AD Magazine, Zaterdag 29 & zondag 30 augustus 2020.
Schrijver en veellezer Ronald Giphart leidt ons door zijn goedgevulde boekenkast. Deze week bespreekt hij romans die zijn verfilmd.
Turks fruit – Jan Wolkers
In Turks fruit, de in 1969 verschenen spraakmakende roman van Jan Wolkers, schreef de schrijvende kunstenaar onverbloemd over seks, dood en religie, een combinatie die in de Nederlandse literatuur tot dan toe ongekend was. Wolkers’ eerste uitgever vroeg zelfs of hij wat minder ‘vieze woorden’ en meer ‘Latijnse begrippen’ kon gebruiken. Wolkers antwoord hierop was dat hij van uitgever wisselde.
Turks fruit is het verhaal van een beeldhouwer en een vrouw op wie hij euforisch verliefd is. Als zij een relatie krijgen spat de lust ervan af, maar dan gaat het toch mis en maakt zij het uit voor een ander (zo’n uit zijn krachten gegroeide lul met een doorgebogen rug’).
Het boek begint met het liefdesverdriet van de hoofdpersoon en de beruchte parade aan meisjes bij wie hij troost zoekt (‘ik naaide de ene meid na de andere. Ik sleepte ze naar mijn hol en rukte ze de kleren van het lijf en ramde me een ongeluk’).
In 1973 werd het boek door Paul Verhoeven verfilmd met Monique van de Ven en Rutger Hauer in de hoofdrollen, nadat producent Rob Houwer alle rechten voor het bespottelijk lage bedrag van 20.000 gulden verwierf. Met 3.334.044 betalende bezoekers werd het de meest succesvolle Nederlandse film aller tijden.
Jan Wolkers zelf was te spreken over de verfilming en noemde die ‘voor 75 procent geslaagd’.
De vierde man – Gerard Reve
In 1981 was het hommeles in de Nederlandse literatuur. Na lange tijd was het de CPNB gelukt een van ‘de Grote Drie’ – Harry Mulisch, W.F. Hermans en Gerard Reve – te strikken voor een boekenweekgeschenk. Reve wilde dat klusje klaren en beloofde zelfs de herenliefde, het genre waarom hij bekendstond, niet te uitputtend te beschrijven, om christelijke lezers niet te bruuskeren.
In de novelle De vierde man vertelt een homoseksuele schrijver dat hij ooit een seksuele verhouding had met een vrouw. Na afloop van een lezing raakte hij in de ban van een aantrekkelijke weduwe. Hij bedreef de liefde met haar en logeerde in haar grote huis, omdat hij had gezien dat zij ook omgang had met een knappe jongeman. Daarna ontdekte hij dat de vrouw niet één keer weduwe was, maar drie keer. De angst sloeg toe: zou hij nummer vier worden?
Toen Reve zijn manuscript had voltooid bleek dat hij zich niet aan zijn belofte had gehouden, want in het laatste deel verloor hij zich toch in homo-erotische uitspattingen. De CPNB besloot het boek te weigeren. In hetzelfde jaar verscheen het alsnog, en dat werd zo’n succes dat Paul Verhoeven werd gevraagd het te verfilmen.
Het boekenweekgeschenk van 1981 werd overigens De ronde van ’43 van Henri Knap. De kritieken waren keihard: ‘Oubollig, slaapverwekkend en absoluut ongeloofwaardig’, oordeelde Vrij Nederland.
De aanslag – Harry Mulisch
In 1987 won regisseur Fons Rademakers zowel een Oscar als een Golden Globe voor de verfilming van het vijf jaar eerder verschenen De aanslag van Harry Mulisch. Hoofdpersoon van dat boek is het Haarlemse jongetje Anton Steenwijk. Ergens in januari 1945 horen Anton en zijn oudere broer buiten op straat schoten. Er is een moordaanslag gepleegd op een beruchte NSB’er, het lijk ligt voor het huis van Antons buren.
