Thrillers

AD Magazine, zaterdag 39 & zondag 31 mei 2020.

Schrijver en veellezer Ronald Giphart leidt ons door zijn boekenkast. Omdat de Spannende Boeken Weken beginnen, deelt hij met ons de Scandinavische thrillers die hem hartkloppingen bezorgden.

Midzomermoord – Henning Mankell

Er zijn mensen – ik ben er één van – die ooit naar de Zuid-Zweedse kustplaats Ystad zijn afgereisd om te zien waar de illustere inspecteur Wallander woonde en werkte. Het geesteskind van Henning Mankell (1948-2015), die in tien romans de hoofdrol speelde, is misschien wel het populairste Zweedse thrillerpersonage ooit. Niet voor niets werd de reeks drie keer bewerkt voor tv.

Het lukte Mankell om Wallander met zijn boeken te laten meegroeien. Met de jaren raakte de gekwelde politieman in een scheiding, hij leed aan overgewicht, greep naar de fles, kreeg last van een midlifecrisis en had moeite met de opvoeding van zijn dochter.

Wallanders zevende roman, Midzomermoord (in 1997 verschenen als Steget efter), is misschien wel de beste van de reeks. Het door en door Zweedse verhaal speelt zich in een afgelegen gebied af op midzomeravond, 21 juni. In Scandinavië is deze zonnewende het grootste feest van het jaar, met vreugdevuren en drankgelagen.

Na de midzomernacht blijken er drie feestgangers te zijn verdwenen. Twee maanden na de vermissing krijgt een moeder van een van hen een ansichtkaart uit Wenen. Inspecteur Wallander vertrouwt het niet. Er volgen vele moorden en uiteindelijk blijkt – zoals het in de boeken van Mankell gaat – dat veel mensen zich anders hebben voorgedaan dan ze zijn.

De Sneeuwman – Jo Nesbø

Jo Nesbø (1960) is een veelzijdig man: hij is popmuzikant, econoom, speelde betaald voetbal en is een van de succesvolste thrillerschrijvers van Scandinavië.

Zijn vaste personage is de aan drank verslaafde rechercheur Harry Hole, een ongelooflijke klootzak, van wie je desalniettemin onmogelijk niet kunt houden. Hoe onuitstaanbaar deze aimabele hork zich ook mag gedragen, hij is ook een slimme inspecteur die vanuit verrassende invalshoeken naar moorden en gruwelijkheden kijkt.

Er zijn inmiddels twaalf romans met Harry Hole als hoofdpersoon verschenen, waarvan De sneeuwman door velen wordt gezien als de beste en spannendste. Voor thrillers als De sneeuwman is het woord ‘bloedstollend’ uitgevonden.

In het boek draait het om verdwijningen die plaatsvinden als de eerste sneeuw valt. Een vrouw ontdekt een fraaie sneeuwpop in haar tuin en denkt dat die is gemaakt door familie. Maar dit blijkt niet zo te zijn en meer vrouwen overkomt hetzelfde.

Vanaf pagina 1 neemt Jo Nesbø ons lezers bijna astmatisch mee van de ene gruwelijke gebeurtenis naar de andere bloederige moord. Het plot is fenomenaal en ruwe bolster Harry Hole moet al zijn geestkracht aanwenden om iets van de dader te snappen. De sneeuwman heeft duizelingwekkende verhaalwendingen en een gekmakende spanning.

Jager – Lars Kepler

Een paar jaar geleden was ik met mijn gezin op vakantie in Zweden. We lagen in een tent op een camping te lezen en te luieren. Op een gegeven moment wilde ik even een ommetje maken, maar hield mijn vrouw mij tegen. Ze zat midden in de thriller Jager . van de Zweedse schrijver Lars Kepler (pseudoniem van een Zweedse echtpaar met onuitsprekelijke namen) en wilde per se niet dat ik haar alleen met de kinderen achterliet. Haar boek was namelijk té spannend. Een groot compliment aan de schrijvers.

