Ronald Giphart, Strandpaal 19, M.J. Giphart

Rails 2002 02 Strandpaal 19

Foto: Vincent Adolfse

Na de verschijning van mijn debuutroman vertelde mijn vader mijn oma van dit heugelijke nieuws. Mijn oma was echter met de jaren een beetje zwakhoofdig geraakt en toen een verpleegster van mijn oma’s verpleeghuis een kopje thee kwam brengen, riep mijn oma trots: ‘Hoor je dat? Mijn kleinzoon! Mijn kleinzoon is gedementeerd!’

Mijn oma was extra trots, want haar eigen man – die ik nooit heb gekend – had eind jaren twintig ook gedementeerd als schrijver. Na afloop van de presentatie van mijn eerste boek kreeg ik van mijn vader een oud, vergeeld exemplaar van het debuut van mijn opa, uitgegeven door de gebroeders Kluitman. Ik kende het werk, want toen ik nog een jaar of twaalf was heeft mijn vader me het eens laten zien, waarna ik zelfs een poging deed het lezen, wat meede door den oude spelling en ouderwetsche vormgeving niet lukte. Nu ik zelf schrijver was, redeneerde mijn vader, zou het boek van mijn opa in goede handen zijn. Ik was inderdaad erg zuinig op het vod, zo zuinig dat ik het ergens opborg waar ik het niet meer kon vinden.

Het mooie van een verhuizing is dat verloren gewaande spullen weer tevoorschijn komen. Vorige maand zag ik het bij het in- en uitpakken van dozen: Strandpaal 19 van M.J. Giphart, nog verlepter dan in mijn herinnering. Mijn opa heeft twee jongensboeken geschreven. Stadje op stelten heet het andere, maar daar hebben wij geen enkel exemplaar meer van. Zuinigheid is dus geboden, al dachten mijn kinderen daar anders over. Mijn zoon van vier had het boek uit een doos gefrommeld en mijn dochter van twee zat er vrolijk in te scheuren. Met blije ogen keek ze me aan toen ze net op het punt stond Strandpaal 19 uit elkaar te trekken. Ik kon het boek redden, en vergat de uren daarna terstond spullen in te pakken. Net toen ik het boek dichtklapte werd ik – o toeval – gebeld door een goede vriend, die een een erg prettig cadeau had: twee Strandpalen. Die exemplaren verschilden van de versie die ik bezat. Er waren dus maar liefst drie verschillende drukken van het boek. Mijn opa had een heuse bestseller geschreven!

M.J. Giphart - Strandpaal 19 column Ronald Giphart

Nu is het in Engeland volstrekt normaal als jaren, soms eeuwen na verschijning van een boek alsnog een verse recensie in een gezaghebbende krant verschijnt. In Nederland zal het niet snel gebeuren dat een letterkundige wanhoopsredactie van bijvoorbeeld de Volkskrant romans als Het land van herkomst, Nooit meer slapen of Op weg naar het einde herbespreekt, want hoezeer men er daar ook prat op gaat ‘de waan van de dag’ te verafschuwen; het zijn louter de hyperactueelste boeken die aandacht krijgen. Hoe onterecht. Neem een boek als Strandpaal 19 van iemand als M.J. Giphart. Zou het niet eervol zijn wanneer ik in een gezaghebbend blad als Rails eindelijk eens aandacht aan dat boek besteed?

Marinus Giphart werd geboren in 1902 te Ouden hoorn. Voor zijn eerste baantje was hij, in navolging van zijn oudere broer Lo, secretaris van de beroemde kinderboekenschrijver Joh. H. Been. In de jaren twintig was het beroep van schrijver blijkbaar dusdanig lucratief dat een schrijver iemand in loondienst kon nemen om zijn administratie te doen. Kom daar eens om bij die stumperds van tegenwoordig. Giphart hield het twee jaar vol om Beens fanmail te beantwoorden en vertrok toen naar de redactie van een krant. Rond zijn dertigste – toen zijn eigen kinderen werden geboren – schreef Giphart in navolging van zijn oude werkgever zijn Strandpaal. Het verscheen in de reeks ‘Geïllustreerde Bibliotheek – In de Vacantie’ voor jongens van 10 tot 14 jaar.

Het verhaal van Strandpaal 19 is op zijn vriendelijkst gezegd ‘niet al te ingewikkeld’. Twee filosofisch ingestelde jongens, een lange en een dikke, komen elkaar tegen op een dijk en sluiten vriendschap. Meteen diezelfde avond ontmoeten ze, na een fikse boswandeling, een zonderlinge vent. Terwijl de jongens zich met dit sujet vermeien, wordt er door de ouders van de knullen een zoekactie op touw gezet. Veilig thuis reconstrueren de jonge helden dat de grijsaard uit het bos een vermomde smokkelaar moet zijn geweest, waarna ze de veldwachter op de hoogte brengen. De smokkelaar wordt in de kraag gevat, eind goed al goed, al zijn we dan nog maar halverwege het boek. In het resterende gedeelte vertelt Giphart welke loftuitingen de beide jongens krijgen toegezwaaid en hoe trots een ieder is, de Minister van Justitie en de Koningin in het bijzonder (de beschrijvingen hiervan zullen menig rechtgeaarde pedofiel doen watertanden).

In alle eerlijkheid: Strandpaal 19 heeft de Nederlandstalige jeugdliteratuur niet met een meesterwerk verrijkt, maar het is aangename leeskost. Nu ik drie exemplaren bezit, moet het me lukken het boek voor mijn opa’s nageslacht te bewaren.