Anton ziet hoe de buurman het lichaam naar het huis van Antons familie verplaatst. Als de gealarmeerde Duitsers arriveren steken ze uit represaille het huis van Anton in brand, waarna ze zijn ouders en broer executeren. Pas jaren na de Tweede Wereldoorlog krijgt Anton in fases de ware toedracht achter deze gebeurtenissen te horen.
De roman van Mulisch was direct na verschijning een ongekend commercieel succes (inmiddels zijn dat er wereldwijd meer dan een miljoen). Ook de nationale en internationale boekrecensenten hesen Mulisch op het literaire paard.
Het jaar dat zijn boek verscheen, was in meerdere opzichten een bijzonder jaar in het leven van de toen 55-jarige schrijver, want nadat bij hem een agressieve vorm van maagkanker was geconstateerd, werd zijn maag verwijderd (‘ik ben ontmaagd’, grapte hij er zelf over). Dat was een aanslag die Mulisch ternauwernood overleefde.
Sonny Boy – Annejet van der Zijl
Annejet van der Zijl schreef dit jaar het boekenweekgeschenk, dat traditiegetrouw in maart werd weggegeven aan klanten van de boekhandel. Helaas viel de jaarlijkse hoogmis van het boekenvak dit jaar vanwege het coronavirus in het water, want halverwege de Boekenweek werden alle activiteiten gecanceld. Dat was jammer, want zo kon niet iedereen genieten van het boekje van Van der Zijl.
Het geschenk Leon en Juliette, een knipoog naar Romeo en Julia van Shakespeare, draait om de liefde tussen een jonge zwarte slavin en een Hollandse gelukszoeker, anno 1820. In een interview zei Van der Zijl dat ze over dit onderwerp wilde schrijven omdat ze haar lezers ‘een verzoenend verhaal in een gepolariseerde tijd’ wilde geven.
Van der Zijl is de grande dame van de Nederlandstalige non-fictie. In het in 2004 verschenen Sonny Boy – een nonfictieboek waarvan alleen al in Nederland 600.000 exemplaren werden verkocht – draaide het ook alom een waargebeurd verhaal over de verboden omgang tussen twee verschillend gekleurde geliefden: een zwarte Surinaamse jongeman en een oudere Haagse vrouw, anno 1928. Toen de vrouw zwanger van de jongen bleek, was het schandaal compleet.
Net als het boek was ook de verfilming uit 2011 populair, met een half miljoen bioscoopbezoekers en meer dan honderdduizend verkochte dvd’s.
Meisje met negen pruiken – Sophie van der Stap
Het gebeurt niet vaak dat een Nederlands boek in het Duits wordt verfilmd. In Nederland was de autobiografische roman Meisje met negen pruiken van Sophie van der Stap in 2006 een succesvol debuut. In haar boek beschrijft ze hoe ze als 21-jarige studeert en van het leven geniet. Maar dan krijgt ze te horen dat ze kanker heeft (‘agressief, uitgezaaid en zeldzaam’), waarna ze wordt opgenomen in het ziekenhuis.
Bij een theaterwinkel koopt ze negen verschillende pruiken die ieder een eigen karakter hebben, en hierdoor verandert zij in Stella, Sue, Daisy, Blondie, Platina, Oema, Pam, Lydia of Bébé, met bijbehorende gevoelens en gedachten.
Twee jaar na de presentatie van haar debuut verscheen de Duitse vertaling, onder de titel Heute bin ich blond. Dit boek was met honderdduizend verkochte exemplaren een nog groter succes dan bij ons. Bij de verschijning zond de Duitse televisie een reportage over Van der Stap uit, onder de titel Das Mädchen mit den neun Periuken.
In 2013 besloot een Duitse filmproducent het boek te verfilmen tot een zogenoemde Tragikomödie, een film die lovend werd ontvangen. Zoals een Duitse criticus schreef: ‘Ein, im wahrsten Sinne des Wortes, schöner Film’.
Niet slecht, voor een Nederlandse debutant.