Hoofdpersoon van het boek is Joona Linna, het vaste personage van het schrijversechtpaar. Aan het begin zit de voormalige rechercheur opgesloten in de gevangenis (daar eindigde het boek daarvoor), waar hij wordt bezocht door commissaris Saga Bauer, een ander vast type.

Bauer heeft Linna’s hulp nodig bij het oplossen van een reeks moorden, onder andere op een politicus. In ruil voor strafomzetting mag Linna oude collega’s helpen bij de zoektocht naar de dader.

Er volgen ruim 500 bladzijden met verwikkelingen, actiescènes en hele &halve ontknopingen die lang doordenderen. Geheel in de traditie van Scandinavische thrillers is Jager geschreven met een enorme vaart en afwisseling, waardoor het bijna onmogelijk is het boek weg te leggen.

De zomer van Kim Noval – Håkan Nesser

De Zweedse schrijver Håkan Nesser (1950) is vooral bekend geworden met misdaadromans (tien in totaal) over inspecteur Van Veeteren, werkzaam in de fictieve WestbEuropese universiteitsstad Maardam. Van Veeteren is een nukkige zestiger met een klein hartje en een voorliefde voor boeken en ‘de mens achter de crimineel’.

Een andere vaste hoofdpersoon van Håkan Nesser is de Zweeds-Italiaanse inspecteur Barbarotti, over wie hij vijf boeken schreef. Daarnaast publiceerde hij vele andere losse romans, waaronder De zomer van Kim Novak uit 1998. Dat boek is een detective, maar wel een speciale. Het is namelijk een whodunit zonder een klassieke whodunit te zijn.

De verteller is een 14-jarige jongen genaamd Erik die zijn coming of age beleeft in de zomer van 1962, die hij doorbrengt met zijn oudere broer en een vriend. Ze verblijven in een vakantiehuisje aan een meer en doen de dingen die bij jongens van die leeftijd horen. Dan blijkt een knappe invallerares genaamd Ewa ook op het eiland te verblijven, een vrouw die door de jongens wordt bewonderd en begeerd.

Ik zal uiteraard niet spoilen, maar in de loop van de gebeurtenissen wordt er iemand vermoord, een misdaad die grote gevolgen heeft voor het verdere leven van Erik.

Een prachtige, doorleefde, grappige, spannende en bijzondere roman.

Verdwijnpunt – Arnaldur Indriđason

Een grootheid in het detectivegenre is de IJslandse historicus Arnaldur Indriđason (1961), die in veertig landen wordt uitgegeven en inmiddels meer dan veertien miljoen exemplaren van zijn boeken verkocht.

Zijn romans spelen zich af op IJsland en zijn misschien wel nog afstandelijker, koeler en – op een aandoenlijke ma.nier – ook melancholischer dan doorsnee Scandinavische thrillers. Indriđasons stijl is sober én somber: de kou van het eiland waait door zijn zinnen.

Het vaste personage van Amaldur Indriđason is inspecteur Erlendur Sveinsson, een moeilijke man die desondanks erg empathisch is. Indriđason schuwt grote maatschappelijke thema’s niet, dus houdt zijn personage Sveinsson zich behalve met het oplossen van misdaden ook bezig met zaken als vangstquota, gentechnologie, verstedelijking en sociaal isolement.

In Verdwijnpunt (het elfde boek uit de reeks) gaat de inspecteur, dit keer zonder zijn vaste assistenten, terug naar zijn ouderlijk huis in de Oostfjorden. Daar denkt hij terug aan de verdwijning van zijn broer, een gebeurtenis waarin hij als ic-jarige een rol speelde.

Zijn vermissing is de katalysator voor een even ingenieus als indringend verhaal waarin nog veel meer verdwijningen een rol spelen.

Een intens beklemmende en wonderschone thriller.