Vara Gids 16, 18-24 april 2015
De rondborstige vrouwen in Agent 327 waren schaars gekleed en hadden zéér weinig tekst. En toch is maker Martin Lodewijk nooit vrouwonvriendelijkheid aangewreven. Een ode door Ronald Giphart.
Jongens waren we, jongens die van stripverhalen hielden. Midden jaren 70 tot midden jaren 80 waren de hoogtijdagen van Nederlandse stripcultuur, de tijd dat iedereen strips las en stripverhalen overal verkrijgbaar waren. Mijn buurjongens Mark & Hans & Bob & ik gaven al ons zak- en rapportgeld uit aan de aanschaf van Asterixen, Lucky Lukes, Kuifjes, Suskes & Wiskes en Guust Flaters. Een van de Nederlandse iconen die we verzamelden was Agent 327, een personage van de Rotterdamse tekenaar Martin Lodewijk (inmiddels 75).
Agent 327 heette eigenlijk Hendrik IJzerbroot, het prototype van een beminnelijke antiheld. IJzerbroot was in dienst van Nederlandse Geheime Dienst, maar hij hield zich niet echt bezig met de geijkte spionnenzaken. In tegenstelling tot Agent 007 uit de James Bond-films, was 327 helemaal geen vrouwenversierder, noch rookte of dronk hij, noch genoot hij ervan om te schieten op collega’s van buitenlandse geheime diensten. Agent 327 was de bescheiden polderspion bij uitstek: hij zocht de consensus, was vooral praktisch in het oplossen van problemen en kon het ook niet helpen dat hij zo vaak prachtige vrouwen tegenkwam.
Martin Lodewijk bedacht Hendrik IJzerbroot in 1966 voor het toenmalige stripblad PEP, als een vier pagina’s dunne parodie op James Bond. Het verhaal sloeg zo aan dat er een vervolg moest komen. Inmiddels zijn we bijna vijftig jaar verder en verschijnt op 23 april aanstaande – na een stilte van tien jaar – dan eindelijk het twintigste album (‘dossier’) van Agent 327: De Daddy Vinci Code. In vijftig jaar is Agent 327 nooit veranderd: al die jaren ging hij steevast gekleed in een strak grijs pak met een zwarte das. Wat wel veranderde waren de mensen in zijn omgeving. De vrouwen met name. Ondertussen bijna net zo bekend als Hendrik IJzerbroot zelf is zijn vrouwelijke counterpart Olga Lawina. Zij is een overweldigend knappe Zwitserse, die aanvankelijk aan de foute kant stond, tot ze door Agent 327 werd overgehaald zich voor Goede Zaken in te zetten (al heeft ze soms nog moeite het rechte pad te houden).
Waar Agent 327 in al die tijd qua uiterlijk exact hetzelfde is gebleven, gebeurde er met Olga Lawina metterjaren wel degelijk iets: haar borsten werden groter. En nog groter. Net als overigens haar ogen (voor wie dáár op heeft gelet). In de vroegere albums is Olga’s postuur nog van een wat normalere proportie, maar gaandeweg neemt haar boezem steeds meer toe. De voormalige professioneel worstelaarster en ‘stripteaseuse’ begon ook meer en meer te spelen met haar voluptueuze uiterlijk en wulpse lichaam, zeker toen ze haar eigen beveiligingsbureau genaamd B.I.P.S. (Beautiful Important People Security) begon.
Omdat zijn heldin in alles onmatig was, aldus Lodewijk in een interview, moest ze dat dus ook zijn wat haar borsten betrof. ‘Misschien zit de oorzaak (van haar steeds groter wordende boezem, RG) ook wel een beetje in het werken met penseel. Je wilt nogal eens uitschieten, de lijn gaat’ alle kanten op. Alles werd op een zeker moment groter, de borsten van Olga, maar ook de schoenen en oren van Agent 327.’
Wij jongens waren altijd diep onder de indruk van Olga, die haar debuut maakte in 1977 in het stripblad Eppo. Olga straalde een lust en zinnelijkheid uit die bij mij – als beginnende huidzak vol hormonen – zeer tot de verbeelding sprak. In 2012 verscheen een zeer vermakelijk boek getiteld De vrouwen van Agent 327 (Uitgeverij L), waarin journalist en schrijver Stef Habraken een geweldig overzicht geeft van de vrouwen met wie Agent 327 zich tijdens zijn carrière omringde en de schone inspiratiebronnen van zijn schepper Martin Lodewijk (kenners van Agent 327 weten dat de naam ‘Habraken’ op de meest uiteenlopende plekken opduikt, dus we mogen ervan uitgaan dat Lodewijk dit boek zelf heeft geschreven).
Filmsterren, boekomslagen, getekende vrouwen in de advertenties: de voormalige reclametekenaar Martin Lodewijk putte overal inspiratie uit. De vrouwen van Agent 327 is een must voor iedereen die van strips én van vrouwen houdt en het biedt een fraai cultureel-historisch overzicht van – het vrouwbeeld in comics, pulpliteratuur, strips en reclameboodschappen door de jaren heen. Vrouwen werden, met name in Amerika, in populaire naoorlogse artistieke uitingen in de regel bloedmooi en vaak in een half ontklede staat weergegeven, terwijl zij (ik citeer Habraken) ‘in verhalend opzicht de functie hadden van blindedarm’. In de zin dat zij probleemloos konden worden gemist.
Zelf kwam Lodewijk in aanraking met afbeeldingen van vrouwen toen hij als twaalfjarige, vroeg in de jaren 50, in Rotterdamse tweedehandswinkeltjes stapels comics ontdekte die Amerikaanse zeelui hadden verpatst. De scheepsmannen verkochten hun van thuis meegenomen pocketboekjes en stripverhalen voor een extra zakcentje als ze op Katendrecht hun laatste geld verbrasten. In de pandjeswinkels kocht Lodewijk boeken van Dick Tracy, Superman, maar ook exemplaren van Phantom Lady, Slave Girl en Sheena, Queen of the Jungle, alle met getekende halfnaakte enorm beborste vrouwen op de cover.
Vrouwen met een extreem grote boezem (bijvoorbeeld Jayne Mansfield en Dolly Parton) waren in de bladen, films en de media eigenlijk een uitzondering, hoewel ze in cult-uitingen veelvuldig voorkwamen. Waar het wellustig afbeelden van vrouwen met een overweldigend pronte voorbips heden ten dage in sommige intellectuele kringen wellicht niet per se als bijzonder vrouwvriendelijk wordt beschouwd, heeft dat stigma Martin Lodewijk nooit aangekleefd wat betreft de vrouwen in zijn werk.
Eind jaren 70 werd er in Leiden een onderzoek gehouden onder studenten naar de rol van ‘de vrouw in strips’. Met name de Nederlandse strip Agent 327 bleek positief te worden beoordeeld, omdat de vrouwen in die albums werden beoordeeld als ‘onafhankelijk denkend en zelfstandig’. Niet voor niets deed Martin Lodewijk jarenlang de vormgeving van het maandblad Sekstant, het officiële orgaan van de NVSH (de Nederlandse Vereniging van Seksuele Hervorming), spreekbuis van progressieven, vrijgevochten liberalen en feministen. Als schooljongen ontging mij dit alles uiteraard totaal, ik las Agent 327 louter voor het verhaal, de humor, het tekenplezier én de rondborstige Olga. Op 23 april weten we hoe het verder gaat met Hendrik IJzerbroot en zijn vrouwelijke tegenspeelster. Hopelijk hoeven wij jongens niet nog eens tien jaar te wachten op een volgende episode.