggezakt in mijn geheugen, het ging over de kleine-maar-fijne borsten van een hoofdpersonage. Blijkbaar had ik ooit geschreven dat tepels het belangrijkste deel van de borsten zijn. “Dat weet een kind. Niet de ogen maar de tepels zijn de spiegel van de ziel. Hoe goed ken je een vrouw als je in de gezwollenheid van haar tepels haar gemoed kunt lezen?”

In de auto terug dacht ik na over deze passage, en of het klopte wat ik destijds had geschreven. Thuis zocht ik op internet informatie over dit wonderbaarlijke lichaamsdeel waarvan iedereen er (minstens) twee heeft. De tepel (zuigdop, nipple, speen, Brustwarze, mamelon, capezzolo; pezón) krijgt lang niet altijd de aandacht die hij eigenlijk verdient. En dat is vreemd, want we zijn er allemaal veel meer nog dan met pindakaas – groot mee geworden. Althans in theorie, want veel van ons zijn na hun geboorte gezoogd door surrogaattepels waar flesjesbabymelk aan bungelden.

Alle naslagwerken noemen het zogen als belangrijkste functie van de tepel, maar dit geldt natuurlijk alleen voor vrouwen. Bij mannen zijn de knopjes rudimentair: aanwezig, maar zonder functie. Zij hebben tepels omdat die zijn gevormd toen de mannen nog geen mannen waren. In de baarmoeder ontwikkelen embryo’s zich in eerste instantie vrouwelijk, met vrouwelijke kenmerken als tepels, geëpileerde wenkbrauwen en gemanicuurde teennagels. Pas later treedt er bij een deel van de embryo’s door een verschuiving in de hormoonproductie manvorming op. De tepels zijn dan echter al gevormd en blijven de rest van het mannelijke leven aanwezig. Ze kunnen zelfs melk geven, bijvoorbeeld als een jongen tijdens zijn puberteit kampt met hormoonschommelingen. Verder hebben mannentepels geen nut, al zijn ze vaak gevoelig en kunnen ze bij sommige mannen zorgen voor extra seksuele opwinding.

Volgens creationisten, mensen die de Bijbel belangrijker vinden dan de wetenschap, is de gedachte dat mannentepels een rudimentair, evolutionair overblijfsel zouden zijn onzin. God zou de knopjes op het mannenlichaam hebben geplaatst ter versiering en voor ons genot. Op een christelijke site las ik over tepels: “God wil dat je van je lichaam geniet en het voedt en koestert en gebruikt om goed te doen. Maak je borst maar nat!” Tja, waarom ook niet! Bij vrouwen ontwikkelen de tepels zich verder in de baarmoeder. Daarom zijn ze geprononceerder en gevoeliger dan bij mannen. Voor veel vrouwen vormen hun tepels erogene zones; zij worden opgewonden bij aanraking met vingers of mond. Dan worden hun knoppen stijf, al is het mechaniek van deze tepelerecties eerder te vergelijken met de werking van kippenvel dan met de manier waarop een penis zwelt of een clitoris doorbloed raakt.

Bij een onderzoek onder 213 vrouwen bleek dat 29 procent van hen (om precies te zijn 61,77 vrouwen) ooit in hun leven een zogenoemd breast orgasm had ervaren. Dit zou volgens wetenschappers veel vaker voorkomen dan we denken. Het verschijnsel klaar te komen door tepelstimulatie zou op de tweede plaats staan van gebruikelijke vormen van orgasmes. Vooral bij vrouwen van vroegere generaties, die terughoudender waren en niet altijd ’tot aan het gaatje’ gingen, zou het tepelhoogtepunt vaker zijn voorgekomen dan bij vrouwen van nu.

Wellicht is het een idee om weer eens terug te grijpen op oude tijden en vervlogen gebruiken? Van God mag het in elk geval, dat is alvast een geruststelling.