AD Magazine, Zaterdag 15 & zondag 16 augustus 2020.
Schrijver en veellezer Ronald Giphart leidt ons door zijn boekenkast. Deze week vijf klassiekers die ooit verboden waren.
De 120 dagen van Sodom – D.A.F. de Sade
In 1784 zat in de Parijse Bastille Markies de Sade (1740-1814) gevangen, een schrijver die was veroordeeld voor onzedelijk gedrag. Tijdens zijn gevangenschap begon hij bezeten te werken aan wat het schokkendste boek
ter wereld zou worden: De 120 dagen van Sodom of De school der losbandigheid.
Dit deed hij in het geheim, in priegellettertjes op een rol papier van twaalf
meter lang die hij verstopte. Fragmenten werden uit de gevangenis gesmokkeld, maar toen De Sade na de bestorming van de Bastille in 1789 vrijkwam, bleken deze te zijn verdwenen; de papierrol overleefde de bestorming niet.
Een deel van het manuscript dook na de dood van De Sade gelukkig toch weer op, zodat het alsnog kon verschijnen, zij het pas in 1904. Het veroorzaakte enorme ophef en werd veelvuldig verboden. De naam De Sade leeft voort in de woorden ‘sadisme’ en ‘sado-masochisme’.
Zijn boek gaat over vier schurken die in een kasteel een harem van vooral
jeugdige jongens en meisjes gevangen houden. Terwijl vier opgetrommelde
bordeelhoudsters de mannen trakteren op sappige seksverhalen, misbruiken zij hun slachtoffers op allerlei manieren. Het verhaal klinkt als een reeks heftige pornografische handelingen, en dat klopt. Toch is het boek óók een ode aan de fantasie en de vrijheid die een mens heeft in zijn hoofd, zelfs in gevangenschap.
Madame Bovary – Gustave Flaubert
In januari 1857 vond in Parijs een geruchtmakende rechtszaak plaats. De
Franse schrijver Gustave Flaubert (1821-1880) had het gewaagd om in een feuilleton in het blad La Revue de Paris een verhaal te publiceren over een
vrouw genaamd Emma Bovary.
Dit geschiedde in een tijd dat er voornamelijk ‘romantische boeken’ werden
geschreven, waarin de wereld mooier werd geschetst dan zij in werkelijkheid was. Flaubert was, zonder dat hij het zelf met die term eens was, een van de grondleggers van het zogenoemde ‘realisme’: hij wilde de wereld laten zien zoals-ie was, met haar mooie en haar lelijke kanten.
Een van die lelijke kanten was dat het personage Emma Bovary, echtgenote
van een nogal saaie plattelandsdokter haar verveling verdreef door veelvuldig overspel te plegen en boven haar stand te leven. De passages die Flaubert hierover publiceerde waren voor een deel gecensureerd, maar toch werd hij bij de rechter aangeklaagd voor belediging van de kerk en schending van de zedelijkheid.
Hij moest zich voor de rechtbank verantwoorden voor de daden van zijn
hoofdpersoon, iets wat in de huidige tijd ridicuul overkomt. Flaubert kwam
er uiteindelijk met een waarschuwing vanaf, waarna het feuilleton in boekvorm kon verschijnen. Nog altijd behoort Madame Bovary tot de belangrijkste romans uit de moderne literatuur.
Lolita – Vladimir Nabokov
‘Lolita, mijn levenslicht, mijn lendevuur. Mijn zonde, mijn ziel. Lo-lie-ta: de tongpunt daalt drie treden het gehemelte af en tikt bij drie tegen de tanden. Lo. Lie. Ta.
Ze was Lo, gewoon Lo, als ze met haar één meter vijftig ’s ochtends met één
sok aan stond. Ze was Lola in een lange broek. Ze was Dolly op school. Ze was Dolores als ze ergens haar naam onder zette. Maar in mijn armen was ze altijd Lolita.’
