Uitzicht op zee

Rails Magazine Nummer 3 – maart 1998

Rails stuurde tien journalisten en tien fotografen naar Europese steden aan zee. Opdracht: maak een foto vanaf het water en vertel iets bijzonders over de stad.

  • Marseille, Peter Bruyn en Dirk de Jong
  • Gedansk, Daan Ekkel en Dave Gray
  • Monaco, Ronald Giphart en Sander Veeneman
  • Dublin, Ruud Hollander en Paul Robinson
  • Helsinki, Charlotte Polak en Martine van der Meer
  • Napels, Paul Brandt en Edwin Walvisch
  • Reykjavik, Peter Schol en Kenneth Hope
  • Edinburgh, Karin Amstutz en Berry Lusink
  • Barcelona, Jinke Obbema en Jan van der Meijde
  • Istanbul, Jaap Scholten en Eric van Lokven

Dit is het stuk dat Ronald Giphart heeft geschreven:

Monaco

Welkom in Monaco. We verblijven nog geen twee uur in de laatste dictatuur van Europa, maar vier keer hebben we alles inmiddels gezien. Onder het repressieve terreurbewind van prins Reinier is het prinsdommetje Monaco uitgegroeid tot het ultieme Benidorm voor rijke mensen, een stad van opportunistische graagwiliers, stijlloze nieuwrijken en benepen nooitverliezers. In de haven liggen schepen als grachtenpanden, de prijzen van de versnaperingen liggen tweehonderd procent boven de redelijkheid, en werkelijk alle gebouwen zijn behangen met dikke lagen goud en zilververf. De vraag luidt: wie zou uitgerekend op deze plek willen pochen met zijn poen?

Op de terrassen zitten honderden vrouwen met ingelijste, zonwerende autoruiten voor hun gezicht te nippen aan schilderijen van cocktails. Af en toe horen we een luide knal, omdat dan bij een van die vrouwen een elastiekje knapt en er een borst explodeert of een onderkin als een airbag naar buiten schiet. Langs de terrassen meandert een stroom van jongens van een jaar of vijftig, die er uitzien alsof ze vroeger blank waren en van wie je vermoedt dat ze ieder moment kunnen uitbarsten in ‘Dansez maintenant… ‘, Dit is the place to be, als je houdt van de firma Proleet, Parvenu en Schreeuwlelijk.

Welkom in Monaco. We besluiten een boot te huren, maar zo makkelijk lukt ons dat niet. Een baliemedewerker van een van de vele poenige verhuurbedrijven kijkt naar onze kleren, en antwoord snibbig: ‘We don’t have small boats in Monte Carlo.’ Ik roep dat we vijfhonderd gulden per uur kunnen betalen (het bedrag is drie keer hoger dan ons werkelijke budget), maar de man schudt meewarig glimlachend zijn hoofd. Als we een boot voor die prijs willen huren, kunnen we beter naar Tunesië gaan, zegt hij met pure minachting in zijn ogen.

De rijkste plek op aarde.

Wat een armoe.