Strips en literatuur

Uit: Rails Nr. 12-1 december-januari 1996-1997

Fotografie: Alex de Groot (helaas in 2020 overleden)

Wat krijg je als je een schrijver vraagt een scenario te maken voor een stripverhaal? Rails nam de proef op de som en vroeg Mensje van Keulen een tekst te schrijven voor Dirk & Desiree. Hermine Landvreugd deed dit voor de Familie Doorzon en Ronald Giphart voor Sjors & Sjimmie. Echte Kunst? Oordeel zelf.

Ronald Giphart

Auteur Ronald Giphart (30) debuteerde in 1992 met de roman Ik ook van jou. Daarna verschenen Giph, Het feest der liefde en Phileine zegt sorry. Giphart wordt beschouwd als een van de grootste schrijftalenten van dit moment.

Robert van der Kroft

Toen het stripblad Eppo aan Robert van der Kroft (44) vroeg Sjors en Sjimmie te gaan tekenen, leek hem dat wel wat voor een jaartje. Inmiddels doet hij het ruim 20 jaar, maakt ook Claire (voor Flair) en is uitgever van Zone 5300, een blad over strips, cultuur en curiosa.

Websites Robert van der Kroft:

Op 12 december 2021 schreef Robert mij [Hans Gaarlandt] het volgende naar aanleiding van mijn verzoek of ik zijn tekeningen op mijn website mocht plaatsten, ik citeer: “Achteraf gezien hebben we minder van de literaire mogelijkheden gebruik gemaakt dan zou kunnen. Ik heb er later vaak over nagedacht, en heb er intussen heel andere ideeën over: sommige dingen kun je beter in tekst overbrengen dan in tekeningen (een ‘gevoel van rechtvaardigheid’, heel mooie tekst maar ik kan geen tekening verzinnen die dat overbrengt), andere dingen beter in beeld (de opsomming van alle verdiepingen en kamers in een huis is saai in tekst, maar werkt heel goed en duidelijk in beelden). Op die manier zou ik graag nog eens zo’n experiment met Ronald Giphart doen. ‘Best of Both Worlds‘.”

Romeo en Julia – Hoofdstuk 1

Het was in de dagen dat er in Verona geen auto’s werden gestolen, en er nog nooit iemand van voetbalrellen had gehoord. Vendetta’s tot in de zevende generatie waren echter aan de orde van de dag. Neem die tussen de families Capuletti en Montecchi: niemand wist hoe de vete precies was ontstaan, maar zelfs de uitgebuite bedienden van de onderlinge clans scholden elkaar uit op straat. Zo liepen op een middag de boertige Gregorio en zijn maatje Samson op zoek naar vertier over het marktplein, talloze strontplaggen en andere onhygiënische uitingen van middeleeuws cultuurgoed ontwijkend. Plots zagen zij Abraham en Baltazar uit de Via Cappuccino komen. De twee interieurverzorgers van de Montecchi’s liepen in de richting van de Tagliatellifontein en merkten hun aartsvijanden niet op. In de schaduw van de aloude Sint Ravioli kwam het tot een handgemeen.

‘Hé oorgeelartiesten, zal ik eens op jullie hoofd komen schijten?’ vroeg Gregorio, met de van hem zo bekende fijnbesnaardheid.

‘Leef je peristaltische agressie liever uit op die stakker naast je, reuzesmurf!’ zei Abraham. Even leek de situatie te escaleren. De vier bedienden stonden met geheven vuisten tegenover elkaar. Maar net toen de eerste klappen vielen, werden de partijen gescheiden door twee gezonde Hollandse jongens, van wie het blonde ke-

Romeo en Julia – Hoofdstuk 5

lang verhaal kort te maken: het was een gekke bende in de tuin. Vader Capuletti liep met de slurf van zijn olifantenpak de argeloze gasten op zijn feestje lastig te vallen. Door een foutje in het nogal primitieve mechaniek van de sluiting op de koolzuurgas-tank stroomde de thuistap continu, een voordeeltje dat de feestvierders niet aan zich voorbij lieten gaan.

