Van de straat

Vara Gids 49, 7-13 december 2019

In internetserie Voxpop laat mediajurist Roel Maalderink (1991) mensen vastlopen in een straatinterview. Schrijver Ronald Giphart bekeek dat een dag van dichtbij.

maandag, 9.51 uur

Waar ooit de magazijnen van de VOC huisden zit nu een bedrijfje genaamd MyChannels, dat webseries maakt voor kranten en bedrijven. Een van die projecten is Voxpop, een wekelijkse ‘knipoog naar het nieuws’, waarin verslaggever en mediajurist Roel Maalderink (28) maatschappelijk thema’s bespreekt met ‘de man op straat’.

De afgelopen jaren heeft Roel veel filmpjes gemaakt die viraal zijn gegaan: zijn bijdragen worden gretig gedeeld op sociale kanalen en bij programma’s als Jinek, Pauw en DWDD. Zijn werkwijze is eenvoudig: gewapend met een camera gaat hij naar winkelstraten, beurzen, de Amsterdamse Zuid-As of strenggereformeerde dorpen om voorbijgangers vragen te stellen als ‘hoe racistisch bent u?’, ‘wat vindt u van homo sapiens?’, ‘hoe mannelijk bent u?’ of ‘heeft u iets te verbergen?’.

10.04

Zittend aan een grote tafel in de redactieruimte vertelt Roel over zijn twee oudere broers Thijs en Jos, die hem ooit inwijdden in de wereld van cabaret: al als 7-jarige keek hij Koot & Bie en andere sketchprogramma’s. Toen in 2005 YouTube van start ging, kocht hij met middelbare-schoolvrienden een camcorder voor een vrolijk kanaal genaamd Tegen De Regels. Het was het begin van een intensieve mediacarrière: via de regionale omroep, de Wereldomroep, het programma CQC van Beau van Erven Dorens, PowNed, Peter R. de Vries, Jan rijdt rond (de opvolger van Man bijt hond) is Maalderink presentator van het dagelijkse AD-programma Ochtend show to go en dus van Voxpop.

Ondertussen hebben Tim (30) en Fred (48) zich gemeld op de redactie. Tim gaat vandaag de camera voeren en Fred is de verantwoordelijk producent van het item. Gisterenavond heeft Roel de vraag bedacht die hij vandaag aan mensen op straat wil stellen: ‘Kun je alles nog zeggen in dit land?’ Hij heeft deze invalshoek geappt naar Tim, maar die nog niet besproken met Fred.

‘Prima,’ roept Fred, die zelf niet mee op pad gaat. ‘Ik laat het aan de kinderen over.’

10.28

De kinderen en ik zitten in de auto op weg naar Den Haag. Tim en Roel sparren over de werkwijze voor vandaag. Ze kiezen een vaste winkelstraat waar ze vaker hebben gedraaid, want Roel kent zo langzamerhand de goede en minder goede plekken om te posten.

‘Vergelijk het met vissen,’ zegt hij. ‘Bij sommige vijvers heb je vaak snel beet, bij andere willen ze niet happen. We weten inmiddels wel waar we moeten gaan hengelen. Vaak passen we de opnameplek aan aan de vraag. In Utrecht zit meestal een wat linkser publiek, in Den Haag een wat rechtser.’

11.24

In een parkeergarage vlak achter de winkelstraat legt Roel uit dat hij zes goede gesprekken nodig heeft, dat moet in principe genoeg zijn voor een leuk item. ‘We monteren natuurlijk, maar Voxpop is nooit gemanipuleerd. Je kunt mensen in de montage alle antwoorden op alle vragen laten geven, maar dat is veel te makkelijk.’

‘Dat zou schofterig zijn,’ vult Roel aan. ‘Daar waak ik echt voor. Als mediajurist wil ik dat mijn items kloppen. Als mensen in een camera dingen roepen over homo’s of allochtonen laat ik dat zien, maar we versterken die uitspraken niet in de montage. Ook hou ik rekening met wie ik aanspreek. Zo interview ik in principe geen kinderen onder de 18 of mensen waarvan ik merk dat ze het even niet allemaal op een rijtje hebben.’

11.39

Het regent en daarom wachten we de bui af bij een kop koffie. We bespreken de ontvangst van Roels filmpjes. Van elk item verschijnt een versie van ongeveer drie minuten eerst op de site van het AD, waar het meestal enkele tienduizenden views krijgt. Een dag later komt er een anderhalf minuut durend filmpje op Twitter, en de langere versie op YouTube en Facebook. Dan loopt het aantal views snel op tot enkele honderdduizenden. Roel en Tim wijden mij in in de wereld van ‘uitkijktijden’ (60 tot 80 procent van de mensen haalt het einde van een filmpje), ‘likes’ en ‘comments’. Een Voxpop-item kan al snel 1400 opmerkingen krijgen. ‘Die ik natuurlijk onmogelijk allemaal kan lezen, hoewel ik het vaak wel hilarisch, aandoenlijk en soms moedeloosmakend vind wat er aan commentaar loskomt,’ zegt RoeI.

11.58

De regen is opgehouden en dus stellen we op bij het visgebied op de Grote Marktstraat, hoek Wagenstraat. Ik vraag Roel naar zijn gevoel bij de vraag die hij voor vandaag heeft bedacht.

‘Het is altijd een gok,’ zegt hij. ‘Ik heb geen plan B, we zullen zien hoe het uitpakt.’