Dit is de twinkelende begin passage van Lolita, van de Russisch-Amerikaanse schrijver Vladimir Nabokov (1899-1977). In de roman raakt een middelbare man geobsedeerd door Lolita, een meisje van 12. Om dichter bij haar te zijn trouwt hij met haar moeder, maar die begint door te krijgen dat de affectie louter is gericht op haar dochter. De man is vervolgens verantwoordelijk voor de dood van de vrouw, waarna hij
zich als voogd over Lolita ontfermt. In de tijd die volgt ontstaat er tussen hen een ingewikkelde seksuele relatie.
Een roman over pedofilie veroorzaakte in 1955 veel controverse. Aanvankelijk durfden Amerikaanse uitgevers publicatie niet aan, waardoor het in Parijs moest verschijnen. Prompt werd het in Frankrijk verboden en ook in Australië mocht het niet verschijnen. In Engeland werd er tot in het parlement over gedebatteerd – en ook daar kwam het terecht op een lijst met verboden boeken.
De duivelsverzen – Salman Rushdie
In januari 1989 interviewde een vriend van mij de Indiase schrijver Salman Rushdie. die net het jaar daarvoor De duivelsverzen had gepubliceerd. Ik had weinig met het thema, de strijd tussen Goed en Kwaad, maar mijn vriend raadde me het bijzondere boek aan.
Boven Zuid-Engeland ontploft een gekaapt vliegtuig, waarbij veel passagiers om het leven komen. Djibriel Farisjta en Saladin Chamcha, twee Indiase acteurs, overleven de val. Het lijkt een scène uit een Bollywood-film: Djibriel krijgt een halo en Saladin twee hoorntjes en een staart. Vanaf dat moment leven zij·verder als aartsengel Gabriël en als de Duivel, tegenstanders in die eeuwige strijd tussen Goed en Kwaad.
Het verhaal dat zich hierna ontrolt tuimelt langs vele verhalenlijnen en
geschiedenissen. Op de dag dat ik de fascinerende roman uit had -14 februari 1989 – sprak de Iraanse ayatollah Khomeini een fatwa uit over Rushdie, met misschien wel de hardste recensie uit de geschiedenis van de literatuur ooit. ‘Ik laat hierbij aan alle moedige moslims ter wereld weten dat de auteur van De Duivelsverzen – een tekst geschreven en gepubliceerd tegen islam, de profeet en de Koran – samen met alle redacteuren en uitgevers die op de hoogte zijn van de inhoud hiervan, veroordeeld zijn tot de dood.’
In grote delen van de islamitische wereld is het boek nog steeds omstreden en de fatwa is nog steeds van kracht.
De ondraaglijke lichtheid van het bestaan – Milan Kundera
Een van mijn dierbaarste boeken is het in 1984 verschenen De ondraaglijke lichtheid van het bestaan van de Tsjechisch schrijver Milan Kundera (nu
91), dat aanvankelijk in zijn eigen land was verboden.
Ik las het in het jaar dat de verfilming van de roman te zien was, in 1988. Hoewel ik wist dat de schrijver zelf de film verafschuwde – hij en zijn vrouw waren halverwege de première boos de bioscoop uitgelopen – liet ik mij erdoor overdonderen, met name door actrice Lena Olin, die als minnares van Daniel Day-Lewis halfnaakt met een bolhoed op voor een spiegel stond.
Toen ik de roman las snapte ik de ergernis van Kundera. Zijn boek is een vitale ideeënroman over vier mensen: de rokkenjagende hersenchirurg Tomas, de schuchtere fotografe Tereza, de vrijgevochten kunstenares Sabina en de Westerse intellectueel Franz.
Door hun ogen en aan de hand van hun levens behandelt Kundera onderwerpen als liefde, haat, trouw, seks, overgave, kunst, kitsch, schoonheid, verraad, trouw, kennis, humor, platheid, filosofie, macht, politiek, moed, lafheid, vluchten, toeval, verzet, schuld, onschuld, dramatiek, lichtheid.
DOLVHB is bij uitstek geschikt om met tussenpozen van een jaar of vijf te
herlezen. Zoals Tereza verzucht: ‘Liefde is het verlangen naar herhaling.’