‘Joehoe, er mag worden gedanst!’ tetterde vader Capuletti tegen een als Barbapappa uitgedoste jongeling, van wie hij niet door had dat Romeo, de zoon van zijn rivaal Montecchi, erachter schuilging. ‘Neem mijn dochter Julia maar!’

Romeo was op het feest omdat zijn vrienden hem hadden gepusht Julia eens een biologische bijles te geven.

‘Ik weet eigenlijk helemaal niet of ik haar wel leuk vind,’ vertrouwde Romeo zijn nieuwe vriend Sjimmie toe, terwijl hij naar de als koelbox verklede Julia wees.

Ook Julia had zo haar twijfels. Ze gluurde door een kier van de box en zei tegen haar chaperon Sjors: ‘Al lijkt de liefde aangenaam, in de ervaring is ze cru en tiranniek.’

Toen bijna alle gasten zich een holstrontverklonterende hersendood hadden gedronken, kwamen Sjors en Sjimmie elkaar bij de nog immer stromende thuistap tegen. Bezorgd zei Sjors tegen zijn

Romeo en Julia – Hoofdstuk 9

zoals gewoonlijk onder het balkon. Romeo’s vriend Benvolio zei: ‘Romeo! Idioot! Leip! Hartstocht! Liefde! Jij klimt nu naar boven en je gaat een vrouw van haar maken. En van jezelf een man.’

Romeo bleef achter bij de ladder die naar het balkon van Sjulia leidde. Beteuterd drentelde hij in het rond.

‘Durf je niet naar boven, Room?’ klonk het plotseling uit het donker. Het was de warme stem van Sjimmie.

‘Weet je wat het is, Sjim? Ik wil niet naar boven!’ riep hij uit. ‘Dat macho-gedoe, ik word er gek van.’

De kreet van Romeo deed Sjulia in haar kamer opschrikken. Ze keek in het spionnetje en zei droef te moede tegen haar nieuwe huishouder Sjors: ‘O nee, daar heb je Romeo weer. Elke avond laten zijn vrienden hem hier achter om me met zoete praatjes te verleiden, maar hij heeft zelfs nog nooit de ladder beklommen die mijn vader daar in een zatte bui heeft neergezet. Wat heb je het als vrouw in het Verona van Sjakespeare toch te verduren!’

‘Er is ook een andere wereld, Sjulia,’ zei Sjors, die zich langzaam begon uit te kleden.

‘Waarom doe je dat?’ vroeg Sjulia, verbaasd maar ook geanimeerd.

‘Ik ben een stripfiguur,’ antwoordde Sjors.

zijn hoofd. ‘Weet je wat het is, Sjim, het leven is te kort om tijd te verspillen. Zoals mijn oma altijd zei: “Zoek mooie nachten bij mooie dagen.” En ze zei: “Zoek het spul waar dromen van gemaakt zijn.” En wat ze ook altijd zei: “Veegje voeten, rotjong.”

Een paar straten daar vandaan ging Sjors tegen Sjulia almaar verder: ‘Mijn wereld is veel meer op het visuele gericht. Hier heb je alleen maar woorden, woorden, woorden. Bij ons hoeft het allemaal niet zo diepzinnig. In iedere aflevering valt er wel iets te lachen.’

‘O Sjors,’ verzuchtte Sjulia, ‘ik wou dat je me kon meenemen.’ Waarop Sjorst verrukt riep: ‘Nou, dat zou misschien best kunnen. Luister…’

‘Is het nu waar dat jullie een veel grotere… nou ja, je begrijpt wel wat ik bedoel…’ Schalks keek Romeo Sjimmie aan. ‘Sjim, ik moet je wat bekennen. Toen ik jou vanmorgen zag dacht ik: “Welk licht breekt door dat raam? Het is het oosten en de zon is Sjimmie. ‘”

‘O, Romeo’

‘O, Sjimmie’

Hierna vielen de jongens elkaar in de armen en leefden ze voort in de wereldliteratuur, gelijk Sjamsjon &. Delila, Dido &. Aeneasj, Trisjtan & Isjolde.
Einde