Stand Up

Utrechts Nieuwsblad, 1 november 1994

Het is dinsdagmorgen 01.18 uur, iedereen in Nederland ligt te slapen en zit ik achter mijn tekstverwerker met het zweet op mijn voorhoofd te zwoegen op dit stuk. Het geeft wel een eeuwig gevoel: al decennia lang liggen iedere nacht overal op aarde mensen te meuren of te bonken in hun bed terwijl onderbetaalde schrijfslaven doorploeteren om hen de volgende dag te kunnen informeren over de fascinerende wereld die de wereld heet. Nederland, de provincie Utrecht en alle aanpalende streken moeten namelijk weten wat zich gisteravond in het Utrechtse theaterrestaurant La Comedy (op het Janskerkhof) heeft afgespeeld. Men was zich er misschien niet van bewust, maar al geruime tijd vindt daar om de twee weken op maandagavond vanaf tien uur een gratis te bezoeken ’training’ plaats van de Comedy Train, een gezelschap Nederlandse standup-comedians. Ze verzinnen wat, hè?

De avonden in Utrecht gebruikt de steeds wisselende groep lolbroeken om dingen uit te proberen en te zien of de grappen wel aanslaan. Zes weken geleden zat ik per ongeluk in La Comedy te avondmalen, toen het gezelschap zich op het podium ongevraagd kwam voorstellen, waarna ieder lid tien minuten lang stand-upcomediede. Een standup-comedian is een conferencier die vogelvrij is voor het publiek. De mensen in de zaal voeren met de standupper een soort survival of the fittest onder het motto ‘wie is er hier nu eigenlijk het grappigst’.

Dit is een keiharde strijd, want meer dan tachtig procent van het publiek vindt zichzelf veel, heel veel leuker en gevatter dan de goedbedoelende klojo’s op het podium. Het publiek roept dingen terug, onderbreekt de moppentapper, lacht hem harteloos uit als hij verbaal op zijn bek gaat of is ijzig stil als de komiek juist zijn grappigste grap hoopt te maken (dit overkwam bijvoorbeeld de leukste man van Nederland, Freek de Jonge, toen hij in Amerika wel even dacht als standup-comedian de café’s te kunnen veroveren). De standup-comedians proberen op hun beurt het agressieve publiek te pareren met nog hardere jij-bakken en persoonlijke beledigingen. Zo ontstaat er een lekker opgefokt sfeertje.

Ik moet eerlijk zeggen dat mensen die het lef hebben om de ongenade van welk publiek dan ook op hun hals te halen, op mijn onvoorwaardelijke sympathie kunnen rekenen. Gisteravond ben ik dan ook, net als de Utrechtse Grand Old Comedian Hennie Oliemuller (die wat betreft publieke ongenade zijn woordje kan meespreken), uit vrije wil naar de voorstelling geweest, hoewel ik van te voren wist dat ik net als zes weken geleden weer geregeld mijn sluitspieren tot moes zou knijpen van plaatsvervangende schaamte. Ik identificeer me iets te veel met de stumpers op het podium, vrees ik.

Van de zes comydians waren er ook gisteravond weer drie niet te harden zo on-grappig. Zo was het ultiem gênant om de eerste grappenmaker aan te moeten horen, een jongen met een Chinees uiterlijk, die volgens de presentatrice alleen maar mocht meedoen omdat het gezelschap dan subsidie krijgt. De enige twee aardige mopjes van deze jongen had hij helaas zes weken geleden ook al gemaakt: dat hij uit het Verre Oosten komt, namelijk Nijmegen, en dat je als geadopteerd kind op een gegeven moment wel wilt weten ‘uit welk gat je komt’. De jongen werd weggefloten, maar zoals een kruipende baby halsstarrig zal blijven proberen te lopen (een volwassene bestelt in zo’n geval al lang een rolstoel), zo zal deze knul ook over twee weken vast en zeker weer van de partij zijn.

Er werden gelukkig ook goede grappen gemaakt. Een komiek vond dat Johannes van Damme als laatste wens had moeten vragen om een paar ski’s. Een ander vertelde over zijn opa uit Alkmaar, die aan Parkinson lijdt en tijdens de recente aardbeving een kort moment dacht ervan af te zijn. De winnaar was echter absoluut het dichttalent Mark Scheepmaker. ‘Alles heeft zin,’ vertelde hij over het leven, ‘behalve mijn vriendin.’ Ook declameerde hij zijn poeem ‘Onze relatie’: ‘Onze relatie kon toch beter / alles wat jij erin stak was 7 centimeter’. ‘En dit was nog maar de korte versie,’ voegde hij eraan toe. Over het onderwerp penisverlenging zei hij: ‘Wat nou penisoperatie, ik trek er gewoon aan.’ Ik hoop waarlijk dat deze jongen er over twee weken weer bij is. Tot zover, Nederland, provincie Utrecht, de prodigieuze wereld die standup-comedy heet, welterusten.