Van Oostrom

De Groene Amsterdammer, 16 april 1997

Professor Van Oostrom beweerde in De Groene van 9 april dat hij en ik beiden door Elsevier werden gevraagd een lijstje in te leveren van zaken waarvan we hoopten dat ze tot het culturele referentiekader van de toekomstige generaties zouden behoren. Op Van Oostroms lijstje stonden Nijhoff, Couperus et cetera, en op mijn lijstje zouden volgens Van Oostrom louter ‘alle Asterixen, alle Kuifjes en alle Suskes en Wiskes’ staan. ‘Dan heb ik toch liever dat er voor de klas iemand staat met mijn waardepatroon dan met het zijne’, voegt Van Oostrom hier aan toe.

Mijn culturele klomp breekt als ik dit lees. Van Oostrom vergeet namelijk te vermelden dat op mijn lijstje – naast onder andere Boccaccio, Shakespeare, Knut Hamsun, Salinger, Julio Cortázar, Reve en Hermans – ook de door Van Oostrom genoemde Nijhoff en Couperus staan! Waarom Van Oostrom dit verzwijgt is mij werkelijk een raadsel. Iemand als Van Oostrom, die volgens zijn ‘waardeptroon’ achterbaks mag liegen en nijdassen, zou ik niet voor de klas willen.

Utrecht,

RONALD GIPHART