‘Eigenlijk mislukt het nooit,’ zegt Tim, ‘al is het soms zoeken en wachten. Het kan af en toe lang duren.’

Ik begrijp dat sommige voorbijgangers meteen doorhebben dat het om een grap gaat. Vaak spelen ze het spelletje mee.

‘Helaas kunnen we die beelden meteen weggooien,’ zegt Roel. ‘Het mooiste is het als mensen vastlopen in hun antwoord, dat we hun worsteling met de vraag zien. Eigenlijk spotten we met de stijlfiguur straatinterview. Ik wil de inconsequenties van mensen en meningen laten zien.’

‘Voor echte journalisten is een straatinterview natuurlijk verschrikkelijk werk, de nieuwswaarde van de mening van de man in de straat is nul,’ gaat Tim verder, terwijl hij een statief op zijn borst installeert. ‘Daarom is Voxpop zo leuk, want wij nemen ook het genre op de hak.’

12.04

De eerste persoon die door Roel wordt aangesproken reageert door vriendelijk hand op zijn schouder te leggen en glimlachend door te lopen. Ook het tweede straatinterview komt niet van de grond.

‘Het antwoord is nee,’ zegt een man in het voorbijgaan.

De derde, vierde en vijfde poging mislukken eveneens.

‘Niet!’ roept een mevrouw al van een afstand.

Bij een zesde poging lopen Roel en Tim een wat oudere dame achterna, waarop zij leep haar pas versneld.

‘Dan ben je altijd in het nadeel,’ legt Roel uit als hij weer terug is op zijn aanvankelijke plek. ‘We hebben in de loop der jaren een techniek ontwikkeld om mensen zo gunstig mogelijk te benaderen. Het is een subtiele kunst.’

12.12

Ik kijk naar de blik waarmee Roel en Tim de mensen op straat beoordelen. Ze hebben aan een halve knik genoeg om elkaar te wijzen op naderende voorbijgangers. Er komt een beschaafd ogende meneer voorbij die ik zelf zeker zou hebben aangesproken, maar Roel laat hem gaan.

‘Het is geen wetenschap, maar je kunt voorspellen wie er antwoord gaat geven en wie niet.’

12.21

Eindelijk heeft Roel beet.

‘Kun je alles nog zeggen in dit land?’ vraagt hij aan een gedrongen man met een Duitse herder. De man reageert met een Haags accent: ‘Nou, wat denk je zelf?’

‘Ik vraag het aan u…’ antwoordt RoeI.

De man houdt stil en er ontspint zich een gesprek over wat je niet meer kunt zeggen.

‘Je kunt goeiemorgen zeggen of goedemiddag,’ zegt de man, ‘maar daarmee houdt het op.’

13.16

Roel heeft nu zo’n 25 mensen aangesproken en in enkele gesprekken is er voorbijgekomen wat je niet meer kunt zeggen in dit land (iets over Ajacieden, het gras bij ADO Den Haag, het antisemitisme van buitenlanders, Palestijnen, het onaangepast gedrag van tuig op straat, linkse media die Rutte de hand boven het hoofd houden, Zwarte Piet, racisme, de dingen die je niet mag zeggen).

13.34

Staand achter Tim noteer ik de Pinter-achtige absurde gesprekken die Roel voert met voorbijgangers.

‘De vrijheid van meningsuiting bestaat dus niet meer,’ zegt een mevrouw met een somber gezicht.

‘Maar dat kun je dus niet meer zeggen in dit land?’ zegt Roel.

‘Nee, dat kun je dus niet zeggen.’

‘Maar u zegt het wel…’

‘Ja, ik zeg het wel, omdat je het niet meer kunt zeggen.’

‘Alleen kunt u het nog wel zeggen.’

‘Ik wel, maar eigenlijk kun je het niet meer zeggen.’

14.09

Van de ruim zeventig mensen die Roel heeft aangesproken, hebben er vijftien antwoord gegeven. Volgens Tim zitten er zeker zes bruikbare gesprekken bij. Staand voor de camera neemt Roel een zogenaamde ‘standupper’ op: een tekst waarmee hij het item inleidt. Professioneel neemt Roel zijn tekst in één keer op, en voor de zekerheid doet hij het nogmaals. Het werk zit erop.

14.52

Of nee, het werk gaat nu pas beginnen. We zitten in de auto terug naar Amsterdam. Roel heeft alle data van Tim ingeladen op zijn laptop en is al begonnen met ‘spotten’, het bekijken van het materiaal, beelden waar we gedrieën vaak hard om lachen.

15.11

Op de redactie van Voxpop nemen we afscheid. Roel gaat de rest van de middag verder spotten en een begin maken met de montage, waarna – na een korte nachtrust – het filmpje morgen moeten worden gepubliceerd.

12.00 uur, de volgende ochtend

Precies op tijd komt het filmpje genaamd ‘Dit mag je tegenwoordig niet meer zeggen’ online op de site van het AD. Hoewel ik alle gesprekken heb gehoord en veel aantekeningen heb gemaakt ben ik toch verbaasd over het resultaat, want het item is levendig, grappig en toch ook scherp.

De slotgedachte is van een meneer die aanvankelijk stellig was in zijn mening dat je tegenwoordig niet meer alles kunt zeggen in dit land. Toen hij merkte dat hij vastliep in zijn antwoord, stelde hij bedachtzaam vast: ‘Misschien zeg ik dat toch iets te makkelijk en mag je eigenlijk wel alles zeggen…’

Een goed gekozen einde.