Ronald Giphart OpSmaak UFS Unilever Food Solutions mei 2015

Verandering

OpSmaak magazine, mei 2015

Met weemoed denk ik eraan terug: mijn ouders gaven hun vakantiegeld niet uit aan vakantie, maar aan restaurants. In hun zoektocht naar nieuwe eethuizen zei mijn vader vaak: ‘Verandering doet eten.’ Wat ik me ook uit mijn jeugd herinner, is dat een maaltijd (bij bistro, Chinees-Indiër of sjieke tent) in de jaren zeventig en tachtig vrijwel altijd volgens hetzelfde patroon verliep. We kregen iets te knabbelen, we bestelden een voor-, hoofd- en nagerecht, de schotels kwamen kalmpjes naar onze tafel, en na de koffie kreeg mijn vader de rekening.

Toen ik met vrienden en mijn vriendin zelf uit eten begon te gaan, bleef dit patroon jarenlang bestaan: knabbel, voor, hoofd, na, koffie, rekening. Maar gaandeweg veranderde er veel. Ik weet niet meer wanneer het werd geïntroduceerd dat ieder zichzelf respecterend restaurant een amusegeule begon te serveren. Dat werden er twee (waarom was niet duidelijk) en later drie, en nog later kregen we op sommige plekken een carnavalsoptocht van proeverijtjes.

Soms zoveel dat wij die mondvermaakjes vaak lekkerder begonnen te vinden dan de rest van de maaltijd. Mondige gasten (niet wij) moeten tegen restaurateurs hebben gezegd: doe ons alleen die smakelijke liflafjes. En zo kwamen er restaurants met menukaarten bestaande uit louter halve voorgerechten.

Ook hadden wij, net als veel gasten, vaak geen zin meer om ellenlang te wachten tussen de gangen. Op sommige plekken duurde het wel drie kwartier voordat er überhaupt een stukkie brood op tafel stond. Mondige gasten (niet wij) moeten hebben gevraagd of het niet wat sneller kon. En waarom zouden we alleen kunnen bestellen op vaste tijden? En waarom kunnen we niet gezamenlijk van grotere schalen eten? En kunnen we ook dingen meenemen? En waarom kan er per se alleen in restaurants goed worden gegeten?

Inmiddels is er, dankzij deze mondigheid, onnoemelijk veel veranderd sinds de tijd dat mijn ouders hun vakantiegeld opaten. Eén ding is hetzelfde gebleven en ik hoor het mijn inmiddels overleden vader verlekkerd zeggen: ‘Verandering doet eten.’